29 754 Terrorismebestrijding

Nr. 269 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2014

Op 7 oktober jongstleden beantwoordde ik tijdens het Mondelinge Vragenuur de vragen van het Lid De Graaf (PVV) (Handelingen II 2014/15, nr. 10, item 2) naar aanleiding van het bericht «Tarnen sich ISIS-Terroristen als Flüchtlinge?» over mogelijk misbruik van vluchtelingenstromen door ISIS of andere jihadistische organisaties. Daarbij gaf ik aan dat maatregelen zijn genomen om dergelijk misbruik te kunnen herkennen en om, als het zich voordoet maatregelen, te kunnen nemen. Het Lid Gesthuizen (SP) verzocht vervolgens om een brief om uw Kamer nader te informeren over deze maatregelen.

Hieronder treft u, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de antwoorden aan op dit verzoek.

Tussen de vreemdelingenketen (COA, IND en DT&V), de Nationale Politie en de AIVD zijn afspraken gemaakt over het melden van signalen dat een vreemdeling mogelijk een gevaar vormt voor de nationale veiligheid. Het gaat daarbij onder meer om signalen van betrokkenheid bij terrorisme, radicalisering en jihadisme. Het kan dus ook gaan om signalen dat leden van ISIS of andere jihadistische organisaties zich onder de asielinstroom mengen.

Integraal onderdeel van deze afspraken is te borgen dat medewerkers in de vreemdelingenketen relevante signalen onderkennen. Binnen de vreemdelingenketen wordt daarom geïnvesteerd in het veiligheidsbewustzijn (awareness) van hun medewerkers zodat medewerkers alert zijn op dergelijke signalen en weten op welke wijze dit signaal kan worden doorgeleid naar de AIVD of de Nationale Politie. Dit gebeurt zowel bij medewerkers die asielzoekers spreken in het kader van hun procedure, als medewerkers die asielzoekers begeleiden gedurende hun verblijf en vertrek.

In voorkomende gevallen, waarbij vreemdelingen kunnen worden gerelateerd aan terrorisme en radicalisering (bijvoorbeeld op basis van een ambtsbericht van de AIVD), worden door de IND vreemdelingrechtelijke mogelijkheden bezien en eventuele vreemdelingrechtelijke acties ondernomen. Hierbij kan worden gedacht aan het weigeren, intrekken en/of niet verlengen van een verblijfsvergunning, ongewenst verklaren en het weigeren dan wel intrekken van het Nederlanderschap. Dit staat ook beschreven in de «Nationale Contraterrorismestrategie 2011–2015» die ik uw Kamer op 19 april 2011 heb toegezonden.1 Hierin is ook aangegeven dat de IND participeert in de Contra Terrorisme Informatiebox (CT Infobox), het samenwerkingsverband van verschillende overheidsorganisaties (AIVD, Nationale Politie, FIU-NL, FIOD, KMAR, MIVD, OM, NCTV, IND en Inspectie SZW).

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Kamerstuk 29 754, nr. 203.

Naar boven