29 752 Modernisering van het ondernemingsrecht

Nr. 11 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 april 2018

In de brief van 20 mei 2017 (Kamerstuk 29 826, nr. 70) heeft de Minister van Economische Zaken aangegeven dat vennootschappen een enquêteverzoek kunnen indienen bij de Ondernemingskamer in het geval ze acties van aandeelhouders in strijd met het belang van de onderneming achten. En dat bekeken kan worden of de Ondernemingskamer voldoende wordt ingezet binnen het huidige wettelijke kader. Het lid Moorlag heeft in het debat van 12 april jl. over overnames van bedrijven gevraagd naar de voortgang op dit punt (Handelingen II 2017/18, nr. 73, Dertigledendebat over de oproep bedrijven beter te beschermen tegen overnames).

In dat kader kan ik u melden dat de Minister voor Rechtsbescherming recent de resultaten van de evaluatie van de Wet aanpassing enquêterecht naar uw Kamer heeft gestuurd (Kamerstuk 29 752, nr. 10). Onderdeel van die evaluatie was de in 2013 ingevoerde mogelijkheid voor rechtspersonen (i.c. het bestuur en/of raad van commissarissen) om een enquêteverzoek in te dienen. Bijvoorbeeld in het geval ze acties van aandeelhouders in strijd met het belang van de onderneming achten.

De Minister voor Rechtsbescherming zal later dit jaar inhoudelijk op de evaluatie terugkomen in een brief over de voortgang van de modernisering van het ondernemingsrecht.

Op de toezegging tijdens het debat in de richting van het lid Van den Berg over de opdrachtverlening door Rijkswaterstaat, zal ik op een later moment terugkomen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

Naar boven