29 700
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het stellen van een inburgeringsvereiste bij het toelaten van bepaalde categorieën vreemdelingen (Wet inburgering in het buitenland)

nr. 57
BRIEF VAN DE VOOR WONEN, WIJKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2008

Tijdens de regeling van werkzaamheden van woensdag 18 juni jl. (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 98) heeft uw Kamer mij om informatie verzocht over het stopzetten van subsidies voor de voorinburgeringscursussen bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). met ingang van 1 september 2008. Mede namens de staatssecretaris van Justitie bericht ik u het volgende.

Er zijn over deze kwestie tevens vragen gesteld door de leden de Wit (SP) en Kamp (VVD). De beantwoording van de vragen van de heer de Wit is als bijlage aan deze brief toegevoegd. (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 2766) De beantwoording van de heer Kamp zal ik u zo spoedig mogelijk doen toekomen.

In de persberichten wordt gesuggereerd dat ik de financiering voor deze taallessen bij het COA zou hebben stopgezet of dat ik daarvoor te weinig middelen beschikbaar stel. Hieronder zal ik toelichten dat deze berichten niet juist zijn.

In 2005 is het COA gestart met een pilot ter uitvoering van een pre-inburgeringsprogramma. Het betreft een programma voor personen met een verblijfsvergunning, die in afwachting zijn van hun uitplaatsing naar een gemeente en die zich op vrijwillige basis willen voorbereiden op inburgering. Het COA heeft in deze pilot een programma-aanbod ontwikkeld, specifiek voor vergunninghouders in de centrale opvang. Taalonderwijs (NT2) is een onderdeel van dit programma.

Op basis van de positieve ervaringen met de pilot heeft mijn ambtsvoorganger aan het COA eind 2006 opdracht verstrekt voor het aanbieden van een reguliere voorziening aan vergunninghouders in de centrale opvang die inburgeringsplichtig zijn. De opdrachtverstrekking ziet erop toe dat het COA ernaar dient te streven de vergunninghouders naar het taalniveau A1-min te begeleiden en hen enige kennis van de Nederlandse samenleving bij te brengen. Met de opdrachtverstrekking is aan het COA financiering ter beschikking gesteld voor de jaren 2007 en 2008 om het vereiste opleidingsniveau aan te kunnen bieden.

Het COA is met de uitvoering van het ontwikkelde inburgeringsprogramma van start gegaan en heeft daartoe het taalonderwijs ingekocht bij regionale opleidingencentra. Het COA is vrij om te bepalen welke opleidingsinstituten het voor de dienstverlening bij deze voorziening wil inhuren en derhalve ook om contracten op te zeggen, mits aan de door mij verstrekte opdracht wordt voldaan. Het COA heeft dit toegezegd.

Het is dus niet zo dat er geen middelen mijner zijds beschikbaar worden gesteld voor dit programma.

De keuze om dit basisprogramma op A1min niveau aan te bieden is erop gericht om personen die nog in de opvang verblijven op een vergelijkbaar niveau te brengen als degenen die Nederland binnenkomen als zgn. nieuwkomers via het inburgeringsprogramma in het buitenland.

De rapportages van het COA over de uitvoering van het basisprogramma inburgering op A1min niveau zijn gunstig. Ik zie dan ook geen aanleiding tot wijziging van de toegezegde financiering.

Voorts zie ik op dit moment geen aanleiding tot het doen van aanpassingen in de huidige systematiek.

De minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

C. P. Vogelaar

Naar boven