29 700
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het stellen van een inburgeringsvereiste bij het toelaten van bepaalde categorieën vreemdelingen (Wet inburgering in het buitenland)

nr. 51
MOTIE VAN HET LID FRITSMA

Voorgesteld 7 februari 2008

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de inburgeringstoets in het buitenland veel te gemakkelijk is en dat van migranten verwacht mag worden dat zij vóór hun komst naar Nederland de basis van de Nederlandse taal goed beheersen en een gedegen kennis hebben van de Nederlandse samenleving;

overwegende, dat de inburgeringstoets in het buitenland derhalve fors verzwaard moet worden, waardoor de dure, langdurige en slecht functionerende inburgeringscursussen in Nederland niet meer nodig zijn voor degenen op wie de Wet inburgering in het buitenland van toepassing is;

overwegende, dat hiermee ongemotiveerde migranten eenvoudig de toegang tot Nederland geweigerd kan worden, hetgeen niet gebeurt als zij bijvoorbeeld niet op komen dagen bij de inburgeringscursus in Nederland;

verzoekt de regering er zorg voor te dragen dat de inburgeringstoets in het buitenland zodanig wordt verzwaard dat het niveau vereist wordt dat nu pas na het inburgeringstraject in Nederland wordt beoogd, zodat gestopt kan worden met de inburgeringstrajecten in Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

Fritsma

Naar boven