29 700
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het stellen van een inburgeringsvereiste bij het toelaten van bepaalde categorieën vreemdelingen (Wet inburgering in het buitenland)

nr. 381
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 oktober 2006

Op 15 maart jl. is de Wet Inburgering in het buitenland (Wib) in werking getreden. Ik heb uw Kamer toegezegd dat ik u, een half jaar na invoering van de Wet, zal informeren over de eerste ervaringen met de uitvoering van de Wib. Met deze brief kom ik aan deze toezegging tegemoet. Ook beantwoord ik hiermee het verzoek van uw Kamer van 25 oktober jl, met kenmerk 06-INT-B-024, u te informeren over de stand van zaken van het onderzoek naar de toets.

In deze brief geef ik u een overzicht op basis van de beschikbare informatie over het aantal afgelegde basisexamens tot aan 1 oktober jl. Een uitvoeriger rapportage volgt zodra ik beschik over gedetailleerde gegevens uit de monitor inburgeringsexamens. Ik verwacht dit eind 2006 te kunnen realiseren.

In het debat met uw Kamer heb ik aangegeven dat ik, omwille van een zorgvuldig invoeringsproces, enkele aanvullende maatregelen zal treffen. Tot die maatregelen behoort dat ik een Commissie Monitoring basisexamen inburgering heb ingesteld. Deze Commissie adviseert mij over de identificatie en aanpak van mogelijke knelpunten bij de uitvoering van het basisexamen inburgering. In deze brief zal ik ook ingaan op de bevindingen van de Commissie, die u in de bijlage aantreft.2

Voorts heb ik besloten om nader onderzoek te laten doen naar de kwaliteit van het inburgeringsexamen in het buitenland. Ik heb u eerder dit jaar geïnformeerd over de onderzoeksopdracht die TNO hiervoor heeft gekregen. Thans wordt de dataset die voor het onderzoek geanalyseerd wordt, verwerkt. TNO kan starten met de analyses zodra deze dataset gereed is. Ik verwacht dat de resultaten begin 2007 beschikbaar zullen zijn en zal deze dan aan u melden.

Zolang het onderzoek van TNO loopt en totdat er eventueel aanpassingen aan het automatische scoringssysteem zijn doorgevoerd, worden de examenresultaten van kandidaten die volgens de geautomatiseerde examinering zijn gezakt, herbeoordeeld door een panel van examinatoren. Zorgvuldigheid bij de invoering van deze nieuwe maatregel staat immers voorop.

Basisexamen inburgering in het buitenland: examens en resultaten

Vanaf de inwerkingtreding van de Wib tot aan 1 oktober jl. zijn er wereldwijd 1580 examens afgelegd. In totaal resulteerden 1402 examens in een positief resultaat voor de kandidaat. Dat wil zeggen dat de kandidaat op zowel het onderdeel Nederlandse taal, als op het onderdeel Kennis van de Nederlandse Samenleving voldoende punten behaalde waardoor hij of zij slaagde. Bij 133 examens, oftewel 8,4 procent, heeft de kandidaat het basisexamen niet met goed gevolg afgelegd. Dit kwam doordat men onvoldoende punten behaalde voor het onderdeel Kennis van de Nederlandse Samenleving (40,6%), voor het onderdeel Nederlandse Taal (42,9%) of voor beide onderdelen van het examen zakte (16,5%).

De meeste examens werden afgelegd op de ambassades in landen waar traditioneel de meeste gezinsmigranten vandaan komen, namelijk Turkije (293), Marokko (265) en China (138). In Suriname zijn nauwelijks examens afgelegd (6 in totaal) maar zijn mensen veelal vrijgesteld van de examenplicht omdat aanwezigheid van voldoende kennis van de Nederlandse Taal en Samenleving, door het overleggen van de gevraagde bewijzen kon worden aangetoond.

Voorbereiding op het examen

Ter voorbereiding op het examen is voor kandidaten een oefenpakket beschikbaar gemaakt. In dit pakket zitten onder andere de film «Naar Nederland» en een aantal codes om te oefenen voor de toets Nederlandse Taal. Uit de cijfers blijkt dat er veel interesse is voor dit pakket, in totaal zijn er nu 8858 pakketten gedistribueerd.

Uitvoering van het basisexamen

De invoering van het basisexamen heeft voor de meeste Nederlandse ambassades en consulaten-generaal tot een uitbreiding van hun taken geleid. Ik deel het beeld van de Commissie dat de meeste posten zijn geslaagd in het op zich nemen van deze nieuwe taak. De gezamenlijke verantwoordelijkheid van de Minister van Buitenlandse Zaken en mij voor de uitvoering van de Wib, krijgt daarmee ook concreet vorm.

Op de 134 posten waar het examen afgelegd kan worden is een examenopstelling gecreëerd waar men het examen, dat gebaseerd is op spraaktechnologie, kan afnemen. Deze nieuw ontwikkelde spraaktechnologie heeft ook de bijzondere belangstelling van de Commissie gekregen. Mede vanwege de menselijke herbeoordeling, bijvoorbeeld in gevallen waar de automatische scoring niet mogelijk bleek, kon in ruim 97 procent van de examens een uitslag gegeven worden. Bij de overige heeft de kandidaat een gratis nieuw examen mogen afleggen en daarna een uitslag gekregen. Met de Minister van Buitenlandse Zaken werk ik aan een verdere optimalisering van de uitvoering van het basisexamen inburgering in het buitenland. Daarbij wordt gewerkt aan verdere verbetering van de examencondities op de posten. Tevens wordt onderzocht hoe de spraaktechnologie nog beter kan worden ingesteld op de huidige praktijk.

Effecten van de invoering van het basisexamen

De Commissie wijst op de mogelijke effecten van de invoering van het basisexamen op de migratiestromen naar Nederland en eventueel andere Europese landen. Hierover kunnen, mede gezien de korte periode waarin er ervaringen zijn opgedaan, nog geen significante uitspraken worden gedaan. Migratiestromen naar Nederland, en mogelijke verschuivingen daarbinnen, hebben uiteraard mijn aandacht. In de monitorrapportage wordt hier naar gekeken, alsmede in de evaluatie van de Wet die in 2008 zal starten. Ook zal er in de wetsevaluatie aandacht worden besteed aan de relatie tussen inburgering in het buitenland en de mate van integratie in Nederland. Hiervoor is thans een studie in voorbereiding onder leiding van het WODC.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken,

M. C. F. Verdonk


XNoot
1

Eerder gepubliceerd onder kamerstuknummer 30 308, nr. 118 dat hiermee komt te vervallen.

XNoot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven