29 700
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het stellen van een inburgeringsvereiste bij het toelaten van bepaalde categorieën vreemdelingen (Wet inburgering in het buitenland)

nr. 34
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 20 december 2005

De algemene commissie voor Integratie1 heeft schriftelijk overleg gevoerd met de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie over het examenonderdeel «Kennis van de Nederlandse Samenleving».

De commissie brengt van dit overleg verslag uit door openbaarmaking van de gewisselde stukken.

De voorzitter van de commissie,

Kalsbeek

De griffier van de commissie,

Beuker

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 december 2005

Op 1 december jl. ontving ik het verzoek van de algemene commissie voor Integratiebeleid om de vertrouwelijkheid van de brief d.d. 11 november 2005 (INT 05-182) inzake inburgering in het buitenland op te heffen. Aanvankelijk heb ik verzocht om de bovengenoemde brief vertrouwelijk te behandelen. Dit in verband met het feit dat er in de brief over de strafbaarheid van het bezit van enkele beelden in het examenprogramma Kennis van de Nederlandse Samenleving in individuele landen wordt gesproken.

Uit het verzoek van uw commissie begrijp ik dat u de openbaarheid van de betreffende informatie van hoog belang vindt. Nu u dat belang heeft aangegeven, heb ik mijn eerdere verzoek aan u heroverwogen en wil ik tegemoet komen aan uw verzoek om de vertrouwelijkheid op te heffen.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk

Aan de minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie

Den Haag, 1 december 2005

In haar procedurevergadering van 30 november 2005 heeft de algemene commissie voor Integratiebeleid besloten u te verzoeken om de vertrouwelijkheid van uw brief d.d. 11 november 2005 (INT 05-182) inzake inburgering in het buitenland op te heffen. Indien u geen gehoor aan dit verzoek wilt geven, kunt u dan uiteenzetten op basis van welke argumenten u daartoe heeft besloten.

De griffier van de algemene commissie voor het Integratiebeleid,

Beuker

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 november 2005

Voor het basisexamen inburgering in het buitenland heb ik een examenprogramma ten behoeve van het examenonderdeel «Kennis van de Nederlandse Samenleving» laten maken. Onderdeel van dit programma is een film waarmee waarmee potentiële nieuwkomers zich voor kunnen bereiden op hun komst naar Nederland. Thema’s in deze film zijn: geografie, vervoer en wonen in Nederland, geschiedenis, staatsinrichting, politiek en wetgeving, de Nederlandse taal en het belang van het leren ervan, opvoeding en onderwijs, gezondheidszorg, werk en inkomen.

In deze film zijn beelden opgenomen, die getuigen van de in Nederland vrijmoedige omgang met seksualiteit. Ik heb uw Kamer eerder toegezegd een inventarisatie van de landen waar deze beelden mogelijk tot gevolgen voor de kijker of bezitter van de film kunnen leiden, toe te zenden.

Ik verzoek u uw Kamer deze informatie, wegens de gevoeligheid van de informatie, vertrouwelijk ter inzage te geven.

Door tussenkomst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken heb ik alle 138 buitenlandse posten gevraagd om aan te geven of de beelden tot juridische gevolgen voor personen kunnen leiden in het land van vestiging.

Uit deze inventarisatie blijkt dat dergelijke beelden op wettelijke verboden stuiten in 28 landen (Verenigde Arabische Emiraten, Ghana, Eritrea, Mali, Thailand, Libanon, Sri Lanka, Senegal, Syrië, Bangladesh, Pakistan, Indonesië, Afghanistan, Oeganda, Soedan, Koeweit, Maleisië, Zambia, Nicaragua, India, Oman, Marokko, Saoedi-Arabië, Jemen, Singapore, Iran, Libië en Tunesië) hetgeen kan leiden tot strafvervolging van kijkers en/of tot inbeslagname van videobanden die per post vanuit Nederland naar deze landen worden verzonden.

Daarnaast heeft de Minister van Buitenlandse Zaken aangegeven risico’s te zien voor het (lokale) personeel op de posten. Ook zij zouden het slachtoffer kunnen worden van strafvervolging als zij betrokken zijn bij het verspreiden of vertonen van een film met dergelijke beelden. Om te voorkomen dat kandidaten en ambassadepersoneel gedwongen dit risico lopen, heb ik ook een film laten maken waarin de hierboven beschreven beelden niet zijn opgenomen. Dit laat onverlet dat de onderwerpen waar eerdergenoemde beelden betrekking op hebben, zoals bijvoorbeeld homoseksualiteit, wel in de film behandeld worden en ook aan de orde komen in het examen.

De examenkandidaat is vrij welke versie van de film hij of zijn aanschaft en op welke locatie de film bekeken wordt, waarbij helaas geen gelegenheid geboden kan worden om de film met alle beelden op de ambassades te bekijken wegens het risico dat het ambassadepersoneel kan lopen.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk


XNoot
1

Samenstelling:

Leden: De Vries (PvdA), Kalsbeek (PvdA), Voorzitter, Vos (GL), Hofstra (VVD), Lambrechts (D66), Hamer (PvdA), Arib (PvdA), Bussemaker (PvdA), Kant (SP), Wilders (Groep Wilders), Örgü (VVD), Balemans (VVD), Dijsselbloem (PvdA), Çörüz (CDA), Ondervoorzitter, Depla (PvdA), Vergeer (SP), Lazrak (Groep Lazrak), Ferrier (CDA), Huizinga-Heringa (CU), Van Haersma Buma (CDA), Sterk (CDA), Varela (LPF), Algra (CDA), Eski (CDA), Nawijn (Groep Nawijn), Hirsi Ali (VVD), Visser (VVD), Azough (GL) en Jonker (CDA).

Plv. leden: Stuurman (PvdA), Tjon-A-Ten (PvdA), Van Gent (GL), Luchtenveld (VVD), Dittrich (D66), Leerdam, MFA (PvdA), Wolfsen (PvdA), Van Heemst (PvdA), Gerkens (SP), Van Miltenburg (VVD), Van der Sande (VVD), Albayrak (PvdA), Koopmans (CDA), Eijsink (PvdA), Van Velzen (SP), De Vries (CDA), Van der Staaij (SGP), Mastwijk (CDA), Van Bochove (CDA), Kraneveldt (LPF), Van de Camp (CDA), Rambocus (CDA), Eerdmans (LPF), Blok (VVD), Weekers (VVD), Halsema (GL) en Vacature (algemeen).

Naar boven