29 700
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het stellen van een inburgeringsvereiste bij het toelaten van bepaalde categorieën vreemdelingen (Wet inburgering in het buitenland)

nr. 28
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 mei 2005

Mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken stuur ik bijgaand de rapportage van de pilots die ten behoeve van de invoering van de Wet Inburgering Buitenland door het ministerie van Buitenlandse Zaken zijn uitgevoerd.1

Het doel van deze pilots was om de uitvoering van het afnemen van het basisexamen inburgering op de posten in de praktijk integraal te toetsen. In het bijzonder is gekeken naar de examenruimte, de apparatuur en de werkinstructies die zijn opgesteld om de postmedewerkers te instrueren. In de periode van 15 februari tot en met 11 maart 2005 hebben de pilots op de ambassades in Accra, Ankara en Peking plaatsgevonden

De pilots hebben aangetoond dat de gekozen examenopstelling in de praktijk werkt. De aanbevelingen uit onderliggend rapport zijn of zullen nog worden opgenomen bij de uitrol van de apparatuur om de implementatie van de Wet Inburgering Buitenland te optimaliseren. Mede op basis van de gegevens uit de pilots zie ik de uitrol van het examensysteem met vertrouwen tegemoet.

De pilots waren er niet op gericht om het telefonisch examensysteem zelf te valideren. Hiervoor is thans nog een wetenschappelijk onderzoek in uitvoering. Ik verwacht de resultaten daarvan eind mei te ontvangen. Een onafhankelijke resonansgroep zal daarover haar oordeel moeten uitspreken. Ik verwacht het verslag voorzien van het commentaar van de leden van de resonansgroep begin juni aan uw Kamer te kunnen sturen.

De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie,

M. C. F. Verdonk


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven