29 700
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het stellen van een inburgeringsvereiste bij het toelaten van bepaalde categorieën vreemdelingen (Wet inburgering in het buitenland)

nr. 24
MOTIE VAN HET LID VAN DER STAAIJ

Voorgesteld 22 maart 2005

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende, dat in absolute aantallen reguliere Turkse migranten de belangrijkste doelgroep zijn van de Wet inburgering in het buitenland;

constaterende, dat aan Turkije de status van kandidaat-lidstaat van de EU is toegekend en Turkije uit dien hoofde over een aantal jaren mogelijk zal toetreden tot de EU;

constaterende, dat na Turkse toetreding tot de EU zonder nadere afspraken het inburgeringsvereiste alsdan niet meer gesteld zal kunnen worden aan Turkse migranten;

van mening, dat de Wet inburgering in het buitenland er terecht van uitgaat dat het wenselijk is dat Turkse migranten een begin maken met inburgering in hun eigen land;

verzoekt het kabinet om zich ervoor in te zetten dat ook ná toetreding van Turkije tot de EU het vereiste van inburgering in het buitenland aan Turkse reguliere migranten gesteld kan blijven worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Staaij

Naar boven