nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID AZOUGH C.S. TER VERVANGING VAN DAT
GEDRUKT ONDER NR. 91
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
I
De aanhef wordt vervangen door:
Artikel 16 van de Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan het eerste lid wordt onder vervanging van de punt in onderdeel g door
een punt komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:.
II
Toegevoegd wordt een onderdeel, luidende:
B
Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene
maatregel van bestuur betreffende de grond, bedoeld in het eerste lid, onder
h, kan worden gedaan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der
Staten-Generaal is overgelegd, tenzij binnen die termijn door of namens een
der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden
van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de
algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt
een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.
Toelichting
De regels omtrent het niveau en de wijze van examinering worden in lagere
regelgeving vastgelegd (vreemdelingenbesluit). Deze nadere invulling zal het
migratiebeleid van Nederland in zeer hoge mate kunnen beïnvloeden. Een
hoog vereist niveau zal bijvoorbeeld ons land feitelijk op slot doen voor
nieuwkomers met de inburgeringsplicht.
Om deze reden dient de Kamer maximaal betrokken te blijven bij deze gedelegeerde
wetgeving. Dit amendement stelt de gangbare zware voorhangprocedure voor.
Azough
Dijsselbloem
Vergeer