29 700
Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 in verband met het stellen van een inburgeringsvereiste bij het toelaten van bepaalde categorieën vreemdelingen (Wet inburgering in het buitenland)

nr. 14
AMENDEMENT VAN HET LID AZOUGH C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 91

Ontvangen 16 maart 2005

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

De aanhef wordt vervangen door:

Artikel 16 van de Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan het eerste lid wordt onder vervanging van de punt in onderdeel g door een punt komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:.

II

Toegevoegd wordt een onderdeel, luidende:

B

Aan het artikel wordt een lid toegevoegd, luidende:

3. De voordracht voor een krachtens het tweede lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur betreffende de grond, bedoeld in het eerste lid, onder h, kan worden gedaan vier weken nadat het ontwerp aan de beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend.

Toelichting

De regels omtrent het niveau en de wijze van examinering worden in lagere regelgeving vastgelegd (vreemdelingenbesluit). Deze nadere invulling zal het migratiebeleid van Nederland in zeer hoge mate kunnen beïnvloeden. Een hoog vereist niveau zal bijvoorbeeld ons land feitelijk op slot doen voor nieuwkomers met de inburgeringsplicht.

Om deze reden dient de Kamer maximaal betrokken te blijven bij deze gedelegeerde wetgeving. Dit amendement stelt de gangbare zware voorhangprocedure voor.

Azough

Dijsselbloem

Vergeer


XNoot
1

Vervanging in verband met wijziging in de ondertekening.

Naar boven