29 697
Gebiedsgerichte economische perspectieven en Interdepartementaal beleidsonderzoek Regionaal Economisch Beleid

nr. 4
MOTIE VAN HET LID SNIJDER-HAZELHOFF C.S.

Voorgesteld 5 oktober 2004

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat:

– gebiedsgericht economisch beleid tot dusverre steeds gericht is geweest op enerzijds het maximaliseren van bijdragen van alle regio's aan de economische groei en anderzijds op een evenwichtige ontwikkeling van de regio's onderling;

– Noord-Nederland in dat beleid met behulp van het vigerende EU-structuurbeleid de afgelopen jaren een goede inzet heeft gepleegd;

– er thans nog geen duidelijkheid is over de toekomst van de structuurfondsen in Europa;

is van mening, dat:

– gebiedsgericht economisch beleid ten doel moet hebben het maximaliseren van de bijdragen van alle regio's aan economische groei;

– de nettobetalingspositie van Nederland een grote rol speelt;

– de discussie over de toekomst van de economische structuurfondsen een optimaal gebruik daarvan niet in de weg mag staan;

– er dus wel in een vroegtijdig stadium rekening dient te worden gehouden met het inspelen op de eventuele uitkomst van de EU-discussie;

– er door het achterwege laten van beleidsinspanningen er geld in Brussel kan blijven liggen;

– Noord-Nederland ook bij toekomstig beleid een rol zou kunnen vervullen;

verzoekt de regering:

– zo snel mogelijk te bezien welke maatregelen, inclusief de benodigde cofinanciering en programma's dienen te worden voorbereid;

– daarbij Noord-Nederland evenals de andere regio's te betrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Snijder-Hazelhoff

Van Dijk

Bakker

Naar boven