Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 september 2022
Met deze brief informeer ik u, mede namens de Minister voor Langdurige Zorg en Sport,
over de tussentijdse aanpassing van de gereguleerde tarieven, budgetten en vergoedingsbedragen
die de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft vastgesteld voor 2023 voor de Wet langdurige
zorg (Wlz) en de Zorgverzekeringswet (Zvw).
De NZa stelt jaarlijks de (maximum)tarieven vast in het voorjaar, zodat zorgaanbieders
en zorginkopers deze tijdig kennen met het oog op hun contractonderhandelingen voor
het aankomende jaar. In de tarieven voor 2023 die de NZa eerder heeft vastgesteld,
is rekening gehouden met de loon- en prijsontwikkeling die het Centraal Planbureau
(CPB) voorzag in het Centraal Economisch Plan (CEP) in maart jl. Sinds dat moment
zijn de lonen en prijzen fors aangepast en derhalve ook de ramingen. VWS houdt in
de uitgavenramingen voor 2023 van de Wlz en de Zvw, maar ook bij de vaststelling van
het Wlz-kader en het macroprestatiebedrag voor de Zvw rekening met de door het CPB
geraamde lonen en prijzen in de Macro Economische Verkenning van september 2022 (MEV
2023) (bijlage bij Kamerstuk 36 200, nr. 2). Om deze wijziging ook te vertalen naar de Wlz en de Zvw is de NZa gevraagd de hogere
ramingen alsnog tussentijds in de tarieven te verwerken.
Normaliter verschillen de geraamde lonen en prijzen tussen maart (CEP) en september
(MEV) niet in de mate waarin dat nu het geval is. Vanwege deze uitzonderlijke situatie
en het feit dat de uitgavenramingen voor de Wlz en de Zvw worden bijgesteld met de
loon- en prijsontwikkeling op basis van de MEV 2023, heb ik de NZa verzocht om voor
de Wlz en de Zvw tussentijds alle (gereguleerde) budgetten, vergoedingsbedragen en
tarieven voor 2023 aan te passen aan de geraamde lonen en prijzen op basis van de
MEV 2023. Deze verhoging is mogelijk binnen de budgettaire ruimte op grond van de
reguliere systematiek van loon- en prijsindexatie van de uitgavenramingen voor de
Wlz en de Zvw.
De aldus aan te passen (maximum)tarieven in de Wlz en de Zvw maken het mogelijk dat
de vergoeding voor hogere prijzen en de hogere overheidsbijdrage in de arbeidskostenontwikkeling
(ova) in 2023 bij aanbieders terecht kan komen.
Ook de tarieven voor pgb in de Wlz en de Zvw worden geactualiseerd op basis van de
ramingen in de MEV via wijzigingen van de Regeling langdurige zorg resp. de Regeling
zorgverzekering.
Door de tarieven voor 2023 tussentijds te verhogen op basis van de MEV wordt voorkomen
dat zorgaanbieders en de budgethouders in de Wlz en de Zvw pas vanaf 2024 worden gecompenseerd
voor de thans voorziene stijging van lonen en prijzen in 2022 en 2023. Dit vraagt
van zorginkopers in de Wlz en de Zvw dat zij de hogere budgettaire ruimte ook doorvertalen
naar hogere tarieven bij de zorginkoop.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers