Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 29684 nr. 206 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 29684 nr. 206 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 juli 2020
De afgelopen jaren hebben Rijk en regio intensief samengewerkt om te komen tot een zorgvuldige en gecoördineerde aanpak met als doel een betere bescherming van de Waddenzee. Met de Verzamelbrief Wadden van 20 juni 2019 (Kamerstuk 29 684, nr. 185) bent u geïnformeerd over de wijze waarop hier invulling aan wordt gegeven. Met de Waterbrief van 15 juni 2020 (Kamerstuk 27 625, nr. 503) bent u kort geïnformeerd over de voortgang. Met deze brief willen wij uw Kamer informeren over de ontwerp-Agenda voor het Waddengebied 2050 (hierna: ontwerp-Agenda).
Ontwerp-Agenda voor het Waddengebied
Vrijwel iedereen in Nederland heeft wel een persoonlijke band met het Waddengebied, als bewoner of bezoeker van het gebied. De geschiedenis van het gebied, de landschappelijke en natuurlijke waarden waardoor de Waddenzee UNESCO Werelderfgoed is en een aantrekkelijk recreatiegebied, de betekenis voor de Nederlandse scheepvaart: het Waddengebied is een heel belangrijk deel van Nederland. Deze betrokkenheid hebben wij de afgelopen jaren ook mogen ervaren bij het opstellen van een gezamenlijk richtinggevend en integraal perspectief op de ontwikkeling van het Waddengebied. Want in de schoonheid schuilt ook een grote kwetsbaarheid. Klimaatverandering, een stijgende zeespiegel, de energietransitie, demografische en technologische ontwikkelingen hebben invloed op de ontwikkeling van het Waddengebied. Er staan veel belangen op het spel. Voor de eilandbewoners, de recreanten, de vissers, de ondernemers, de dieren in de zee en inwoners op het vasteland achter de dijk. Vele – soms tegenstrijdige – belangen, die allemaal bij elkaar komen. Dat was ook onderwerp van gesprek tijdens diverse bijeenkomsten over de toekomst van het Waddengebied.
Met gepaste trots willen wij uw Kamer de ontwerp-Agenda aanbieden1. De ontwerp-Agenda is opgesteld in samenwerking met de provincies, gemeenten, waterschappen, natuurorganisaties en het bedrijfsleven in het Waddengebied. Omdat we beseffen dat de bescherming van de Waddenzee en de verwezenlijking van onze natuurambities alleen optimaal mogelijk zijn als deze worden bezien in de context van daarmee samenhangende gebiedsopgaves, is gekozen voor de ontwikkeling van een integrale gebiedsagenda voor het Waddengebied2 als geheel. Het gaat hierbij om de verbinding met opgaven ten aanzien van onder meer bereikbaarheid, cultuur-historisch erfgoed, economie, klimaat en energietransitie.
De hoofddoelstelling voor de Waddenzee, «een duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het unieke open landschap», is en blijft het rijksbeleid. Het leidende principe bij ingrepen of handelingen in de Waddenzee is dat we uitgaan van een duurzame bescherming en zo natuurlijk mogelijke ontwikkeling van de Waddenzee. De doelstellingen voor het Waddengebied zijn ook afgestemd op de hoofddoelstelling voor de Waddenzee.
De Agenda moet worden gezien als een beleidskader dat zelfbindend is voor de organisaties, overheden en andere betrokken organisaties, die de Agenda via een instemmingsverklaring onderschrijven. Deze «zelfbinding» komt tot uiting in de doorwerking naar relevante beleidsvisies, uitvoeringsprogramma’s en /of beheer van de betrokken organisaties. De Agenda is ook agenderend; ontwikkelingen en opgaven zijn vertaald in uitvoeringsstrategieën die verder worden uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma Waddengebied 2021–2026 (hierna: Uitvoeringsprogramma). Het Uitvoeringsprogramma biedt de betrokken partijen de mogelijkheid om op basis van de uitvoeringsstrategieën gezamenlijk nieuw beleid te implementeren, maatregelen te nemen, beheer uit te voeren en te investeren in het Waddengebied. Het Uitvoeringsprogramma is een belangrijke stap in de voortzetting van de samenwerking en vormt tevens voor het Bestuurlijk Overleg (BO) Waddengebied de eerste stap naar het realiseren van de Agenda. Het Uitvoeringsprogramma wordt de komende periode samen met alle organisaties verder uitgewerkt. Het concept Uitvoeringsprogramma wordt voor advies voorgelegd aan het Omgevingsberaad Waddengebied (hierna: Omgevingsberaad). Het streven is om het eerste Uitvoeringsprogramma uiterlijk een jaar na het definitief vaststellen van de Agenda gereed te hebben, mede op basis van advies van het Omgevingsberaad.
Motie De Vries
Met de Agenda wordt ook invulling gegeven aan de motie van het lid Aukje de Vries c.s. (Kamerstuk 29 684, nr. 198) waarin de regering wordt verzocht de bereikbaarheid van de Waddeneilanden en Waddenhavens in beleidsstukken aan te merken als van maatschappelijk en economisch belang. In de Agenda wordt onderkend dat bereikbaarheid van groot belang is voor de economie en de leefbaarheid. Verder wordt uitgelegd wat de uitgangspunten zijn voor de baggerinspanningen van het Rijk, en hoe we gezamenlijk toekomstige ontwikkelingen bestuderen en waar mogelijk kansen creëren voor innovatieve oplossingen.
Advies Omgevingsberaad Waddengebied
Conform de nieuwe governance structuur is het Omgevingsberaad gevraagd te adviseren over de Ontwerp-Agenda. Het Omgevingsberaad heeft positief geadviseerd over de ontwerp-Agenda met enkele aandachtspunten, met als belangrijkste het garanderen van de bereikbaarheid van havens en eilanden, en de vraag om aandacht voor de manier waarop partijen zoeken naar balans tussen medegebruik en hoofddoelstelling natuur3. Naar aanleiding van het advies is de ontwerp-Agenda aangepast en aangescherpt. Het Omgevingsberaad heeft aangegeven de Agenda ook als zijn agenda te beschouwen en wil deze gebruiken voor agendering van zijn adviezen en werkzaamheden. Het concept Uitvoeringsprogramma wordt ook voor advies voorgelegd aan het Omgevingsberaad.
Consultatie
De Ontwerp-Agenda is het resultaat van vele gesprekken in het gebied en tussen de overheden. Dit proces wordt nu afgerond met een formele consultatie waarin burgers en organisaties een reactie kunnen geven op de ontwerp-Agenda. Onderdeel van dit traject is een internetconsultatie welke loopt van 10 juli tot en met 14 september 2020. Het doel hiervan is om een brede groep geïnteresseerden de mogelijkheid te geven op de ontwerp-Agenda te reageren. Hiermee wordt invulling gegeven aan het Verdrag van Aarhus4 zoals toegezegd tijdens het Algemeen Overleg Wadden van 26 juni 2019. Eind dit jaar – tijdens de Toogdag Waddengebied 2020 – hopen wij met alle betrokken partijen de Agenda definitief te kunnen vaststellen middels de ondertekening van een gezamenlijke instemmingsverklaring en uw Kamer hierover te informeren.
Waddenfonds
De afgelopen periode is er intensief contact geweest met de fondsbeheerders van het Provinciefonds en de Waddenprovincies over het aanpassen van de uitkeringsvorm van het Waddenfonds5. Zoals aangegeven in reactie op Kamervragen6 van de leden Wassenberg en De Groot is het uitgangspunt hierbij om niets te veranderen aan de situatie die met het Bestuursakkoord Decentralisatie Waddenfonds (Bestuursakkoord) van 14 september 2011 is gecreëerd. De besteding van de middelen van het Waddenfonds is en blijft een autonome taak van de Waddenprovincies.
Gebleken is dat de decentralisatie-uitkering kan blijven bestaan, mits het Rijk het Bestuursakkoord op bepaalde onderdelen aanpast en deze aanpassingen vervolgens ook vastlegt. Het voorstel is om in plaats van het overdragen van de middelen aan de provincie Fryslân in de rol als penvoeder, dit te laten verlopen via een decentralisatie-uitkering aan de provincie Noord-Holland, de provincie Fryslân en de provincie Groningen afzonderlijk. De aanpassingen zullen worden vastgelegd in een addendum op het Bestuursakkoord. De provincies hebben aangegeven hun onderlinge afspraken in overeenstemming te willen brengen met de gewijzigde uitkeringsvorm. Bij de besteding van de middelen van het Waddenfonds wordt uitgegaan van een ongedeeld Waddengebied. Het streven is om het addendum komend najaar te ondertekenen.
Rijk en regio investeren gezamenlijk in het Waddengebied en blijven dat de komende jaren ook doen. Het Waddenfonds is een belangrijk middel om samen te investeren in natuur en duurzame economische ontwikkeling. We hebben er vertrouwen in dat we langs de route die de Agenda aangeeft samen verder kunnen werken aan een veilig, vitaal, veerkrachtig en bovenal mooi Waddengebied. We zullen met elkaar in gesprek moeten blijven over de exacte invulling. De ontwerp-Agenda vormt wat dat betreft niet het slotstuk, maar juist het begin van een intensieve samenwerking met, naar wij hopen, alle partijen in het Waddengebied.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Zie ook de Kamerbrief van 6 juni 2017 (Kamerstuk 29 684, nr. 152) en de Kamerbrief van 20 juni 2019 (Kamerstuk 29 684, nr. 185).
Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden, in werking sinds 2001.
Per brief van 6 september 2019 (Kamerstuk 35 000 B, nr. 13) heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) de Tweede Kamer geïnformeerd over het proces rond de beoordeling van de decentralisatie-uitkeringen. Dit naar aanleiding van een rapport van de Algemene Rekenkamer («Resultaten verantwoordings-onderzoek 2018 Ministerie van BZK», mei 2019 (Kamerstuk 35 200 VII, nr. 2).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29684-206.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.