29 683 Dierziektebeleid

Nr. 102 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 juni 2011

Op een pluimveebedrijf in Creil in de Noordoostpolder is op 24 juni 2011 een uitbraak van vogelgriep H7N7 (Aviaire Influenza, AI) geconstateerd. Het gaat het om een laag pathogene (milde) variant.

Het betreft een pluimveebedrijf met twee stallen, met in totaal ongeveer 47 000 stuks pluimvee. Eén van de stallen heeft vrije uitloop. In de directe omgeving (met straal van 3 km) bevinden zich vijf andere pluimveebedrijven.

Met deze brief informeer ik u over de besmetting en de maatregelen die zijn getroffen.

Vogelgriep

Vogelgriep is een ziekte bij vogels en pluimvee. Hoog pathogene AI (HPAI) is de meest ernstige vorm en gaat gepaard met grote sterfte onder pluimvee en verspreidt zich zeer snel. Daarnaast kan HPAI een risico voor de volksgezondheid zijn en heeft het grote economische gevolgen voor de pluimveesector. HPAI is daarom bestrijdingsplichting in de EU-regelgeving. Laag pathogene AI (LPAI) is een mildere vorm met meestal slechts geringe ziekteverschijnselen. Omdat LPAI H5 en LPAI H7 in pluimvee kunnen muteren naar een hoog pathogene variant zijn deze eveneens bestrijdingsplichtig gemaakt.

In 2011 zijn er twee eerdere uitbraken geweest van laag pathogene vogelgriep: maart 2011 (Schore, LPAI H7N1) en mei 2011 (Kootwijkerbroek, LPAI H7N7). Daarnaast zijn recentelijk in Duitsland diverse bedrijven besmet verklaard met LPAI H7N7.

In Nederland wordt standaard gemonitord op vogelgriep (AI) en geldt een meldplicht bij een verdenking van vogelgriep. Daarnaast kan een dierenarts, wanneer er verschijnselen zijn waarbij AI niet uitgesloten kan worden, kosteloos monsters insturen voor AI-uitsluitingsdiagnostiek.

Detectie via early warning

In de stal met vrije uitloop was sprake van lichte klinische problemen (legproductiedaling) onder het pluimvee. Daarom zijn op 22 juni 2011 enkele hennen voor nader onderzoek naar de Gezondheidsdienst voor Dieren in Deventer gezonden. Deze heeft om AI uit te sluiten monsters doorgestuurd naar het Centraal Veterinair Instituut (CVI), welke positief bleken voor AI H7. De nVWA heeft daarop het bedrijf bezocht, officiële monsters genomen en op 24 juni is bevestigd dat het bedrijf besmet is met LPAI H7.

Maatregelen besmette bedrijf, beperkingsgebied en screening

Aviaire influenza H7, zowel de milde als hoog pathogene variant, zijn bestrijdingsplichtig. Alle kippen op het bedrijf zijn daarom op 24 juni geruimd. Bij een besmetting met LPAI H7 moet minimaal een beperkingsgebied van één kilometer ingesteld worden rondom het besmette bedrijf.

Het bedrijf ligt in een pluimvee-arm gebied, maar gelet op de uitbraken eerder dit jaar en de uitbraken in Duitsland is besloten het zekere voor het onzekere te nemen en een beperkingsgebied van drie kilometer in te stellen.

Binnen dit beperkingsgebied zijn maatregelen van kracht geworden. In het beperkingsgebied bevinden zich 5 andere pluimveebedrijven. Om te onderzoeken of het virus zich verder heeft verspreid zullen op deze bedrijven door de nVWA monsters worden genomen.

Maatregelen beperkingsgebied

Elk vervoer van pluimvee en in gevangenschap gehouden levende vogels in het beperkingsgebied is verboden. Voor bedrijven waar commercieel pluimvee wordt gehouden is de aan- en afvoer van eieren, gedomesticeerde zoogdieren (huisdieren uitgezonderd), gebruikt strooisel en mest verboden. Daarnaast gelden voor alle bedrijven in het gebied waar pluimvee aanwezig is extra bioveiligheidsmaatregelen, waaronder een ophokplicht.

Het vervoersverbod gaat vergezeld van een mogelijkheid tot ontheffing, zodat eventuele welzijnsproblemen of bedrijfseconomische schades als gevolg van de beperkingen zoveel mogelijk worden voorkomen. Aan een ontheffing kunnen wel voorwaarden worden verbonden.

Vervolg

Afhankelijk van de uitslagen van de screening van de bedrijven in het beperkingsgebied zal besloten worden de maatregelen uit te breiden of te versoepelen. Wanneer de uitbraak bij dit bedrijf blijft, kan het beperkingsgebied over drie weken weer opgeheven worden.

Wel kan het beperkingsgebied in dat geval tussentijds verkleind worden of kunnen maatregelen worden versoepeld.

Laagpathogene AI-virussen komen vrij algemeen voor in wilde vogelpopulaties. De laatste besmettingen van gehouden dieren met AI vonden plaats op bedrijven met een vrije uitloop.

Daarom heb ik in mijn brief van 13 mei 2011 (TK 29 683, nr. 72) reeds aangekondigd onderzoek te willen doen naar de aard van het verband tussen vrije uitloop en het risico op AI-besmetting. Ook deze keer betreft het weer een bedrijf met vrije uitloop. Er lopen onderzoeken die kijken naar de mate van verwantschap tussen de types vogelgriep gevonden in wilde vogels en die op pluimveebedrijven.

Het CVI zal een overzicht maken van deze resultaten en die van ander internationaal gepubliceerd onderzoek over dit onderwerp. Op basis hiervan zal ik overleggen met het CVI en de sector over risicovermindering en eventueel benodigd verder onderzoek. Tegelijkertijd ben ik met de sector in gesprek om te kijken naar mogelijke bedrijfsmaatregelen die nu al genomen kunnen worden om het risico op insleep vanuit wilde vogels te verkleinen.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Naar boven