29 675 Zee- en kustvisserij

Nr. 164 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 november 2013

Met de nota «Beleid Mosselzaadinvanginstallaties (MZI’s): periode 2010 t/m 2013» wordt het beleid beschreven voor MZI’s voor de jaren 2010 tot en met 2013 (Kamerstuk 29 675, nr. 84). Dit beleid komt voort uit het schelpdiervisserijbeleid 2005–2020 «Ruimte voor een zilte oogst» (Kamerstuk 29 675, nr. 3), dat als doel heeft de schelpdiervisserij duurzamer te maken.

De MZI’s zijn op dit moment het belangrijkste alternatief voor het verkrijgen van mosselzaad ter compensatie van de stapsgewijze sluiting van de bodemvisserij. Met de eerstgenoemde nota zijn onder meer diverse locaties aangewezen, waar MZI’s kunnen worden geplaatst. Tevens wordt beschreven op welke wijze en onder welke randvoorwaarden de opschaling van MZI’s kan plaatsvinden.

Het onderhavige MZI-beleid zou in de loop van 2013 worden geëvalueerd, waarbij de resultaten hiervan zouden worden gebruikt voor het vervolgbeleid vanaf 2014. De geplande evaluatie is weliswaar opgestart, maar de afronding hiervan heeft nog niet kunnen plaatsvinden. De volgende oorzaken liggen hieraan ten grondslag:

  • Het «Convenant Transitie Mosselsector en Natuurherstel Waddenzee» (Kamerstuk 29 675, nr. 50) wordt thans geëvalueerd. Deze evaluatie, die naar verwachting invloed zal hebben op het MZI-beleid, is echter pas eind 2013/begin 2014 gereed (Kamerstuk 29 675, nr. 149).

  • Het IMARES-onderzoek naar de draagkracht in de onderscheidende kustwateren is nog niet volledig afgerond.

  • De Raad van State heeft op 21 augustus 2013 een aantal besluiten vernietigd, die gevolgen hebben voor de toewijzing van MZI-gronden aan de zgn. «experimenteerders».

  • De mogelijkheden voor een landschappelijk toetsingskader voor MZI’s, met name in de Waddenzee, worden nog onderzocht.

Gelet op het vorenstaande heb ik besloten het vigerende MZI-beleid voor één jaar te verlengen. Dit houdt onder meer in dat de thans geldende randvoorwaarden voor de MZI’s óók in 2014 van toepassing zullen zijn. Vooruitlopend op de besluitvorming naar aanleiding van de MZI-uitspraken van de Raad van State heb ik in dit verband besloten om de «MZI-experimenteerders« in 2014 dezelfde MZI-locatie aan te bieden, die zij reeds in gebruik hebben gehad in 2013.

De verwachting is dat de evaluatie van het MZI-beleid in de loop van 2014 plaats zal kunnen vinden, waarbij rekening gehouden kan worden met zowel de evaluatie van het «Mosselconvenant» als ook de voornoemde besluitvorming naar aanleiding van de MZI-uitspraken van de Raad van State.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma

Naar boven