29 665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 409 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 mei 2021

Hierbij bied ik u het RIVM-rapport «Analyse gelijkwaardigheidscriteria Schiphol» aan1. Het rapport is opgesteld in opdracht van de ILT in het kader van de voorbereiding van de jaarlijkse Staat van Schiphol. Het rapport is echter na publicatie van de meest recente Staat van Schiphol (februari 2021) opgeleverd.2 Daarom zal het worden betrokken bij de voorbereiding van de publicatie van volgend jaar.

Het rapport beschrijft de achtergronden van de gelijkwaardigheidscriteria (GWC), hoe deze door de tijd heen zijn geactualiseerd en hoe de GWC worden gebruikt bij wijzigingen van het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB). Het rapport gaat in op twee van de tien GWC, die over ernstige hinder en ernstige slaapverstoring.

De GWC, zoals bedoeld in de Wet luchtvaart, zijn de normen die invulling geven aan het beschermingsniveau rondom Schiphol ten aanzien van externe veiligheid, geluidbelasting en lokale luchtverontreiniging. Het beschermingsniveau moet per saldo gelijkwaardig of beter zijn dan het niveau geboden door het eerste LVB uit 2003. Daarmee borgen de GWC een gelijkwaardige omzetting naar opeenvolgende LVB’s. In de Ontwerpwijziging LVB, zoals recent aan uw Kamer is aangeboden3, is het Nieuwe Normen- en Handhavingstelsel Schiphol (NNHS) vastgelegd. Ten grondslag aan de Ontwerpwijziging LVB ligt het MER NNHS, waarin verschillende milieueffecten, waaronder ernstige hinder en ernstige slaapverstoring, in beeld zijn gebracht. Bij het opstellen van het rapport hebben de onderzoekers nog geen rekening kunnen houden met het MER NNHS omdat dit toen nog niet gepubliceerd was.

Het rapport beveelt onder andere aan om zo actueel mogelijke componenten (model voor geluidcontouren, woningbestanden en blootstelling-respons relaties) te gebruiken. Daarnaast beveelt RIVM aan dat er periodiek aandacht moet zijn voor actualisatie van de GWC, zodat het navolgbaar blijft.

Appreciatie

Navolgbare actualisatie

Het beschermingsniveau dat het eerste LVB biedt, uitgedrukt in GWC, is met de destijds beschikbare rekenmodellen berekend. Op latere momenten zijn de GWC meermaals geactualiseerd. Aanleidingen daarvoor waren onder meer een nieuwe methode voor de prognose van het baangebruik, een nieuwe rekenmethode voor geluidbelasting en een actueel woningbestand. Uw Kamer is uiteraard steeds over deze actualisaties geïnformeerd.4

In het To70-rapport «Gelijkwaardige bescherming omgeving Schiphol», dat ik uw Kamer in april 2020 heb gestuurd5, worden op navolgbare wijze de achtereenvolgende actualisaties van de gelijkwaardigheidscriteria in 2007, 2013, 2017 en 2018 beschreven. Een expertgroep met betrokkenheid vanuit de Commissie m.e.r., NLR en PBL, heeft de actualisatie integraal beoordeeld en zich hier positief over uitgesproken.6

Ik onderschrijf dat het altijd verstandig is om periodiek te toetsen of de gegevens die in het beleid worden gehanteerd nog actueel zijn. In EU-regelgeving, en internationale normen is een periode van 5 jaar gebruikelijk om dan de regelgeving/norm te evalueren. De frequentie zou ook afhankelijk moeten zijn van wanneer onderzoeksresultaten beschikbaar komen die bijdragen aan de actualiteit van de componenten. Een goed voorbeeld is de GGD Gezondheidsmonitor. Hierover wordt eens in de vier jaar gerapporteerd.

Opvolging aanbevelingen

Het RIVM-rapport bevat veel aanbevelingen die al zijn of worden meegenomen in de actualisatie van de gelijkwaardigheidscriteria en de wijze waarop het MER NNHS en de Ontwerpwijziging LVB en de Ontwerpwijziging van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol (RMI) tot stand zijn gekomen. De belangrijkste aanbevelingen, die schuingedrukt zijn samengevat, zijn als volgt meegenomen:

  • Hanteer een actueel woningbestand. Voor alle berekeningen wordt gebruik gemaakt van het recente woningbestand 2018 in plaats van het woningbestand 2005. In de Ontwerpwijziging LVB zijn de GWC ook geactualiseerd aan het woningbestand 2018.

  • Hanteer een actuele berekeningsmethode van vliegtuiggeluid. De geluidbelastingen, en daarmee de geluidcontouren, worden bepaald met een berekeningsmethode die wordt beschreven in ECAC Doc29 fourth edition. Deze berekeningsmethode wordt algemeen gezien als een verbetering ten opzichte van het Nederlands Rekenmodel (NRM) om de geluidbelasting rondom Schiphol te bepalen. Het NRM is het rekenvoorschrift in het vigerende RMI. Deze actualisatie is aangeraden door de Commissie m.e.r.

  • Hanteer actuele modellen van vliegtuigoperaties. Voor het vliegverkeer is in het MER NNHS uitgegaan van de situatie uit 2017. In de Ontwerpwijziging LVB is de verplichting voor Schiphol opgenomen om periodiek gegevens aan te leveren over het werkelijke gebruik van de luchthaven. De ILT stelt aan de hand van deze realisatiecijfers vast of het vliegverkeer binnen de daarvoor geldende regels en grenswaarden is afgehandeld.

Eind 2018 heb ik de «Programmatische aanpak meten vliegtuiggeluid» (PAMV) aangekondigd.7 Deze aanpak richt zich op het onderling versterken van de methoden voor het meten en berekenen van vliegtuiggeluid, en op het beter voorspellen van hinder door vliegtuiggeluid. Dit programma is in 2019 van start gegaan met een verkennend onderzoek door een consortium van RIVM, KNMI en NLR. Het consortium publiceerde in december 2019 een adviesrapport met aanbevelingen.8 Ik heb alle aanbevelingen overgenomen. De uitwerking is in 2020 van start gegaan en leidt tot versterking van de rekenmodellen op basis van meetgegevens, meer kennis over hinder en verbeterde informatievoorziening over vliegtuiggeluid.

De aanbevelingen van het RIVM ten aanzien van de actualisatie van de dosis-effect relatie (blootstelling-respons relatie) worden opgepakt binnen de programmatische aanpak en het vervolg van de kabinetsreactie op het advies «Environmental Noise Guidelines for the European Region» van de World Health Organization (WHO) over geluid en gezondheid9. Uw Kamer verzocht om onafhankelijk onderzoek te laten verrichten naar hoe het WHO-rapport zich verhoudt tot de huidige (inter)nationale wet- en regelgeving, en naar de mogelijkheden om het WHO-rapport te gebruiken ter versterking van het (inter)nationaal beleid en de mogelijke gevolgen daarvan voor de Nederlandse situatie. De Staatssecretaris zal uw Kamer informeren over de integrale kabinetsreactie op het WHO rapport. Vanuit de PAMV verwacht ik eind dit jaar een analyse van het RIVM over de resultaten van de GGD Gezondheidsmonitor 2020.10 Onderdeel van deze analyse is een actuele dosis-effect relatie voor de regio rond Schiphol. Uiteraard zal ik uw Kamer informeren over mogelijke gevolgen hiervan voor het Schipholbeleid.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 29 665, nr. 404

X Noot
3

Kamerstuk 29 665, nr. 399

X Noot
4

Kamerstuk 29 665, nr. 46; Kamerstuk 29 665, nr. 80; Kamerstuk 29 665, nr. 331

X Noot
5

Kamerstuk 29 665, nr. 385

X Noot
6

Kamerstuk 29 665, nr. 355

X Noot
7

Kamerstuk 31 936, nr. 518

X Noot
8

Kamerstuk 31 936, nr. 711

X Noot
9

Kamerstuk 29 383, nr. 343

X Noot
10

Kamerstuk 31 936, nr. 824

Naar boven