29 665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 331 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 juni 2018

Uw Kamer heeft verzocht om een feitenrelaas ten aanzien van de besluitvorming over het criterium voor gelijkwaardigheid van Schiphol betreffende gehinderde woningen in de periode 2007/2008. Daarnaast zijn er door de leden Kröger, Laçin, Van Brenk, Gijs van Dijk en Van Raan ook vragen gesteld over dezelfde geluidsnormen. Ik zal hieronder allereerst ingaan op hoe de besluitvorming in het verleden is verlopen en vervolgens de gestelde Kamervragen beantwoorden (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 2485).

Besluitvorming gelijkwaardigheidscriteria 2007/2008

Op 25 mei 20071 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de actualisatie voor de criteria voor een gelijkwaardige of betere bescherming van de omgeving van Schiphol. In het Kabinetsstandpunt Schiphol van april 2006 werd aangekondigd dat deze actualisatie van de gelijkwaardigheidscriteria eraan kwam. Directe aanleiding van de actualisatie was een rapportage van de Commissie voor de milieueffectrapportage, waarin werd gesteld dat het niet zinvol is om te rekenen met sterk verouderde gegevens zoals het geval was. In het Kabinetsstandpunt Schiphol stond verder opgenomen dat bij deze actualisatie zou worden vastgehouden aan de maximale hinder, geluidsbelasting, slaapverstoring en veiligheidsrisico’s. Ook betekende de actualisering niet meer of minder groeiruimte voor de luchtvaart. Op verzoek van uw Kamer werd daarnaast afgesproken dat de afgesproken criteria voor hinder en slaapverstoring voortaan op een groter gebied van toepassing zouden zijn. Op basis van verschillende rapportages zijn uiteindelijk de gelijkwaardigheidscriteria geactualiseerd, deze zijn bijgevoegd bij de brief van 25 mei 20072.

Stappen actualisatie

Om te komen tot de actualisatie van de gelijkwaardigheidscriteria is een aantal stappen doorlopen. Deze stappen zijn gemaakt op basis van de input van de onderliggende rapportages, en worden inhoudelijk beschreven in de brief van 25 mei 2007. Hieronder volgt een korte weergave van deze stappen:

  • Vernieuwen van het woningbestand

    Het woningbestand was achterhaald en een update werd daarom noodzakelijk geacht.

  • Vervangen van Nederlandse geluidsmaten door Europese maten

    De oude Nederlandse maten Ke en LAeq werden vervangen door respectievelijk Lden en Lnight.

  • Nieuwe dosis-effectrelaties

    Vervanging dosis-effectrelaties na onderzoek door de keuze voor de Europese geluidsmaten.

  • Verbeterde routemodellering

    Verbeterde routemodellering die werd gebaseerd op de radartracks.

  • Externe veiligheid berekenen met meteotoeslag

    In de criteria werden de weersomstandigheden toegevoegd.

  • Aanpassing criteria voor hinder en slaapverstoring, vergroting van het gebied.

    Waardoor de contouren verder van Schiphol kwamen te liggen.

Effect actualisatie

De resultaten van de in 2007 uitgevoerde actualisatie lieten zien dat de criteria voor maximale geluidbelasting, ernstige hinder, ernstige slaapverstoring en veiligheidsrisico’s door het vliegverkeer van en naar Schiphol een grotere groep mensen en woningen betreffen dan daarvoor werd aangenomen.

Dit verschil werd veroorzaakt door het vernieuwen van het woningbestand en de vergroting van het gebied waarop de criteria voor hinder en slaapverstoring van toepassing zijn3. Specifiek voor het aantal gehinderde woningen is toen vastgelegd dat deze van 10.000 naar 10.800 zou stijgen door verbeterde modellering. Daarnaast is toen besloten dat, door gebruik te maken van het nieuwe woningbestand en de toepassing van Europese geluidsmaten, de uiteindelijke norm van 12.300 woningen zou worden vastgelegd. Vervolgens is op verzoek van de Tweede Kamer door de toenmalige Ministers van Verkeer en Waterstaat en van Volkhuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer door het Nationaal Luchtvaart- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) een contra-expertise uitgevoerd naar de wijze waarop de actualisering van de criteria voor gelijkwaardigheid heeft plaatsgevonden. Bij brief van 30 januari 2008 heeft de Minister dit rapport van het NLR aan de Tweede Kamer aangeboden en zijn standpunt (her)bevestigd dat de aantallen in de gelijkwaardigheidscriteria moeten worden beschouwd als de uitkomst van een som en niet als absolute aantallen4.

Hoogachtend,

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga


X Noot
1

Kamerstuk 29 665, nr. 46.

X Noot
2

Kamerstuk 29 665, nr. 46.

X Noot
3

Kamerstuk 29 665, nr. 46.

X Noot
4

Kamerstuk 29 665, nr. 80

Naar boven