29 665 Evaluatie Schipholbeleid

Nr. 166 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 september 2011

Op grond van artikel 8.29 van de Wet luchtvaart en artikel 3.1 van de Regeling milieu-informatie luchthaven Schiphol (RMI) moet de Inspecteur-Generaal Verkeer en Waterstaat elk halfjaar verslag uitbrengen aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu. Dit verslag betreft de in de Wet luchtvaart en het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol (LVB) vastgelegde veiligheids- en milieuaspecten over de periode van een (deel van een) gebruiksjaar.

Hierbij bied ik u dit verslag ter kennisneming aan.1

Voor Schiphol beslaat het gebruiksjaar de periode 1 november tot en met 31 oktober. In de nu voorliggende rapportage wordt verslag gedaan over de periode 1 november 2010 tot en met 30 april 2011.

Bevindingen en acties

De belangrijkste bevindingen en acties van de Inspectie Verkeer en Waterstaat (hierna: de inspectie) over de eerste helft van het gebruiksjaar 2011 zijn, dat:

  • de grenswaarden voor het externe veiligheidsrisico, de geluidbelasting en de uitstoot van stoffen die lokale luchtverontreiniging veroorzaken, niet overschreden zijn;

  • door drie luchtvaartmaatschappijen dusdanig van een luchtverkeerweg in de nacht is afgeweken dat ze door de inspectie moesten worden aangeschreven;

  • voor alle regels inzake luchtverkeerwegen en minimale vlieghoogten waar LVNL zich aan te houden heeft, het geregistreerde percentage afwijkingen lager is dan het maximaal toegestane percentage afwijkingen;

  • zich geen situatie heeft voorgedaan waarbij als gevolg van het niet beschikbaar zijn van banen is afgeweken van de beperkingen die gelden voor het baangebruik;

  • zich geen overtredingen van de regels voor het baangebruik hebben voorgedaan;

  • aan LVNL een bestuurlijke boete is opgelegd in verband met een overtreding van een regel voor het baangebruik in het gebruiksjaar 2010;

  • aan Schiphol een voornemen tot het opleggen van een last onder dwangsom bekend is gemaakt in verband met een overtreding van een regel ter beperking van de uitstoot van stoffen die geurhinder veroorzaken;

  • één luchtvaartmaatschappij wegens «slotsmisbruik» door de inspectie is aangeschreven, waarbij een last onder dwangsom is opgelegd;

  • deze luchtvaartmaatschappij na haar aanschrijving geen overtreding meer heeft begaan, waardoor in de eerste helft van het gebruiksjaar 2011 ook geen dwangsom hoefde te worden betaald.

Toelichting op de bevindingen en acties

Gehanteerde grenswaarden voor de geluidbelasting in handhavingspunten

Vanaf 1 november 2010 gelden de vervangende grenswaarden zoals die in de «Regeling experiment uitbreiding toepassing vaste bochtstraal tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep» (Stcrt. 2010, 16510) en de «Regeling experiment verlenging nachtprocedures» van 13 oktober 2010 (Stcrt. 2010, 16511) zijn vastgelegd.

Voornemen last onder dwangsom in verband met overtreding Schiphol

De overtreding betreft het feit dat Schiphol niet aan haar verplichting heeft voldaan om er zorg voor te dragen dat met ingang van 1 januari 2011 in totaal tenminste 15 afhandelingsplaatsen op de pieren voorzien zijn van een vaste stroomaansluiting en een voorziening voor preconditioned air. In het voornemen van de inspectie is onder meer aangegeven dat Schiphol ervoor moet zorgen dat genoemde voorzieningen vóór 1 juli 2011 gerealiseerd zijn.

Nadere bijzonderheden hierover komen aan de orde in de volgende handhavingsrapportage Schiphol.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

J. J. Atsma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven