29 659 Evaluatie Staatsbosbeheer

F VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 december 2023

De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit1 hebben kennisgenomen van de brief van de Minister voor Natuur en Stikstof van 2 oktober 20232 over de uitkomsten wettelijke evaluatie Staatsbosbeheer. De leden van de fracties van de BBB en van de PvdD hadden naar aanleiding hiervan een aantal vragen en opmerkingen.

Naar aanleiding hiervan is op 31 oktober 2023 een brief gestuurd aan de Minister voor Natuur en Stikstof.

De Minister heeft op 20 december 2023 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, De Boer

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Minister voor Natuur en Stikstof

Den Haag, 31 oktober 2023

De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 2 oktober 20233 over de uitkomsten wettelijke evaluatie Staatsbosbeheer. De leden van de fracties van de BBB en van de PvdD hebben naar aanleiding hiervan een aantal vragen en opmerkingen.

Vragen en opmerkingen van de fractie van BBB

Het eindrapport4 is verschenen op 11 april 2023 en ziet op de periode 2018 – 2021. De leden van de BBB-fractie vragen of u kunt aangeven waarom het zo lang heeft geduurd voordat er een evaluatie uitgevoerd is en waarom het zo lang heeft geduurd en voordat dit rapport aan de Eerste Kamer is gezonden. Het betreft hier immers een wettelijke evaluatie van de grootste uitvoeringsorganisatie die Rijkstaken uitvoert in het domein waar (de) belangrijk(st)e maatschappelijke discussies spelen zoals natuurontwikkeling, beheer en kwaliteit van Natura 2000-gebieden, stikstofdiscussie etc, aldus deze leden.

De hoofdconclusie uit het eindrapport luidt: «Het beeld van Staatsbosbeheer is over de gehele linie positief. Staatsbosbeheer staat bekend als toegewijde organisatie met een lange historie, die kennis heeft van zaken. Ook wordt Staatsbosbeheer over het algemeen gezien als onderdeel van het rijk. Als grootste terreinbeherende organisatie in Nederland is Staatsbosbeheer door het hele land vertegenwoordigd. Staatsbosbeheer heeft een bredere opvatting van natuur dan alleen haar bossen, waardoor de organisatie een groene nutsvoorziening biedt in plaats van alleen natuurbescherming.» Dit vinden de leden van de BBB-fractie een rare (hoofd)conclusie, immers de evaluatie dient toe te zien op de «doeltreffendheid, doelmatigheid van het functioneren van Staatsbosbeheer, de realisatie van de doelstellingen uit het convenant en het uitgevoerde risicomanagement» en niet op een algemene historische beschrijving van Staatsbosbeheer. Deze leden vragen of u hier op kunt reflecteren.

Op basis van de deelconclusies is het beeld van Staatsbosbeheer een stuk minder rooskleurig, aldus de leden van de BBB-fractie. Staatsbosbeheer heeft als wettelijke taken het beheren en benutten alsmede openstellen van de aan hem toevertrouwde rijks(natuur)gronden en objecten. Naar het deze leden voorkomt voert Staatsbosbeheer in toenemende mate extra, niet wettelijke taken uit, zoals het actief ontwikkelen van nieuwe natuurgronden door gericht en actief aankoopbeleid. Hierover en over het antwoord op de doeltreffendheidsvraag op pagina 8 van het eindrapport hebben zij de volgende vragen.

  • Kunt u aangeven waarom Staatsbosbeheer eigenstandig meer dan de aan hem – bij wet – toevertrouwde taken uitvoert?

  • Kunt u aangeven hoe dit zich verhoudt tot de structurele tekorten in de bedrijfsvoering en de dringende eis van Staatsbosbeheer om hierover het Rijk te vragen de tekorten in de exploitatie structureel aan te vullen?

  • Kunt u daarnaast aangeven of het Rijk bereid is om het verzoek van Staatsbosbeheer om versterking van het eigen / weerstandvermogen te honoreren?

De evaluatie stelt dat er geen direct verband aan te tonen is tussen de door Staatsbosbeheer gedane uitgaven en de door Staatsbosbeheer – wettelijk – na te streven doelstellingen en behaalde resultaten / doelen. Het ontwikkelen van een systeem en het verbeteren van de bedrijfsvoering is één van de aanbevelingen uit de evaluatie.

  • De leden van de BBB-fractie vragen in hoeverre u deze aanbeveling serieus neemt.

  • Hoe ziet u er op toe dat er op afzienbare termijn opnieuw een evaluatie of audit wordt gedaan bij Staatsbosbeheer waaruit de recht- en (met name) de doelmatigheid blijkt van de door Staatsbosbeheer aangewende publieke middelen? Het is voor een publieke organisatie immers een grote zonde wanneer niet kan worden aangetoond dat overheidsgelden worden besteed aan de beoogde doelen of projecten en/of niet kan worden aangetoond dat de beoogde resultaten worden bereikt, aldus deze leden.

De evaluatie signaleert onder andere dat het risicomanagement ondermaats is. In het jaarverslag van Staatsbosbeheer over 20225 besteedt de organisatie een hoofdstuk aan risicomanagement en beschrijft hierin een systematiek, welke door veel organisaties wordt gehanteerd en die in theorie overtuigend is. Verderop in het verslag staat dat «Staatsbosbeheer investeert in constante verbetering van de (beheersing van de) operationele sturing en bedrijfsprocessen. Eind oktober 2022 heeft Staatsbosbeheer zijn risicobeleid vastgesteld.»

De organisatie is dus duidelijk niet klaar met haar risicobeheersing. De opzet staat nu op papier, maar de werking is nog niet aangetoond, aldus deze leden. Toch groeit de organisatie, nemen de activiteiten toe, juist ook door buitenwettelijke ambities en veroorzaakt dat juist grote risico’s, waarvoor structureel dekking in de exploitatie wordt gevraagd aan het Rijk en versterking van het weerstandsvermogen.

De leden van de BBB-fractie vragen of u het met hen eens bent dat niet eerder dan dat overtuigend is aangetoond dat de bedrijfsvoering – en met name de risicobeheersing – op orde is en de exploitatie van de kerntaken financieel dekkend is, door Staatsbosbeheer afgezien moet worden van extra – niet-wettelijke – taken en ambities welke leiden tot verhoogde risico’s, druk op de begroting en exposure in financiële zin (rente risico’s, afwaardering aangekochte materiële vaste activa, zoals gronden en objecten).

In het jaarverslag van Staatsbosbeheer lezen deze leden bovendien dat «uit governance overwegingen de aansturing van de verbonden partijen, deelnemingen en partnerschappen per 1 januari 2023 in een aparte directie [wordt] geplaatst.»

Zij vragen of u kunt aangeven wat exact deze governance overwegingen zijn geweest.

Staatsbosbeheer doet actief aan grondpolitiek, waar juist het beheer van de gronden in eigendom haar hoofdtaak is, aldus de leden van de BBB-fractie. In het jaarverslag van Staatsbosbeheer is echter te lezen dat «om voor de Natura 2000-problematiek een stap in het systeemherstel te kunnen zetten is een opdracht van LNV ontvangen voor de zogenaamde «quick wins», waarbij te koop staande landbouwbedrijven en -percelen worden aangekocht.»

Op pagina’s 9 en 12 van dit jaarverslag wordt respectievelijk ook gesproken van het pachtvrij maken en/of het verwerven van gronden en het aankopen van percelen voor de ontwikkeling van nieuwe natuur en over het denken «buiten gestelde beleidskaders en grenzen van N2000-gebieden».

Deze leden vragen of u kunt aangeven hoe deze aankopen en ambities van Staatsbosbeheer zich verhouden tot de spanning die in Nederland reeds bestaat voor wat betreft de relatie met ruimtegebrek, ander gebruik (bijvoorbeeld industrie en landbouw) en de uitbreiding van kwetsbare natuur door Staatsbosbeheer.

Op pagina 28 van dit jaarverslag wordt daarnaast gesproken over 40 samenwerkingsovereenkomsten. De leden van de BBB-fractie vragen of u kunt aangeven hoe deze opdrachten en ambities van Staatsbosbeheer zich verhouden tot de spanning die in Nederland reeds bestaat voor wat betreft de relatie met ruimtegebrek, ander gebruik (bijvoorbeeld industrie en landbouw) en de uitbreiding van kwetsbare natuur door Staatsbosbeheer.

In hetzelfde jaarverslag staat dat «tot de consolidatiekring behoren Staatsbosbeheer en de 100%-deelnemingen Staatsbosbeheer Projecten BV en Energiehout BV. Staatsbosbeheer Projecten BV fungeert als houdstermaatschappij van Energiehout BV. Buiten de consolidatie blijven Buitenleven Vakanties BV en Bio Enerco BV. Staatsbosbeheer Projecten BV heeft een belang van 50% in Buitenleven Vakanties BV. Naast Staatsbosbeheer nemen ook Natuurmonumenten en LandschappenNL, beide voor 25% deel in de vennootschap. Energiehout BV neemt voor 25% deel in Bio Enerco BV.»

Deze leden vragen of u kunt aangeven of de wettelijke evaluatie ook toeziet op de deelnemingenstructuur zoals hierboven geschetst. Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunnen de conclusies uit deze evaluatie ook worden getrokken voor de consolidatiekring?

De wettelijke evaluatie over de periode 2018 – 2021 door Ecorys beschouwt ook kritisch de kwaliteit van het risicomanagement en de – beheersing door Staatsbosbeheer. In het jaarverslag 2022 staan hierover enkele, volgens de leden van de BBB-fractie, verontrustende passages op de pagina’s 29 t/m 33 met betrekking tot risicobeheerssystemen. Het jaarverslag spreekt van vier toprisico’s die onder andere betrekking hebben op de financiering van de bedrijfsvoering van Staatsbosbeheer, de exogene risico’s door overmachtssituaties die onderkend zijn en juridische claims met betrekking tot biomassa.

  • Zij vragen hoe u dan de afgezwakte en geruststellende conclusies uit de evaluatie verklaart, de reactie van Staatsbosbeheer hierop en uw eigen oordeel welke op pagina 2 en verder van uw brief is opgenomen onder het kopje «Mijn reflectie en appreciatie».

  • Bent u het met de leden van de BBB-fractie eens dat Staatsbosbeheer dient te stoppen met het actief en massaal aankopen van gronden voor de ontwikkeling van nieuwe natuur en de uitbreiding van stikstofgevoelige natuurgebieden zolang de bedrijfsvoering / financiën alsmede de risicobeheersing van Staatsbosbeheer niet aantoonbaar onder controle zijn.

  • Bent u het met de leden van de BBB-fractie eens dat het voor een Uitvoeringsorganisatie zoals Staatsbosbeheer een grote zonde is dat de doelmatigheid niet kan worden aangetoond van haar uitgaven, dit in combinatie met een niet sluitende exploitatie, een uitdijende organisatie en zwakke bedrijfsvoering.

  • Bent u het met deze leden eens dat dergelijke signalen uit deze evaluatie zouden moeten leiden tot aanvullend onderzoek (audits).

  • Zij vragen of u bereid bent om hier de Algemene Rekenkamer aanvullend onderzoek naar te laten doen.

  • En bent u bereid om – totdat hierover meer zekerheid is verkregen – Staatsbosbeheer af te laten zien van grote investeringen en uitbreidingsaankopen?

Staatsbosbeheer zet actief en ambitieus in op het vergroten van haar grondposities door actief aankoopbeleid. Dit mede om een rol te claimen in de stikstofdiscussie die in ons land gevoerd wordt.

  • De leden van de BBB-fractie vragen of u kunt uitleggen hoe u ziet dat het vergroten van (stikstofgevoelige) natuurgebieden bijdraagt aan het oplossen van de spanning tussen natuurdoelstellingen en de doelstellingen van de landbouwsector. Met de aankoop en ontwikkeling van elk perceel «natuur» komen de landbouwbedrijven immers dichter bij de stikstofgevoelige N2000-gebieden te liggen, aldus deze leden.

  • Zij vragen of u de ambities en investeringsplannen van het Staatsbosbeheer kunt verklaren in het licht van de recente inzichten ten gevolge van het onderzoek door de Universiteit van Amsterdam, waaruit bleek dat de neerslag van stikstof veel dichterbij de mogelijke bron plaatsvindt dan voorheen gedacht en waarop het aankoopbeleid van Staatsbosbeheer gebaseerd is.

  • De leden van de BBB-fractie vragen tot slot of u kunt uitleggen waarop – zo is uit Woo-verzoeken van onder andere de stichting Agrifacts gebleken – Staatsbosbeheer eerder met het Ministerie van LNV heeft overlegd / een lijstje heeft mogen inleveren waarop onder andere de door Staatsbosbeheer te verwerven landbouwgronden stonden die Staatsbosbeheer graag ingericht ziet als natuur.

Vragen en opmerkingen van de fractie van PvdD

Op pagina 32 van het eindrapport wordt het volgende gesteld: «tabel 5.2 laat zien dat de aanleg van nieuw bos in 2021 nog ver af staat van de streefwaarden in 2025 (192 ha in 2021 tegenover een streefwaarde van meer dan 2.500 ha in 2025)».

De leden van de PvdD-fractie vragen of u kunt achterhalen hoeveel hectare bos er nu, eind 2023, aangelegd is.

Kunt u garanderen dat de streefwaarde in 2025 gehaald zal worden? Zo niet, kunt u onderbouwen waarom deze streefwaarden niet gehaald gaan worden?

Deze leden vragen of u kunt aangeven of de mate van ontbossing in Nederland groter, kleiner of gelijk is aan het verlies van bosareaal in Brazilië. Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de ordegrootte van de Nederlandse ontbossing aangeven in relatie tot de Braziliaanse en wereldwijde ontbossing?

De leden van de PvdD-fractie achten het essentieel om alle ontbrekende cijfers in tabel 5.2 alsnog helder te krijgen. Zij vinden het uitermate belangrijk voor de bescherming, behoud en groei van de natuur in Nederland om inzichtelijk te krijgen of de verwachte groei die Staatsbosbeheer voor ogen heeft, een realistisch en afrekenbaar streven is.

  • Zij vragen of u bereid bent om deze wens in te willigen met duidelijke antwoorden en of u ervoor kunt zorgdragen dat de cijfers gedetailleerd bijgehouden zullen worden weergegeven in het volgende evaluatierapport.

  • Op pagina 33 van het evaluatierapport wordt vermeld: «voor de uitvoering is echter nog niet geheel duidelijk wat de doelen van Staatsbosbeheer op het gebied van het terugdringen van de stikstofuitstoot zijn. Een aantal geïnterviewde partijen geven aan dat het nuttig is als LNV en Staatsbosbeheer hierover met elkaar in gesprek gaan.»

    De leden van de PvdD-fractie vragen of dit gesprek al heeft plaatsgevonden. Zo ja, wat zijn de uitkomsten van dit gesprek? Zo nee, waarom heeft dit gesprek niet plaatsgevonden?

Op de website6 van Staatsbosbeheer is te lezen dat er onder leiding van Staatsbosbeheer aan faunabeheer wordt gedaan. Er wordt gesteld: «met provincie, wildbeheereenheden en andere terreinbeheerders maken we afspraken over óf, waar en hoeveel dieren moeten worden geschoten.» Echter is in het eindrapport evaluatie Staatsbosbeheer niets te lezen over de jacht waar Staatsbosbeheer verantwoordelijk voor is.

  • Deze leden vragen of de afspraken die gemaakt worden met provincie, wildbeheereenheden en andere terreinbeheerders op een overzichtelijke wijze zijn in te zien. Zo ja, waar is dit te vinden? Zo nee, waarom niet?

  • Voorts vragen zij hoeveel er jaarlijks wordt gejaagd in de door Staatsbosbeheer beheerde gebieden. Welke soorten worden bejaagd? Om hoeveel dieren gaat het en in welke gebieden wordt er exact gejaagd? Waarom worden jachtcijfers niet meegenomen in het evaluatierapport van Staatsbosbeheer?

Tot slot vragen de leden van de PvdD-fractie of u kunt aangeven of de houtoogst van Staatsbosbeheer altijd plaatsvindt buiten de broed- en zoogperiode van in het wild levende dieren in de door Staatsbosbeheer beheerde leefgebieden. Zo nee, waarom niet? Zo ja, geldt de gehanteerde schoontijd ook voor activiteiten als de aan- en afvoer van materiaal en bij wie kunnen mensen die anders vaststellen zich melden?

De leden van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 29 november 2023.

Voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G.J. Oplaat

BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NATUUR EN STIKSTOF

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 december 2023

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden van de fracties van de BBB en de PvdD over de wettelijke evaluatie van Staatsbosbeheer (174102U, ingezonden 31 oktober 2023).

De Minister voor Natuur en Stikstof, Ch. van der Wal-Zeggelink

174102U

Vragen en opmerkingen van de fractie van BBB

Het eindrapport is verschenen op 11 april 2023 en ziet op de periode 2018 – 2021. De leden van de BBB-fractie vragen of u kunt aangeven waarom het zo lang heeft geduurd voordat er een evaluatie uitgevoerd is en waarom het zo lang heeft geduurd voordat dit rapport aan de Eerste Kamer is gezonden. Het betreft hier immers een wettelijke evaluatie van de grootste uitvoeringsorganisatie die Rijkstaken uitvoert in het domein waar (de) belangrijk(st)e maatschappelijke discussies spelen zoals natuurontwikkeling, beheer en kwaliteit van Natura 2000-gebieden, stikstofdiscussie etc., aldus deze leden.

Antwoord

In de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer (art. 32) is opgenomen dat de Minister van LNV elke vier jaar een verslag dient te sturen aan de Eerste en Tweede Kamer ter beoordeling van de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van een zelfstandig bestuursorgaan. De vorige evaluatie van Staatsbosbeheer dateert uit oktober 2018 en beslaat de periode 2014 t/m 2017. In de nu voorliggende evaluatie wordt gekeken naar de periode 2018 t/m 2021.

Het definitieve evaluatierapport over het functioneren van Staatsbosbeheer (2018–2021) werd medio april 2023 opgeleverd. Gelijktijdig was ook aanvullend onderzoek van Sira Consulting uitgevoerd naar het kostprijsmodel van Staatsbosbeheer. De conclusies uit beide rapporten en de bijbehorende aanbevelingen vroegen om een zorgvuldige reflectie en een samenhangend beeld over de opvolging. Terugkijkend heeft de afstemming met alle betrokken partijen, zowel op ambtelijk niveau als binnen de bestuurlijk driehoek, langer geduurd dan vooraf was ingeschat.

De hoofdconclusie uit het eindrapport luidt: «Het beeld van Staatsbosbeheer is over de gehele linie positief. Staatsbosbeheer staat bekend als toegewijde organisatie met een lange historie, die kennis heeft van zaken. Ook wordt Staatsbosbeheer over het algemeen gezien als onderdeel van het rijk. Als grootste terreinbeherende organisatie in Nederland is Staatsbosbeheer door het hele land vertegenwoordigd. Staatsbosbeheer heeft een bredere opvatting van natuur dan alleen haar bossen, waardoor de organisatie een groene nutsvoorziening biedt in plaats van alleen natuurbescherming.» Dit vinden de leden van de BBB-fractie een rare (hoofd)conclusie, immers de evaluatie dient toe te zien op de «doeltreffendheid, doelmatigheid van het functioneren van Staatsbosbeheer, de realisatie van de doelstellingen uit het convenant en het uitgevoerde risicomanagement» en niet op een algemene historische beschrijving van Staatsbosbeheer. Deze leden vragen of u hier op kunt reflecteren.

Antwoord

Zoals ik ook in mijn brief schrijf, constateert Ecorys dat het functioneren van Staatsbosbeheer overwegend doeltreffend is. Ik hecht er belang aan deze bevindingen ook in een bredere context te bezien, gezien de grote maatschappelijke betekenis van Staatsbosbeheer.

Op basis van de deelconclusies is het beeld van Staatsbosbeheer een stuk minder rooskleurig, aldus de leden van de BBB-fractie. Staatsbosbeheer heeft als wettelijke taken het beheren en benutten alsmede openstellen van de aan hem toevertrouwde rijks(natuur)gronden en objecten. Naar het deze leden voorkomt voert Staatsbosbeheer in toenemende mate extra, niet wettelijke taken uit, zoals het actief ontwikkelen van nieuwe natuurgronden door gericht en actief aankoopbeleid. Hierover en over het antwoord op de doeltreffendheidsvraag op pagina 8 van het eindrapport hebben zij de volgende vragen.

Kunt u aangeven waarom Staatsbosbeheer eigenstandig meer dan de aan hem – bij wet – toevertrouwde taken uitvoert?

Antwoord

De Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer kent in artikel 3 een ruime omschrijving van zijn kerntaken. Daarnaast kan Staatsbosbeheer onder dit artikel met specifieke taken en opdrachten worden belast. Het optreden van Staatsbosbeheer wordt begrensd door dit wettelijke kader. Bovendien draag ik de ministeriële verantwoordelijkheid voor het handelen van het zelfstandige bestuursorgaan Staatsbosbeheer.

Kunt u aangeven hoe dit zich verhoudt tot de structurele tekorten in de bedrijfsvoering en de dringende eis van Staatsbosbeheer om hierover het Rijk te vragen de tekorten in de exploitatie structureel aan te vullen?

Antwoord

Ik onderschrijf de conclusies en aanbevelingen in de onderliggende rapporten. Staatsbosbeheer heeft in de afgelopen jaren, waarin het belang van natuur ook binnen de grotere maatschappelijke ontwikkelingen steeds prominenter is geworden, een wezenlijke bijdrage geleverd aan het bereiken van relevante doelen. Ook herken ik de veranderende rol van Staatsbosbeheer binnen een context die voortdurend in beweging is en de uitdagingen die dat met zich meebrengt. Daarnaast zijn er in toenemende mate klimaatrisico’s die substantiële (financiële) gevolgen kunnen hebben, zowel preventief als bij het herstel van schade. Tegelijkertijd vind ik het zorgelijk dat de doelstelling «beter beschermen» moeilijk is te monitoren, waardoor de doeltreffendheid niet goed kan worden vastgesteld. Staatsbosbeheer kan dat overigens niet alleen, omdat ook elders geen goed beeld bestaat van de kwaliteit van de biodiversiteit.

Kunt u daarnaast aangeven of het Rijk bereid is om het verzoek van Staatsbosbeheer om versterking van het eigen / weerstandvermogen te honoreren?

Antwoord

Het ontwikkelen van een systeem (kostprijsmodel) is één van de aanbevelingen uit de evaluatie. Staatsbosbeheer heeft geen verzoek gedaan tot versterking van het eigen vermogen / weerstandsvermogen. Wel heeft Staatsbosbeheer verzocht om een verhoging van de jaarlijkse bijdrage van LNV in zijn hoedanigheid als eigenaar van Staatsbosbeheer.

Ik vind het belangrijk dat Staatsbosbeheer effectief en kostenbewust kan functioneren met focus op maatschappelijke meerwaarde. Daarbij moet Staatsbosbeheer, als grootste terreinbeheerder van Nederland, het beheer en de bescherming van zijn natuurterreinen op aantoonbaar doelmatige en doeltreffende manier uitvoeren, in lijn met de omvorming naar een ontwikkelingsgerichte organisatie en goede aansluiting bij actuele thema’s zoals een gebiedsgerichte aanpak. Onderdeel hiervan zal zijn een passende financiering. Om het gesprek hierover te kunnen voeren, heb ik meer inzicht nodig in de kosten en baten van Staatsbosbeheer. De ontwikkeling van het kostprijsmodel gaat daarbij helpen, zodat verdiencapaciteiten binnen Staatsbosbeheer beter benut gaan worden.

De evaluatie stelt dat er geen direct verband aan te tonen is tussen de door Staatsbosbeheer gedane uitgaven en de door Staatsbosbeheer – wettelijk – na te streven doelstellingen en behaalde resultaten / doelen. Het ontwikkelen van een systeem en het verbeteren van de bedrijfsvoering is één van de aanbevelingen uit de evaluatie. De leden van de BBB-fractie vragen in hoeverre u deze aanbeveling serieus neemt.

Antwoord

Ik heb het evaluatieverslag en het rapport over de kostprijzen besproken met Staatsbosbeheer en aangegeven te begrijpen voor welke uitdagingen ze staan en waar mijn zorgen liggen. Inmiddels is er een start gemaakt met de ontwikkeling van een nieuw kostprijsmodel, waarbij de aanbevelingen uit het rapport van Sira Consulting het vertrekpunt zijn. Verder verkennen we samen de diverse vormen van meervoudig opdrachtgeverschap en de daarbij horende cofinanciering. Het belang van Staatsbosbeheer voor onze natuurdoelen is groot en rechtvaardigt dat wij in de bestuurlijke overleggen extra aandacht gaan geven aan deze onderwerpen en de voortgang scherp bewaken.

Hoe ziet u er op toe dat er op afzienbare termijn opnieuw een evaluatie of audit wordt gedaan bij Staatsbosbeheer waaruit de recht- en (met name) de doelmatigheid blijkt van de door Staatsbosbeheer aangewende publieke middelen? Het is voor een publieke organisatie immers een grote zonde wanneer niet kan worden aangetoond dat overheidsgelden worden besteed aan de beoogde doelen of projecten en/of niet kan worden aangetoond dat de beoogde resultaten worden bereikt, aldus deze leden.

Antwoord

Op grond van de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer stuur ik elke 4 jaar een verslag over de doeltreffendheid en doelmatigheid van het functioneren van Staatsbosbeheer naar de Staten-Generaal. Over de rechtmatigheid van de aanwending van de publieke middelen door Staatsbosbeheer doet de wettelijke evaluatie geen uitspraken. Deze rechtmatigheid wordt jaarlijks beoordeeld door de externe accountant van Staatsbosbeheer. Een uitspraak hierover is onderdeel van het jaarverslag van Staatsbosbeheer.

De evaluatie signaleert onder andere dat het risicomanagement ondermaats is. In het jaarverslag van Staatsbosbeheer over 2023 besteedt de organisatie een hoofdstuk aan risicomanagement en beschrijft hierin een systematiek, welke door veel organisaties wordt gehanteerd en die in theorie overtuigend is. Verderop in het verslag staat dat «Staatsbosbeheer investeert in constante verbetering van de (beheersing van de) operationele sturing en bedrijfsprocessen. Eind oktober 2022 heeft Staatsbosbeheer zijn risicobeleid vastgesteld.»

De organisatie is dus duidelijk niet klaar met haar risicobeheersing. De opzet staat nu op papier, maar de werking is nog niet aangetoond, aldus deze leden. Toch groeit de organisatie, nemen de activiteiten toe, juist ook door buitenwettelijke ambities en veroorzaakt dat juist grote risico’s, waarvoor structureel dekking in de exploitatie wordt gevraagd aan het Rijk en versterking van het weerstandsvermogen.

De leden van de BBB-fractie vragen of u het met hen eens bent dat niet eerder dan dat overtuigend is aangetoond dat de bedrijfsvoering – en met name de risicobeheersing – op orde is en de exploitatie van de kerntaken financieel dekkend is, door Staatsbosbeheer afgezien moet worden van extra – niet-wettelijke – taken en ambities welke leiden tot verhoogde risico’s, druk op de begroting en exposure in financiële zin (rente risico’s, afwaardering aangekochte materiële vaste activa, zoals gronden en objecten).

Antwoord

Staatsbosbeheer voert zijn taken uit binnen de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer en daar waar opportuun in nauwe samenwerking met het Ministerie van LNV. Hierbij zoekt Staatsbosbeheer continu naar aanvullende financieringsbronnen binnen genoemde wet, zodat de wettelijke taken c.q. de maatschappelijke opdracht kunnen blijven worden uitgevoerd en de gevolgen van onvoldoende overheidsfinanciering kunnen worden beperkt.

Risicomanagement maakt integraal deel uit van de interne sturing en beheersing binnen Staatsbosbeheer. Hierbij wordt steeds gezocht naar de juiste balans tussen risicoacceptatie en (soms dure) preventieve maatregelen. Staatsbosbeheer is een publieke uitvoerder met een groene nutsfunctie en hanteert een algemene risicobereidheid die zich kenmerkt als risicovoorzichtig. Dat wil zeggen dat (rest)risico’s binnen de budgetten van Staatsbosbeheer kunnen worden opgevangen.

In het jaarverslag van Staatsbosbeheer lezen deze leden bovendien dat «uit governance overwegingen de aansturing van de verbonden partijen, deelnemingen en partnerschappen per 1 januari 2023 in een aparte directie [wordt] geplaatst.» Zij vragen of u kunt aangeven wat exact deze governance overwegingen zijn geweest.

Antwoord

Met inrichting van de nieuwe directie Partnerships & Deelnemingen wil Staatsbosbeheer de beheersing, functiescheiding en governance vereenvoudigen en transparantie vergroten voor die activiteiten die in deelnemingen zijn ondergebracht of in samenwerking met partners worden uitgevoerd.

Staatsbosbeheer doet actief aan grondpolitiek, waar juist het beheer van de gronden in eigendom haar hoofdtaak is, aldus de leden van de BBB-fractie. In het jaarverslag van Staatsbosbeheer is echter te lezen dat «om voor de Natura 2000-problematiek een stap in het systeemherstel te kunnen zetten is een opdracht van LNV ontvangen voor de zogenaamde «quick wins», waarbij te koop staande landbouwbedrijven en -percelen worden aangekocht.»

Op pagina’s 9 en 12 van dit jaarverslag wordt respectievelijk ook gesproken van het pachtvrij maken en/of het verwerven van gronden en het aankopen van percelen voor de ontwikkeling van nieuwe natuur en over het denken «buiten gestelde beleidskaders en grenzen van N2000-gebieden».

Deze leden vragen of u kunt aangeven hoe deze aankopen en ambities van Staatsbosbeheer zich verhouden tot de spanning die in Nederland reeds bestaat voor wat betreft de relatie met ruimtegebrek, ander gebruik (bijvoorbeeld industrie en landbouw) en de uitbreiding van kwetsbare natuur door Staatsbosbeheer.

Antwoord

Op verzoek van het Ministerie van LNV en in samenwerking met de provincies draagt Staatsbosbeheer bij aan het Nationaal Programma Landelijk Gebied. Deze activiteiten hebben tot doel om de conditie van habitats en soorten in de kwetsbare natuurgebieden te verbeteren. Staatsbosbeheer is hierbij uitvoerder van het door de overheid vastgestelde beleid.

Op pagina 28 van dit jaarverslag wordt ook gesproken over veertig samenwerkingsovereenkomsten. De leden van de BBB-fractie vragen of u kunt aangeven hoe deze opdrachten en ambities van Staatsbosbeheer zich verhouden tot de spanning die in Nederland reeds bestaat voor wat betreft de relatie met ruimtegebrek, ander gebruik (bijvoorbeeld industrie en landbouw) en de uitbreiding van kwetsbare natuur door Staatsbosbeheer.

Antwoord

Staatsbosbeheer werkt, mede in opdracht van mijn ministerie, langjarig samen met Natuur Inclusieve Boeren (programma NIL) middels deze samenwerkingsovereenkomsten. De natuurgraslanden van Staatsbosbeheer worden verpacht aan deze NIL-boeren die ook op hun eigen gronden een natuur inclusief beheer voeren.

In hetzelfde jaarverslag staat dat «tot de consolidatiekring behoren Staatsbosbeheer en de 100%-deelnemingen Staatsbosbeheer Projecten BV en Energiehout BV. Staatsbosbeheer Projecten BV fungeert als houdstermaatschappij van Energiehout BV. Buiten de consolidatie blijven Buitenleven Vakanties BV en Bio Enerco BV. Staatsbosbeheer Projecten BV heeft een belang van 50% in Buitenleven Vakanties BV. Naast Staatsbosbeheer nemen ook Natuurmonumenten en LandschappenNL, beide voor 25% deel in de vennootschap. Energiehout BV neemt voor 25% deel in Bio Enerco BV.» Deze leden vragen of u kunt aangeven of de wettelijke evaluatie ook toeziet op de deelnemingen-structuur zoals hierboven geschetst. Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunnen de conclusies uit deze evaluatie ook worden getrokken voor de consolidatiekring?

Antwoord

Energiehout BV verkoopt de biomassa en een deel van het hout van Staatsbosbeheer. Deze activiteiten hangen samen met de wettelijke opgedragen kerntaken van Staatsbosbeheer en zijn daarmee onderdeel van de wettelijke evaluatie. De jaarrekeningen van de deelnemingen worden gecontroleerd door dezelfde accountant als die van Staatsbosbeheer.

De wettelijke evaluatie over de periode 2018 – 2021 door Ecorys beschouwt ook kritisch de kwaliteit van het risicomanagement en de – beheersing door Staatsbosbeheer. In het jaarverslag 2022 staan hierover enkele, volgens de leden van de BBB-fractie, verontrustende passages op de pagina’s 29 t/m 33 met betrekking tot risicobeheerssystemen. Het jaarverslag spreekt van vier toprisico’s die onder andere betrekking hebben op de financiering van de bedrijfsvoering van Staatsbosbeheer, de exogene risico’s door overmachtssituaties die onderkend zijn en juridische claims met betrekking tot biomassa. Zij vragen hoe u dan de afgezwakte en geruststellende conclusies uit de evaluatie verklaart, de reactie van Staatsbosbeheer hierop en uw eigen oordeel welke op pagina 2 en verder van uw brief is opgenomen onder het kopje «Mijn reflectie en appreciatie».

Antwoord

Ik zie dat er duidelijke verbeteringen zichtbaar zijn in het gehanteerde risicomanagement, maar dat het wel ontbreekt aan een analyse van meer dan financiële risico’s. Dit gaat bijvoorbeeld om de politiek-bestuurlijke risico’s die specifiek voor mij als eigenaar of opdrachtgever spelen. Ook zie ik dat de risico’s op financieel niveau onvoldoende detailniveau hebben en dat ik hier meer diepgang in zou willen zien om een betere inschatting te kunnen maken over het daadwerkelijke risico en hoe daarmee wordt omgegaan.

Bent u het met de leden van de BBB-fractie eens dat Staatsbosbeheer dient te stoppen met het actief en massaal aankopen van gronden voor de ontwikkeling van nieuwe natuur en de uitbreiding van stikstofgevoelige natuurgebieden zolang de bedrijfsvoering / financiën alsmede de risicobeheersing van Staatsbosbeheer niet aantoonbaar onder controle zijn.

Antwoord

Ik ben het niet met de leden van de BBB-fractie eens dat Staatsbosbeheer dient te stoppen met het aankopen van gronden voor de ontwikkeling van natuur en de uitbreiding van natuurgebieden. De bedrijfsvoering en financiën alsmede de risicobeheersing van Staatsbosbeheer zijn voldoende aantoonbaar onder controle hiervoor. Staatsbosbeheer is bovendien een belangrijke uitvoerder van het door de overheid vastgestelde beleid.

Bent u het met de leden van de BBB-fractie eens dat het voor een Uitvoeringsorganisatie zoals Staatsbosbeheer een grote zonde is dat de doelmatigheid niet kan worden aangetoond van haar uitgaven, dit in combinatie met een niet sluitende exploitatie, een uitdijende organisatie en zwakke bedrijfsvoering.

Antwoord

Staatsbosbeheer ontwikkelt een kostprijsmodel waarbij de aanbevelingen uit het rapport van Sira Consulting, samen met het huidige kostenallocatiemodel, het vertrekpunt zijn. De rapporten van Ecorys en Sira geven een genuanceerd beeld van de kwaliteit van de bedrijfsvoering, de groei ten gevolge van toenemende opdrachten en de oorzaken van de negatieve exploitatie.

Bent u het met deze leden eens dat dergelijke signalen uit deze evaluatie zouden moeten leiden tot aanvullend onderzoek (audits).

Antwoord

Ik ben het niet met de leden van de BBB-fractie eens dat signalen uit deze evaluatie zouden moeten leiden tot aanvullend onderzoek.

Zij vragen of u bereid bent om hier de Algemene Rekenkamer aanvullend onderzoek naar te laten doen.

Antwoord

Ik ga niet over het werkprogramma van de Algemene Rekenkamer.

En bent u bereid om – totdat hierover meer zekerheid is verkregen – Staatsbosbeheer af te laten zien van grote investeringen en uitbreidingsaankopen?

Antwoord

Staatsbosbeheer is een zelfstandig bestuursorgaan (zbo) met een wettelijke taak (RWT). Dit betekent dat Staatsbosbeheer, binnen het wettelijke kader, zelf kan besluiten tot het wel of niet doen van investeringen en/of uitbreidingsaankopen. Staatsbosbeheer hiervan af te laten zien ligt buiten mijn bevoegdheid. Bovendien vind ik het onnodig en onwenselijk. Zoals hierboven gesteld, vervult Staatsbosbeheer een belangrijke rol in de uitvoering van het natuurbeleid.

Staatsbosbeheer zet actief en ambitieus in op het vergroten van haar grondposities door actief aankoopbeleid. Dit mede om een rol te claimen in de stikstofdiscussie die in ons land gevoerd wordt. De leden van de BBB-fractie vragen of u kunt uitleggen hoe u ziet dat het vergroten van (stikstofgevoelige) natuurgebieden bijdraagt aan het oplossen van de spanning tussen natuurdoelstellingen en de doelstellingen van de landbouwsector. Met de aankoop en ontwikkeling van elk perceel «natuur» komen de landbouwbedrijven immers dichter bij de stikstofgevoelige N2000-gebieden te liggen, aldus deze leden.

Antwoord

Negen voorstellen van Staatsbosbeheer waren positief beoordeeld door LNV en Wageningen Economic Research (WEcR) en dragen bij aan het weerbaarder maken van de natuurgebieden tegen stikstofdepositie en het zetten van stappen naar een goede staat van instandhouding van de natuur. Het aankopen en inrichten van deze gronden en opstallen levert een bijdrage aan het verbeteren van de instandhoudingsdoelen van Natura 2000-gebieden. Een aantal kansen voor aankopen van gronden was echter niet meer te realiseren. Daardoor zijn zes voorstellen overgebleven. Ik heb besloten naar aanleiding daarvan taken op te dragen aan Staatsbosbeheer, conform de daarvoor bedoelde bepaling uit de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer.

Zij vragen of u de ambities en investeringsplannen van het Staatsbosbeheer kunt verklaren in het licht van de recente inzichten ten gevolge van het onderzoek door de Universiteit van Amsterdam, waaruit bleek dat de neerslag van stikstof veel dichterbij de mogelijke bron plaatsvindt dan voorheen gedacht en waarop het aankoopbeleid van Staatsbosbeheer gebaseerd is.

Antwoord

Tijdens het voorjaar van 2022 is een uitvraag gedaan onder provincies, terreinbeheerders en waterschappen voor versnellingsvoorstellen zoals aangekondigd in mijn hoofdlijnenbrief van april 2022 (Kamerstuk II 33 576, nr. 265). De versnellingsvoorstellen moesten in de jaren 2022 en 2023, vooruitlopend op de gebiedsprogramma’s, bijdragen aan de doelen van de integrale gebiedsgerichte aanpak: natuur (inclusief stikstof), water en klimaat. Er zijn toen in totaal 90 voorstellen ingediend bij het Ministerie van LNV, waaronder 15 voorstellen van Staatsbosbeheer. Deze 90 voorstellen zijn door het ministerie beoordeeld of de voorstellen no-regret zijn, aantoonbaar bijdragen aan de doelen van de integrale aanpak, lock-in effecten voorkomen en draagvlak hebben in de regio. 45 voorstellen, inclusief negen voorstellen van Staatsbosbeheer, zijn toen positief beoordeeld en konden gefinancierd worden uit de middelen die bestemd zijn voor het Transitiefonds. Met het oog op de zorgvuldigheid heeft het kabinet een extern oordeel gevraagd aan WEcR over deze 45 voorstellen. In de Kamerbrief van 15 juli 2022 (Kamerstuk II 35 925-XIV, nr. 161) heeft het kabinet vervolgens toegezegd om € 504 miljoen beschikbaar te stellen voor het uitvoeren van die 45 voorstellen, o.a. door Staatsbosbeheer.

De leden van de BBB-fractie vragen tot slot of u kunt uitleggen waarop – zo is uit Woo-verzoeken van onder andere de stichting Agrifacts gebleken – Staatsbosbeheer eerder met het Ministerie van LNV heeft overlegd / een lijstje heeft mogen inleveren waarop onder andere de door Staatsbosbeheer te verwerven landbouwgronden stonden die Staatsbosbeheer graag ingericht ziet als natuur.

Antwoord

Ik heb in april 2022 (Kamerstuk II 33 576, nr. 265) de Kamer geïnformeerd over mijn voornemens om uitvoering te geven aan de afspraken in het regeerakkoord ten aanzien van natuur en stikstof en de transitie van het landelijk gebied. In aanloop naar het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de gebiedsprogramma’s van provincies per 1 juli 2023, heb ik laten weten dat 2022 en 2023 geen verloren jaren mochten zijn. Daarvoor zijn de opgaven te groot, belangrijk en urgent. Om deze reden is door mijn ministerie in het voorjaar van 2022 een uitvraag gedaan bij zowel provincies als terreinbeherende organisaties, waaronder Staatsbosbeheer. Daar lagen kansen ten aanzien van deze transitie-opgave aangezien sommige agrariërs hun bedrijf of grond op vrijwillige basis te koop aanboden. Het klopt derhalve dat Staatsbosbeheer, naast andere overheidsorganisaties en terreinbeheerders, vooruitlopend op het in te stellen transitiefonds, op verzoek van mijn ministerie heeft gewezen op dit soort mogelijkheden in specifieke gebieden in het land. Het kabinet heeft de Kamer vervolgens in juli 2022 geïnformeerd over de besluitvorming.

Vragen en opmerkingen van de fractie van PvdD

Op pagina 32 van het eindrapport wordt het volgende gesteld: «tabel 5.2 laat zien dat de aanleg van nieuw bos in 2021 nog ver af staat van de streefwaarden in 2025 (192 ha in 2021 tegenover een streefwaarde van meer dan 2.500 ha in 2025)».

De leden van de PvdD-fractie vragen of u kunt achterhalen hoeveel hectare bos er nu, eind 2023, aangelegd is. Kunt u garanderen dat de streefwaarde in 2025 gehaald zal worden? Zo niet, kunt u onderbouwen waarom deze streefwaarden niet gehaald gaan worden?

Antwoord

Aanplant van bos gebeurt in het plantseizoen van november tot april. Eind 2020 is er rond de 700 ha nieuw bos (aangeplant of spontaan bos) gerealiseerd op de terreinen van Staatsbosbeheer; en met seizoen 23/24 meegerekend in totaal 900–1.000 ha. Enerzijds is het niet eenvoudig om voldoende geschikt areaal te vinden vanwege de verschillende doelen (natuurontwikkeling, natuurinclusieve boeren); anderzijds leiden de verschillende procedures (bestemmingsplannen/omgevingsvergunningen) nogal eens tot af- of uitstel. Vanwege die redenen kan Staatsbosbeheer niet precies aangeven wanneer de genoemde streefwaarde bereikt zal worden.

Deze leden vragen of u kunt aangeven of de mate van ontbossing in Nederland groter, kleiner of gelijk is aan het verlies van bosareaal in Brazilië. Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u de ordegrootte van de Nederlandse ontbossing aangeven in relatie tot de Braziliaanse en wereldwijde ontbossing?

Antwoord

Nederland rapporteert elke vijf jaar via de Nederlandse Bos Inventarisatie (NBI) over de staat van het Nederlandse bos. Deze cijfers van de NBI zijn te vinden op de website van de WUR. Voor internationale cijfers geldt de Global Forest Watch (GBF) als informatiebron. GBF rapporteert een wereldwijd netto verlies van 2,4% van het totale bosoppervlak (boombedekking) tussen 2000 en 2020. Voor Brazilië specifiek rapporteert GBF een netto verlies 5,8% in de zelfde periode. In 2022 is de NBI 7 gepubliceerd. In bijlage 3, tabel 2 en tabel 3, van dit rapport is data te vinden over de afname van bos in Nederland. In de periode 2000 tot 2020 komt dit neer op een netto verlies van 0,98% van het totaal areaal bos. De afname van bos in Nederland is dus substantieel lager dan de afname in Brazilië en het wereldwijde gemiddelde.

In 2020 is de nationale bossenstrategie gepubliceerd van Rijk en provincies samen. Hierin staat de opgave beschreven om meer bos te realiseren en het bestaande bos te revitaliseren in Nederland. Ook is afgesproken dat houtkap veroorzaakt door het omzetten van bos naar andersoortige natuur, zoals stuifzand of heide voor VHR-doelen, gecompenseerd gaat worden. Zo heeft Nederland voor klimaat en biodiversiteit als doelstelling om 10% meer bos te hebben gerealiseerd in 2030.

De leden van de PvdD-fractie achten het essentieel om alle ontbrekende cijfers in tabel 5.2 alsnog helder te krijgen. Zij vinden het uitermate belangrijk voor de bescherming, behoud en groei van de natuur in Nederland om inzichtelijk te krijgen of de verwachte groei die Staatsbosbeheer voor ogen heeft, een realistisch en afrekenbaar streven is. Zij vragen of u bereid bent om deze wens in te willigen met duidelijke antwoorden en of u ervoor kunt zorgdragen dat de cijfers gedetailleerd bijgehouden zullen worden weergegeven in het volgende evaluatierapport.

Antwoord

De cijfers ten aanzien van bosaanleg zijn in te zien in de jaarverslagen van Staatsbosbeheer welke toegankelijk zijn op de website van de rijksoverheid. Ook voor het laatste jaarverslag van 2022 is dit het geval.

Op pagina 33 van het evaluatierapport wordt vermeld: «voor de uitvoering is echter nog niet geheel duidelijk wat de doelen van Staatsbosbeheer op het gebied van het terugdringen van de stikstofuitstoot zijn. Een aantal geïnterviewde partijen geven aan dat het nuttig is als LNV en Staatsbosbeheer hierover met elkaar in gesprek gaan.»

De leden van de PvdD-fractie vragen of dit gesprek al heeft plaatsgevonden. Zo ja, wat zijn de uitkomsten van dit gesprek? Zo nee, waarom heeft dit gesprek niet plaatsgevonden?

Antwoord

Staatsbosbeheer is integraal onderdeel van de uitvoering van de stikstofaanpak. De doelen van Staatsbosbeheer op het gebied van het terugdringen van de stikstofuitstoot en de uitvoering daarvan zijn grotendeels duidelijk. LNV en Staatsbosbeheer voeren hierover regelmatig het gesprek. Deze gesprekken gaan over het verbeteren van kwetsbare natuur en verminderen van stikstofschade aan voornamelijk Natura 2000-gebieden. Hiervoor heeft het kabinet in het Programma Natuur tot en met 2030 € 3 miljard beschikbaar gesteld. Vooruitlopend hierop ontving Staatsbosbeheer in 2020 € 38,4 miljoen om versneld extra beheermaatregelen die stikstofschade beperken uit te voeren in de 110 (van de in totaal 139) stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Naast deze regeling «Versneld natuurherstel» maakt Staatsbosbeheer decentraal afspraken met de provincies en zijn subsidies aangevraagd voor het invullen en uitvoeren van het Uitvoeringprogramma Natuur, Natura 2000-beheerplannen en het NPLG. Door deze optelsom en aaneenschakeling van programma’s komen er geleidelijk ook meer fundamentele maatregelen aan de orde, die uitzicht bieden op eco-hydrologisch systeemherstel. Waarbij er kansen zijn om andere maatschappelijke opgaven zoals klimaat, natuurinclusieve landbouw, recreatie, aanleg nieuw bos en veenvernatting mee te koppelen. Daarmee wordt een robuuster en klimaatbestendiger landschap bereikt en kan het bijdragen aan een vitale groene openbare ruimte.

Staatsbosbeheer heeft de maatregelen die worden uitgevoerd gecategoriseerd in de volgende hoofdcategorieën: 1) Intensivering van (vegetatie)beheer; 2) Aanvulling van essentiële mineralen; 3) Hydrologisch herstel; 4) (Her)inrichting van terreinen; 5) Pachtvrij maken en/of verwerving van gronden. Met de uitvoering van deze maatregelen probeert Staatsbosbeheer zijn gebieden weerbaarder te maken tegen droogte, stikstof en klimaatverandering met oog voor biodiversiteit en landschappelijke kwaliteit. Het aanvullen van essentiële mineralen en intensiveren van het vegetatiebeheer is bedoeld om negatieve effecten van stikstof tegen te gaan en verdere achteruitgang te vertragen. Dit type maatregelen is vaak eenvoudig uitvoerbaar, maar minder effectief en duurzaam. De complexere categorie maatregelen, zoals inrichting en hydrologisch herstel of pachtvrij maken en/of verwerving van percelen, vragen vaak een zorgvuldige afstemming met en meer betrokkenheid van de omgeving. Het effect van deze maatregelen is vaak duurzamer, omdat het bijdraagt aan de mogelijkheden om het systeem te herstellen binnen de eigen gebieden van Staatsbosbeheer. Maar de voorbereiding hiervoor vraagt meer tijd. Naast deze interne maatregelen in de eigen gebieden wordt Staatsbosbeheer als één van de gebiedspartijen met veel kennis, betrokken bij diverse gebiedsprocessen. Daarin wordt naar externe maatregelen in overgangszones rondom gebieden van Staatsbosbeheer gekeken. Dit alles moet leiden tot een betere uitgangsituatie waarin de natuur niet verder verslechtert en zich weer kan ontwikkelen.

Op de website van Staatsbosbeheer is te lezen dat er onder leiding van Staatsbosbeheer aan faunabeheer wordt gedaan. Er wordt gesteld: «met provincie, wildbeheereenheden en andere terreinbeheerders maken we afspraken over óf, waar en hoeveel dieren moeten worden geschoten.» Echter is in het eindrapport evaluatie Staatsbosbeheer niets te lezen over de jacht waar Staatsbosbeheer verantwoordelijk voor is. Deze leden vragen of de afspraken die gemaakt worden met provincie, wildbeheereenheden en andere terreinbeheerders op een overzichtelijke wijze zijn in te zien. Zo ja, waar is dit te vinden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Deze afspraken worden per gebied of werkgebied van een wildbeheereenheid (WBE) vastgelegd in faunabeheerovereenkomsten met WBE’s of individuele jagers. Per gebied wordt er aan maatwerk gedaan. De overeenkomsten worden op verzoek openbaar gemaakt.

Voorts vragen zij hoeveel er jaarlijks wordt gejaagd in de door Staatsbosbeheer beheerde gebieden. Welke soorten worden bejaagd? Om hoeveel dieren gaat het en in welke gebieden wordt er exact gejaagd? Waarom worden jachtcijfers niet meegenomen in het evaluatierapport van Staatsbosbeheer?

Antwoord

Jagers zijn verplicht om aan de Faunabeheereenheid (FBE) te melden hoeveel dieren zij doden in het kader van beheer en schadebestrijding. Dit wordt in een registratiesysteem zoals het Fauna Registratie Systeem (FRS) of Dora bijgehouden. FBE’s nemen deze op in het jaarverslag dat zij voor de provincies moeten maken, maar Staatsbosbeheer kan deze informatie niet separaat of op niveau van de eigen gebieden raadplegen. In beginsel richt het faunabeheer in de terreinen van Staatsbosbeheer zich op het tegengaan of voorkomen van schade en maakt onderdeel uit van het integrale beheerplanproces.

Tot slot vragen de leden van de PvdD-fractie of u kunt aangeven of de houtoogst van Staatsbosbeheer altijd plaatsvindt buiten de broed- en zoogperiode van in het wild levende dieren in de door Staatsbosbeheer beheerde leefgebieden. Zo nee, waarom niet? Zo ja, geldt de gehanteerde schoon-tijd ook voor activiteiten als de aan- en afvoer van materiaal en bij wie kunnen mensen die anders vaststellen zich melden?

Antwoord

De houtoogst van Staatsbosbeheer geschiedt conform de «gedragscode soortenbescherming bosbeheer» uit 2022. In beginsel loopt de broedperiode van 15 maart tot 15 juli (zie de gedragscode). Als enige uitzondering op deze regel kan in de periode tot 15 april nog wel hout uit het perceel worden verwijderd dat voor 15 maart geveld is, mits het niet om tak- of tophout gaat en er geen vermiljoenkever aanwezig is het betreffende gebied.


X Noot
1

Samenstelling:

Kroon (BBB), Oplaat (BBB) (voorzitter), Kemperman (BBB), Jaspers (BBB), Van Knapen (BBB), Kluit (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Fiers (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA) (ondervoorzitter), Van Ballekom (VVD), Meijer (VVD), Klip-Martin (VVD), Rietkerk (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Van Meenen (D66), Vacant (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Janssen (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), De Vries (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Kamerstukken I, 2022–2023, 29 659, D

X Noot
3

Kamerstukken I, 2022–2023, 29 659, D

X Noot
4

Ecorys – Eindrapport evaluatie Staatsbosbeheer (d.d. 11 april 2023)

X Noot
5

Kamerstukken I, 2022–2023, 29 659, E

Naar boven