29 659 Evaluatie Staatsbosbeheer

Nr. 118 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2013

Hierbij stuur ik u, zoals toegezegd in het algemeen overleg over grondverkoop door Staatsbosbeheer (Kamerstuk 29 659, nr. 115), de evaluatie toe van de grondverkoop in Daarle en omgeving. Daarnaast informeer ik u, zoals eveneens toegezegd tijdens dat algemeen overleg, over de nadere invulling van de financiële taakstelling van € 100 miljoen.

Context

De grondverkoop door Staatsbosbeheer vindt, zoals u weet, plaats in het kader van de financiële taakstelling van € 100 mln. voor Staatsbosbeheer. Deze taakstelling is verdeeld over de jaren 2013–2018. Het gaat hierbij in alle gevallen om gronden buiten de oorspronkelijke Ecologische Hoofdstructuur (EHS), die ook niet nodig zullen zijn voor de nieuwe robuuste EHS. De voorgenomen grondverkoop heeft desondanks voor veel maatschappelijke discussie gezorgd. Ik begrijp dat.

Ik heb daarom Staatsbosbeheer gevraagd de evaluatie van de grondverkoop-Daarle, die aanvankelijk gepland was na de vierde en laatste fase van deze verkoop in de gemeenten Hellendoorn en Wierden, al na de eerste fase te laten plaatsvinden. Ook heb ik Staatsbosbeheer gevraagd alle overige voorgenomen verkopen in het kader van de € 100 mln. op te schorten, in ieder geval totdat ik met uw Kamer over de evaluatie en het vervolgtraject heb gesproken.

Evaluatie grondverkoop Daarle

In de bijlage treft u de feitelijke evaluatie aan van de recente grondverkoop in de omgeving Daarle (fase A): 34 hectare verdeeld over 16 percelen1. De evaluatie is uitgevoerd door Staatsbosbeheer. In de evaluatie wordt, voor zover op dit moment mogelijk, de informatie verstrekt over de aspecten waar uw Kamer in het algemeen overleg over dit onderwerp om heeft gevraagd.

De opbrengst van de verkoop bedraagt € 516.000,–. Alle 16 percelen zijn verkocht; er zijn 11 unieke kopers. Uit de evaluatie blijkt dat van de totale

34 hectare ongeveer 10 hectare in handen is gekomen van mensen uit de omgeving van Daarle. Deze mensen willen de zorg over hun eigen leefomgeving zelf ter hand nemen. Ook de oprichting van de Landschapsbond Daarle spreekt, naast zorg over de verkoop, een grote betrokkenheid bij de natuur en landschap in de eigen omgeving. Ik juich dat toe.

Stichting Das & Boom heeft de voorgenomen verkoop in Daarle (fase A) aangevochten bij de kortgedingrechter in Den Haag. Deze heeft op 22 mei 2013 vonnis gewezen. De rechter heeft de vorderingen van de stichting Das & Boom om de verkoop te verbieden danwel voorwaarden aan de verkoop te verbinden, afgewezen. De rechter heeft hierbij overwogen dat de verkoop van 16 percelen op zichzelf geen negatieve invloed heeft op de natuurwaarden en dat de verkoop niet betekent dat de gronden niet langer overeenkomstig hun bestemming (natuur) zullen worden gebruikt. Volgens de rechter is niet aannemelijk gemaakt dat, als de gronden bij een ander dan Staatsbosbeheer in bezit zouden zijn, de beheerverplichtingen onvoldoende zouden worden nagekomen.

Op de gronden is uiteraard de geldende (natuur)wet- en regelgeving van toepassing, alsmede het bestemmingsplan. De gemeente Hellendoorn heeft mij per brief laten weten dat zij niet voornemens is medewerking te verlenen aan het wijzigen van de bestemming van de betreffende percelen. Deze brief is opgenomen in de evaluatie. Het is aan de nieuwe eigenaren om binnen deze kaders de gronden in de toekomst in gebruik te nemen.

Nadere invulling taakstelling € 100 miljoen

Ik ben, zoals eerder aan uw Kamer gemeld, niet principieel tegen verkoop van grond door Staatsbosbeheer. Ook in de huidige praktijk verkoopt Staatsbosbeheer af en toe grond ten behoeve van (andere) maatschappelijke doelen. Conform de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer is daarbij altijd toestemming van mij en de minister van Financiën vereist.

Wel zijn er, mede op basis van de evaluatie-Daarle, naar mijn oordeel verschillende redenen om ook in te zetten op alternatieve instrumenten om de taakstelling te realiseren. Daarom heb ik, ook conform mijn toezegging aan uw Kamer, samen met Staatsbosbeheer in ogenschouw genomen welke alternatieve instrumenten kunnen worden ingezet om de taakstelling van € 100 miljoen te halen. De motie Van Veldhoven/Dik-Faber (Kamerstuk 29 659, nr. 111), die de regering verzoekt ook te kijken naar alternatieve mogelijkheden voor het verwaarden van grond, wordt hierbij meegenomen.

Deze verkenning naar een alternatieve invulling van de taakstelling is nog gaande. Op basis van de huidige stand van zaken zie ik goede mogelijkheden voor het op een (deels) alternatieve wijze invullen van de taakstelling. Daarbij gelden voor mij twee harde randvoorwaarden:

  • 1) De financiële taakstelling van € 100 mln. is een gegeven.

  • 2) Een alternatieve invulling van de taakstelling moet passen binnen mijn natuurbeleid, zoals in mijn brief over de natuurvisie aan uw Kamer uiteengezet (Kamerstuk 33 576, nr. 1). Daarin past het vergroten van de betrokkenheid van mensen in de streek bij natuur en landschap in hun eigen leefomgeving.

Het op dit moment meest concrete alternatief betreft de erfpachtpercelen op de Wadden. Mede op verzoek van uw Kamer is al eerder de afspraak gemaakt dat Staatsbosbeheer ongeveer 350 erfpachtpercelen op de Waddeneilanden, voornamelijk gronden met daarop recreatiewoningen, te koop aanbiedt aan de huidige erfpachters (Kamerstuk 29 659, nr. 97). Staatsbosbeheer wil de opbrengsten hiervan aanwenden voor het deels invullen van de financiële taakstelling van € 100 miljoen.

Ik kan niet op voorhand uitsluiten dat ook in de toekomst grondverkoop nodig is om de taakstelling van € 100 mln. te realiseren.

Wanneer de alternatieve invulling van de taakstelling, in goed overleg met Staatsbosbeheer, verder is uitgewerkt, zal ik uw Kamer daarover uiteraard informeren.

Ik denk dat met een deels alternatieve invulling van de taakstelling tegemoet kan worden gekomen aan de gevoelens van onrust die in de maatschappij en ook in uw Kamer leven over de verkoop van gronden. Ik vertrouw erop dat hiermee een oplossing in gang is gezet die, binnen de harde randvoorwaarde van de € 100 mln., recht doet aan deze gevoelens in de samenleving, het natuurbeleid van dit kabinet en de positie van Staatsbosbeheer.

De staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven