29 628 Politie

Nr. 833 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 november 2018

Tijdens de tweede termijn van de begrotingsbehandeling op 22 november jl. (Handelingen II 2018/19, nr. 27) heb ik uw Kamer een brief toegezegd over de inzet van operationele sterkte en het effect van administratieve lasten van de operationeel expert op de operationele sterkte. Met deze brief doe ik de toezegging gestand.

Inzet operationele sterkte

Bij aanvang van de Nationale Politie was de beoogde operationele sterkte 49.802 fte. De operationele sterkte van de politie wordt met de investeringen uit het regeerakkoord uitgebreid tot een omvang van 51.329 fte. Dit aantal wordt op basis van de huidige verwachtingen in 2022 bereikt. Er zijn zo'n 167 basisteams met samen meer dan 23.000 fte operationele sterkte. De inzetbaarheid van deze operationele sterkte is afhankelijk van allerlei factoren die per medewerker en in de tijd continu wijzigen. Het gaat dan onder meer om diverse vormen van verlof waaronder verlof dat samenhangt met leeftijd, partiële uittreding, opleiding en training, ziekte, roosters en werktijden. De korpschef heeft een globale inschatting gemaakt van de inzetbaarheid van deze operationele sterkte en kwam daarbij uit op 17.300 fte.

De politie werkt 24 uur per dag, dus de medewerkers worden verspreid over de dag in diensten ingezet. De inzet van politiepersoneel komt tot stand door lokale beslissingen die afhankelijk van de lokale veiligheidssituatie genomen worden. Hoeveel agenten er op enig moment feitelijk ingezet op straat zijn op operationele taken wisselt hierdoor voortdurend. Dit is afhankelijk van de lokale veiligheidssituatie en is niet met een getal te duiden.

In mijn brief van 12 november jl. heb ik u geïnformeerd over de € 91 mln die het kabinet heeft vrijgemaakt om de inzetbaarheid bij de politie te vergroten. Deze middelen worden onder meer ingezet voor inhuur van administratieve ondersteuning om de operatie te ontlasten, zodat zij zich op politiewerk kunnen richten.1

Administratieve lasten operationeel expert

De operationeel expert zorgt voor de operationele sturing, zowel in de basisteams als bij de opsporing. De operationeel expert is daarbij ondersteunend aan de teamchef, die eindverantwoordelijk is voor de prestaties van het team. Bij de werkzaamheden van de operationeel expert hoort ook dat hij achter zijn bureau zit. Voor de coördinatie van de operationele sturing schrijft hij plannen van aanpak zodat de mensen die hij aanstuurt een kader hebben waarbinnen zij hun werk uitvoeren. Deze werkzaamheden zijn administratief, in de zin dat ze achter de computer worden uitgevoerd, maar zijn ook onderdeel van het operationeel proces en dragen bij aan een effectieve en doeltreffende aanpak van een operationeel vraagstuk.

De teamchef draagt de personeelsverantwoordelijkheid voor het team. Omdat de operationeel experts sturing geven aan de inzet, hebben zij beter dan de teamchef zicht op het functioneren van de operationele politieambtenaren. Daarom voeren zij ook functioneringsgesprekken. Dit gaat over 20 à 30 politieambtenaren per operationeel expert.

In de schriftelijke beantwoording van de Kamervragen bij de begroting 2019 heb ik gemeld dat de HRM-ondersteuning dichter bij de werkvloer georganiseerd wordt, door de huidige HRM-adviesfunctie anders vorm te geven. Dit zal verlichting bieden voor de werkbelasting van de teamchefs en operationeel experts. Een voorstel hiertoe zal in het eerste kwartaal van 2019 gereed zijn.

Daarnaast wordt bezien in hoeverre de span of control van leidinggevenden voldoende ruimte biedt om hun verantwoordelijkheid waar te maken. Daarbij wordt ook specifiek gekeken naar de verdeling van verantwoordelijkheden tussen de teamchefs en de operationeel experts. Bovendien wordt de administratieve ondersteuning in de basisteams versterkt. Dit is afgesproken in het arbeidsvoorwaardenakkoord sector politie 2018–20202 en sluit aan bij de oplossingsrichtingen uit het WODC onderzoek Werkbelasting en baantevredenheid bij de politie.3

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 820.

X Noot
2

Kamerstuk 29 628, nr. 817.

X Noot
3

Kamerstuk 29 628, nr. 822.

Naar boven