29 628 Politie

Nr. 782 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2018

Politiemedewerkers worden in de uitoefening van hun werkzaamheden geconfronteerd met zeer ingrijpende incidenten. Dit gegeven stond centraal in een uitvoerig gesprek dat ik recentelijk voerde en waarin politiemedewerkers met Posttraumatische stressstoornis (hierna: PTSS) zich bereid hebben getoond met mij hun persoonlijke verhaal te delen. In de uitzending van EénVandaag van 22 mei jl. geven enkele politiemedewerkers met PTSS aan dat ze in lange juridische procedures zijn beland en niet de zorg en steun hebben gekregen die ze nodig hadden. Ik betreur het dat deze medewerkers met PTSS terecht zijn gekomen in lange procedures. Ook het feit dat medewerkers het gevoel hebben niet gehoord of gesteund te worden, neem ik zeer serieus. De politie moet ingericht zijn op een zorgvuldige omgang met deze problematiek, de medewerkers daarin ondersteunen en voorzien in de hulp en medewerking die zij nodig hebben. Via deze brief wil ik uw Kamer informeren over de zorg voor politiemedewerkers met PTSS en over de aanpak om daarin verbeteringen te realiseren.

Terugblik

Tot 2012 gingen politiekorpsen verschillend om met PTSS en ontbrak het aan een uniforme en gedegen aanpak. Het vraagstuk van de begeleiding en zorg van medewerkers met PTSS kreeg in die tijd niet altijd de aandacht die vereist is. Politieagenten met psychosociale problemen als gevolg van het werk werden niet voldoende serieus genomen. Met de komst van de Circulaire PTSS (2012) werd PTSS voor het eerst als beroepsziekte erkend binnen de politie. Er kwamen formele richtlijnen over de werkwijze en omgang met medewerkers met PTSS.1 De politiemedewerkers die al eerder PTSS (vanaf 1984) hadden opgelopen, kwamen in aanmerking voor erkenning en compensatie op basis van de coulanceregeling. In dit kader is tevens de Adviescommissie PTSS opgericht.

Sindsdien is een inhaalslag gemaakt in de afhandeling van de aanvragen voor erkenning van medewerkers die PTSS hebben opgelopen in hun werk.

Tegelijkertijd is er een nieuwe, uniforme structuur opgebouwd voor zorg en begeleiding van zieke medewerkers. In 2013 is het Meldpunt PTSS Politie opgericht en is er een extern georganiseerd 24-uursloket ingericht waar (oud) politiemedewerkers en hun thuisfront terecht kunnen voor hulpvragen en (na)zorg bij mentale problemen.

Bovengenoemde ontwikkelingen vonden plaats ten tijde van de vorming van de nationale politie. De organisatie, in het bijzonder de interne zorglijn binnen de politie, was de afgelopen jaren nog volop in opbouw en werkprocessen werden geharmoniseerd. Aanvankelijk was het Meldpunt in kwantiteit en kwaliteit niet optimaal toegerust op de vraag, vanaf 2014 is het Meldpunt daarom in capaciteit uitgebreid.

Met de erkenning van het politievak als een hoog risico beroep in 2015 is het Programma versterking professionele weerbaarheid gestart. Daarmee is de preventie en bewustwording van psychosociale problematiek versterkt. Zo is geïnvesteerd in de verbetering van collegiale opvang van politieagenten die ingrijpende situaties mee hebben gemaakt in het werk. Ook zijn bewustwordingscampagnes en trainingen ontwikkeld voor medewerkers én leidinggevenden. Hiermee wil het korps bereiken dat psychosociale problemen zoals PTSS eerder herkend en beter bespreekbaar worden.

Stand van zaken: hoe voorziet het korps in begeleiding medewerkers met PTSS

Om medewerkers met psychosociale problematiek te ondersteunen en zorg te bieden is in het korps een mentale zorglijn ingericht. De inrichting van deze zorglijn is mede gebaseerd op de aanbevelingen uit de Blauwdruk van prof. Gersons.2 Via een zorgloket in elke eenheid wordt deskundige zorg aangeboden aan de medewerker. Als een medewerker kampt met psychosociale problematiek, kan deze terecht bij professionals als bedrijfsmaatschappelijk werk, de bedrijfsarts en een eenheidspsycholoog. Bij zwaardere problematiek wordt de medewerker gespecialiseerde ondersteuning en behandeling bij externe zorgverleners geboden.

Leidinggevenden vervullen een belangrijke rol in de ondersteuning en de begeleiding van medewerkers met psychosociale problemen zoals PTSS. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor de medewerker en bieden dagelijkse ondersteuning en een luisterend oor.

Voor politiemedewerkers met PTSS is er het Meldpunt PTSS. Hier krijgen deze medewerkers allereerst begeleiding naar gespecialiseerde zorg. Ook kunnen zij bij het meldpunt terecht voor informatie over het ziektebeeld. Daarnaast ondersteunt het meldpunt in de procedure om PTSS erkend te krijgen als beroepsziekte. Iedere medewerker krijgt een casemanager aangewezen die hem of haar tijdens het hele proces persoonlijk begeleid. Een aanvraag voor erkenning van de beroepsgerelateerdheid van PTSS wordt beoordeeld door de adviescommissie PTSS. Het bevoegd gezag besluit daarna of de PTSS als beroepsziekte wordt erkend. Deze erkenning geeft toegang tot vergoeding van materiële en immateriële schade. In meer dan 90% van de in behandeling genomen aanvragen is de beroepsgerelateerdheid van de PTSS erkend. De doorlooptijd van de afhandeling van de aanvraag van erkenning is sinds 2013 teruggebracht van 200 dagen naar gemiddeld genomen nog geen 110 dagen.

In aanvulling op het geven van goede zorg en nazorg en een deugdelijke juridische afhandeling van de erkenning hecht de politie er aan om politiemensen met psychosociale klachten of PTSS naar hun mogelijkheden te re-integreren in het arbeidsproces. Naast de begeleiding bij re-integratie is preventie een belangrijke pijler binnen de zorglijn. Zo krijgen alle medewerkers die politietaken uitvoeren of daarbij ondersteunen en publiekscontacten hebben een mentale krachttraining om de veerkracht te vergroten. Indien politiemedewerkers betrokken zijn geweest bij ernstige incidenten in de politiepraktijk worden zij na afloop direct benaderd door collega’s uit het Team Collegiale Ondersteuning (TCO), ook kunnen medewerkers zelf het TCO inschakelen. Deze collega’s bieden de gelegenheid om in gesprek te gaan over het incident en kunnen waar nodig een advies tot doorverwijzing geven.

Binnen het korps biedt een aantal geestelijke ondersteuners professionele begeleiding en hulpverlening bij morele en ethische vragen die opkomen door- en in het politiewerk.

Daarnaast zijn er ondersteunende instrumenten waarmee de medewerker in staat wordt gesteld om ook zelf zijn of haar fysieke en mentale gezondheid te bewaken.

De medewerker kan vroegtijdig zicht krijgen op mogelijke eigen psychosociale problematiek door het gebruik van tools als de zelfscreener met eventueel daarop volgend een mental check-up (een psychosociaal onderzoek). Op het digitale Gezondheidsplein kunnen medewerkers informatie krijgen en vragen stellen over hun welzijn en gezondheid. Ook kunnen ze een adviesgesprek aanvragen met een specialist uit het VGW-team in de eenheid.

Om de personeelszorg met name waar het gaat om psychosociale problematiek continue te verfijnen en te innoveren heeft het Korps een samenwerkingsafspraak gemaakt met Defensie. Hierbij worden op reguliere basis ervaringen en expertise uitgewisseld in het voorkomen en behandelen van PTSS.3

Ook wordt informatie uitgewisseld en kennis gedeeld met de Ambulancezorg Nederland en de brandweer via de Stichting De Basis.

Vooruitblik

De noodzaak om de zorg en begeleiding van politiemedewerkers verder te verbeteren onderschrijf ik. De zorglijn in het korps is vrij jong en kan nog verder worden doorontwikkeld. De aanpak van PTSS vraagt daarnaast om meer bewustwording binnen het korps van de mogelijke risico’s van het politiewerk voor de mentale gezondheid van politieagenten. Hiervoor is cultuurverandering nodig. De komende jaren werkt het korps hier aan via uitvoering van het plan van aanpak ziekteverzuim. Ik heb u dit plan op 26 april 2018 toegezonden4. In het plan zijn diverse algemene maatregelen rond verzuim aangekondigd die ook bijdragen aan de verbetering van de begeleiding van medewerkers met PTSS.

In de aanpak van verzuim staat de relatie tussen de leidinggevende en de medewerker centraal. De rol van de leidinggevende is van cruciaal belang als het gaat om het welbevinden en de duurzame inzetbaarheid van de medewerker. Leidinggevenden zullen beter worden toegerust op hun taken bij de begeleiding van medewerkers door middel van voorlichtingen en opleidingen. Ze krijgen training in het creëren van een veilige werkomgeving en in het voeren van het goede gesprek, waarbij het hebben van aandacht en respect voor elkaar voorop staat. Bij signalen van eventuele mentale problemen kan de leidinggevende dit aan de orde stellen, bespreekbaar maken en waar nodig tijdig maatregelen nemen. Alle leidinggevenden zijn of worden daarom getraind in vroegsignalering van psychosociale problemen bij hun medewerkers.

Medewerkers zullen via campagnes bewust worden gemaakt van de eigen rol in het bewaken van hun fysieke en mentale gezondheid. Hierbij wordt ook aan medewerkers gevraagd om aandacht te hebben voor elkaar en aan de bel te trekken bij mogelijke gezondheidsproblemen van hun collega’s in het team.

Voor de begeleiding van medewerkers die langer dan 2 jaar ziek zijn, waaronder veelal medewerkers met PTSS, worden nieuwe re-integratiecoaches aangetrokken.

Landelijk bestaat 0,6% van het totale verzuim uit medewerkers met erkende PTSS. Specifiek in verband met PTSS wordt het aantal casemanagers PTSS bij het Meldpunt PTSS uitgebreid met 10 casemanagers om aanvragen sneller in behandeling te kunnen nemen, doorlooptijden te verminderen en medewerkers met PTSS de zorg en begeleiding te bieden die zij nodig hebben. De casemanagers kunnen ook een bijdrage leveren aan het «ontzorgen» van medewerkers met PTSS waar het juridische proces betreft.

Het korps zal verder het proces voor de afhandeling van de aanvragen voor de erkenning van beroepsziekten en de bijbehorende schadeafhandeling doorlichten en verbeteren. Mede naar aanleiding van signalen van te lange doorlooptijden bij de afhandeling van de «oude» PTSS-zaken is besloten tot inrichting van een (tijdelijke) unit voor declaraties, medische kosten, smartengeld en restschade. Politiemensen met PTSS worden bij de verbeteracties betrokken.

Om psychosociale problemen beter te kunnen voorkomen worden in de werkprocessen binnen de operatiën factoren en stressoren die PTSS kunnen veroorzaken in beeld gebracht en waar mogelijk aangepakt. Zo wordt er gewerkt aan de verbetering van plaats-delict management om het aantal politiecollega’s dat fysiek wordt geconfronteerd met potentieel ingrijpende situaties zo klein mogelijk te houden.

Aan uw Kamer is eerder de toezegging gedaan dat de bijzondere zorgplicht in het Besluit algemene rechtspositie politie (Barp) wordt opgenomen.5 Deze zorgplicht ziet op de zorg voor (oud-)politiemedewerkers met beroepsgerelateerde aandoeningen zoals PTSS. De hiervoor benodigde aanpassing van het BARP is in concept gereed. Hierover wordt thans overleg gevoerd met de vakorganisaties. De zorgplicht strekt zich ook uit tot de naasten van politiemedewerkers met beroepsgerelateerde aandoeningen. In dit verband is gestart met het organiseren van bijeenkomsten bij de Stichting de Basis gericht op de partners van politiecollega’s met PTSS. Ook wordt door politie gekeken naar de ervaringen die door Defensie zijn opgedaan met het betrekken en informeren van familieleden van medewerkers met PTSS. Het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek naar aandoeningen gerelateerd aan het politiewerk en mogelijke preventie daarvan is onderdeel van de bijzondere zorgplicht voor de korpschef. Met Defensie zal worden verkend of samenwerking mogelijk is in verband met longitudinaal onderzoek naar PTSS dat bij het onderzoekscentrum van de Militaire Geestelijke Gezondheidszorg plaatsvindt.

Afsluiting

Duidelijk mag zijn dat we hier te maken hebben met een complexe en ingrijpende problematiek die samenhangt met de bijzondere aard van het politiewerk. Dit vraagt daarom om continue aandacht. De aandoening PTSS heeft grote invloed op het dagelijks leven van (ex) medewerkers, en hun omgeving. Hierbij past een werkgever die voor haar medewerkers klaar staat en hen de aandacht en zorg geeft die zij nodig hebben. De politie heeft hiertoe de afgelopen jaren stappen in de goede richting gezet. Tegelijkertijd moet erkend worden dat we er nog niet zijn. Naast goede zorg zijn er ook schrijnende voorbeelden van tekortschietende (administratieve) afhandeling. Daarom is noodzakelijk dat er concrete stappen worden gezet om de politiemedewerker voor te bereiden, te begeleiden richting zorg, te begeleiden in procedures en indien van toepassing voortvarend te voorzien van een financiële compensatie. De bewustwording van mentale problemen als gevolg van het werk dient te worden versterkt, waarbij er meer aandacht komt voor het bespreekbaar maken en voorkomen van dit soort problemen.

Ik vind het belangrijk dat de komende jaren de zorg voor politieagenten met PTSS verder zal verbeteren en vertrouw er op dat dit met de uitvoering van bovengenoemde maatregelen het geval zal zijn. In mijn gesprekken met de korpschef zal ik, ten minste twee keer per jaar, de voortgang bezien.

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 433

X Noot
2

Kamerstuk 29 628, nr. 437/nr. 433

X Noot
3

Kamerstuk 29 628, nr. 608

X Noot
4

Kamerstuk 29 628, nr. 777

X Noot
5

Kamerstuk 29 628, nr. 545

Naar boven