29 628 Politie

Nr. 657 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 augustus 2016

De vaste commissie voor Veiligheid en Justitie heeft mij op 23 juni 2016 verzocht om een reactie op het bericht «Talent verlaat politie». Het bericht gaat over politiemedewerkers bij de Landelijke Eenheid die een aantal signalen geven. Zo zou talent niet worden gezien en benut, zouden diverse leidinggevenden medewerkers monddood maken en zou er sprake zijn van een «complete braindrain».

Deze signalen hebben vanzelfsprekend de aandacht van de politie. De leiding van de Landelijke Eenheid doet er alles aan om de zorgen die er zijn weg te nemen. Om de signalen van medewerkers nader te concretiseren, vinden gesprekken plaats tussen eenheidsleiding, leidinggevenden, medewerkers, vakbonden en ondernemingsraad. Ook worden werkbelevingsonderzoeken uitgevoerd. Uit de eerste gesprekken blijkt dat onder andere de personele reorganisatie, veranderende werkzaamheden, hoge werkdruk en aanpassingen van personele regelingen een rol spelen bij de signalen.

Er zijn inmiddels diverse maatregelen getroffen, waarbij uiteraard ook de ondernemingsraad van de eenheid betrokken is. Om de werkdruk te verminderen is bijvoorbeeld de tijdelijke extra inzet van medewerkers op een aantal plaatsen in de organisatie verlengd.

De suggestie dat momenteel sprake zou zijn van een braindrain bij de Landelijke Eenheid, valt niet op te maken uit de huidige uitstroomgegevens. De Landelijke Eenheid hecht juist veel waarde aan het benutten en behouden van talent. Met de afronding van fase 1 van de personele reorganisatie zijn medewerkers op hun (nieuwe) functie geplaatst. Dit is het vertrekpunt om een volgende stap te zetten in het verder ontwikkelen en benutten van talent binnen de politie. Bovendien wordt er in het kader van versterking van de opsporing juist ingezet op het aantrekken van talent op de gebieden financieel-economisch, cyber en forensische opsporing.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven