29 628 Politie

Nr. 642 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2016

De politie moet over adequate geweldsmiddelen beschikken om haar werk goed te kunnen uitvoeren.

Wat «adequaat» is, wordt door de politie in een continu proces beoordeeld op basis van onder meer de opgaven en mogelijke dreigingen waarvoor de politie zich gesteld ziet, praktijkervaring en marktontwikkelingen op het terrein van bewapening. Zo loopt op dit moment bij de politie een «less than lethal»-project waarbij met behulp van wetenschappers en externe deskundigen wordt bezien of de politie in voldoende mate geëquipeerd is in dat specifieke geweldsspectrum.

Bij de beoordeling van de behoefte aan een nieuw wapensysteem worden (externe) onderzoeken, testen en ervaringen van medewerkers betrokken. Ook wordt hierbij betrokken de investeringen die een verandering in de bewapening vergt in geld maar bijvoorbeeld ook in beschikbare trainings- en opleidingstijd. Politiemedewerkers moeten immers getraind worden in het gebruik van nieuwe of aangepaste bewapening. Al deze overwegingen tezamen leiden vervolgens tot de keuze bepaalde wapens al dan niet aan te schaffen.

Uitgangspunt daarbij is voortdurend het gegeven dat politiemedewerkers hun taak met adequate middelen kunnen uitvoeren. Dat geldt te meer voor zover het de veiligheid van politiemedewerkers betreft. Hiervoor zijn binnen de politiebegroting dan ook voldoende middelen beschikbaar.

Zo is in het recente verleden een nieuw politiepistool aangeschaft en zijn vorig jaar nieuwe «zware» wapens aangeschaft voor de bijzondere eenheden. Ook zijn nieuwe politie-uniformen en nieuwe veiligheidsvesten in gebruik genomen.

Voor de komende periode is nu juist besloten over te gaan tot de aanschaf van de uitschuifbare wapenstok. De voorbereiding en aanbesteding zal naar verwachting in 2017 ter hand worden genomen. Ten aanzien van het stroomstootwapen geldt, zoals ik u eerder heb laten weten, dat eind dit jaar een pilot zal worden gestart, waarbij de toepasbaarheid van dit middel getest zal worden in een andere operationele politie setting dan waarvoor dit middel al beschikbaar is gekomen. Op basis van onder meer de uitkomsten van die pilot zal verdere besluitvorming plaatsvinden. Of en zo ja wanneer dit middel beschikbaar zal komen voor de basispolitiezorg is mede afhankelijk van die verdere besluitvorming.

Ook met de spijkermat, een voertuigstoppend middel, heeft de politie een pilot uitgevoerd. Een kosten-batenafweging heeft de politie ertoe gebracht de spijkermat niet aan te schaffen. De opbrengsten wegen niet op tegen de daarmee gemoeide kosten. Waar nodig kan ook met bestaande middelen als blokkades worden gewerkt.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven