29 628 Politie

Nr. 546 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juli 2015

Naar aanleiding van uw verzoek van 18 juni jl. en het Algemeen Overleg aangaande de bezuinigingen bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) op 1 april 2015 (Kamerstuk 29 628, nr. 532) doe ik middels deze brief de toezegging gestand om het afstoten van de drie gebieden (handschriftanalyse, verfonderzoek en morfologisch vergelijkend haaronderzoek) nogmaals te bezien en u tevens te informeren over eventuele wachtlijsten bij aanbieders van forensische diensten die deze onderzoeken zouden kunnen gaan uitvoeren in plaats van het NFI.

De afgelopen maanden heb ik met politie, Openbaar Ministerie (OM) en NFI gesproken over de voorgenomen afbouw van de drie gebieden. Uit die gesprekken is naar voren gekomen dat de vraag naar deze expertisegebieden minder snel afneemt dan eerder was geraamd. Ik heb het NFI derhalve verzocht de taakstelling op dit punt op een andere wijze in te vullen. Hierdoor kan het NFI onderzoek op de gebieden van handschriftanalyse, verfonderzoek en morfologisch vergelijkend haaronderzoek blijven aanbieden. Om de capaciteit te blijven garanderen, zal er via outsourcing een samenwerking worden gecreëerd met TMFI en Verilabs. Hiervoor heeft het NFI de afgelopen maanden gesprekken gevoerd met beide instituten.

Voor deze twee instituten is bewust gekozen vanwege de bekendheid bij politie en OM met beide aanbieders, alsmede het feit dat Verilabs en TMFI geaccrediteerd zijn en relaties hebben met onderaannemers als LGC (Verenigd Koninkrijk) en DSM waardoor de benodigde capaciteit en kwaliteit kan worden gewaarborgd.

Ik acht met deze oplossing de drie onderzoeksgebieden gewaarborgd te hebben en de beschikbaarheid ervan te garanderen.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

Naar boven