29 628
Politie

nr. 54
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES, EN VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 september 2007

Als onderdeel van de versterking van de opsporing zijn in 2004 de nationale en de bovenregionale recherche opgericht. In de bovenregionale recherche werken de korpsen via zes vaste samenwerkingsgebieden met elkaar aan de bestrijding van de bovenregionale criminaliteit. Bij de oprichting van de bovenregionale recherche is afgesproken om deze nieuwe structuur op termijn te evalueren.

In lijn met haar onderzoek naar de kwaliteit van de politiële opsporingstaak heeft de Inspectie OOV in opdracht van de departementen van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Justitie onlangs een evaluatie uitgevoerd van de bovenregionale recherche. Hierbij bieden wij u het rapport Evaluatieonderzoek Bovenregionale Recherche (BR) van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) aan1.

De Inspectie OOV concludeert dat met de huidige opzet en organisatie van de bovenregionale recherche uitvoering is gegeven aan de doelstellingen die aan de Regeling Nationale Recherche en Bovenregionale Recherche ten grondslag liggen. Op de aangewezen criminaliteitsgebieden (middencriminaliteit, horizontale fraude en milieu) constateert de Inspectie OOV dat er zowel kwantitatief als kwalitatief aansprekende resultaten worden geboekt door de Bovenregionale Recherche.

Na de opbouwfase van de bovenregionale recherchestructuur meent de Inspectie dat nu de fase is aangebroken om de sturing en inrichting van de bovenregionale recherche verder uit te bouwen. Hiervoor geeft de Inspectie OOV verbeterpunten aan op de onderdelen sturing, personeelsbeleid en informatievoorziening. Invoering van deze verbeterpunten leidt volgens de IOOV tot een verdere versterking van de bestrijding van de bovenregionale criminaliteit.

In het najaar zullen wij nader ingaan op de conclusies en aanbevelingen van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid.

De minister van Binnenlandse Zaken,

G. ter Horst

De minister van Justitie en Koninkrijksrelaties,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven