29 628 Politie

Nr. 488 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Ontvangen ter Griffie op 14 november 2014.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan beide Kamers overgelegd tot en met 12 december 2014.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerder worden gedaan dan op 13 december 2014.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 november 2014

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende regels over het financieel beheer van de politie (Besluit financieel beheer politie) en het ontwerpbesluit houdende regels over het beheer van de politie (Besluit beheer politie)1. De ontwerpbesluiten zijn gebaseerd op artikel 30, eerste onderscheidenlijk tweede lid, van de Politiewet 2012, zoals dat luidt na inwerkingtreding van artikel I, onderdeel D, van de Wet van 20 december 2012 tot wijziging van de Politiewet 2012 in verband met de positie van de korpschef en van de regioburgemeester alsmede enkele andere verbeteringen (Stb. 2012, 660). Voor de inhoud van de ontwerpbesluiten verwijs ik naar de ontwerpen van de nota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure (voornoemd artikel 30, eerste en tweede lid, van de Politiewet 2012) en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over de ontwerpbesluiten voordat ze aan de Afdeling advisering van de Raad van State zullen worden voorgelegd en vervolgens zullen worden vastgesteld.

Op grond van de aangehaalde bepaling geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Een gelijkluidende brief heb ik gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven