29 628 Politie

Nr. 456 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2014

In mijn voortgangsbericht nationale politie van oktober 2013 heb ik uw Kamer toegezegd om twee maal per jaar meer integraal te rapporteren over de politie. Middels deze brief doe ik deze toezegging gestand. Als bijlagen bij deze brief stuur ik uw Kamer de voortgangsbrief vorming nationale politie – waarbij ook gevoegd is het dienaangaande rapport van de Inspectie Veiligheid en Justitie (Inspectie), de voortgangsrapportage met betrekking tot het Aanvalsprogramma Informatievoorziening politie (AVP), de voortgangsrapportage over het actieprogramma «minder regels, meer op straat» (PMR) alsook het voortgangsbericht politieonderwijs1. Hieronder ga ik kort in op de hoofdlijnen van deze documenten. In onderliggende bijlagen worden deze vier onderwerpen meer in detail belicht.

Inleiding

De vorming van de nationale politie ligt, ruim een jaar na de inwerkingtreding van de Politiewet 2012 op koers. De veranderingen zijn in volle gang en beginnen hun vruchten af te werpen. Dat de politieprestaties daarbij tenminste op peil blijven, was en is het uitgangspunt. In 2013 is dat meer dan gelukt, zoals ook het Jaarverslag politie aangeeft.2 Tegelijkertijd heeft de politie met de inhuldiging van de Koning en tijdens de Nuclear Security Summit (NSS) prestaties van formaat geleverd. Het lokale gezag is in het algemeen tevreden over de wijze waarop het door de politie wordt «bediend», zo blijkt uit onderzoek van de Inspectie. Om te borgen dat dit ook in de toekomst zo blijft, investeert de politie in de bestuurlijke relaties en is het van belang dat politie en gezag samen het driehoeksoverleg versterken. Daarnaast leveren de inspanningen op het gebied van informatievoorziening en ICT nu goede resultaten op. De doelen voor de vermindering van de administratieve lasten zijn vorig jaar gehaald. De jaarrekening is voorzien van een goedkeurende controleverklaring van de externe accountant.

Dit alles was geen sinecure en is ook de komende periode geen vanzelfsprekendheid. De politie heeft immers zelden voor een grotere veranderopgave gestaan dan nu. Hoewel de resultaten van vorig jaar goed waren, is er- zoals ik uw Kamer tijdens de begrotingsbehandeling al heb laten weten – reden om het realisatiepad te actualiseren aan de huidige omstandigheden. Door de latere start van de personele reorganisatie, zijn op onderdelen aanpassingen nodig en moeten keuzes worden gemaakt om te borgen dat alle noodzakelijke veranderingen in de politieorganisatie en het politiebestel de komende jaren in de pas blijven lopen. Ik ga hier onderstaand nader op in.

Vorming nationale politie

Terugkijkend op 2013 is te concluderen dat de vorming Nationale Politie voortvarend is aangepakt. Er staat ruim een jaar na de invoering van de Politiewet 2012 één politiekorps. Op tal van fronten is de ingezette verandering reeds zichtbaar. Eind vorig jaar heb ik uw Kamer gemeld dat de vertraging van de invoering van het Landelijk Functiehuis Nederlandse Politie heeft geleid tot een nieuwe wijze van reorganiseren.3 Tevens bleek dat de ambitie inhoudelijk goed was maar qua planning en volgorde der dingen aanpassing behoefde. In mijn opdracht is daarom door de politie gewerkt aan een geactualiseerd realisatieplan met een scherpe focus, een realistische ambitie, op basis van duidelijke keuzes.4 Dit binnen de scope dat ultimo 2017 het proces van vorming nationale politie moet zijn afgerond.

Ik heb er daarbij voor gekozen om prioriteit te geven aan de vorming van de basisteams en de districtsrecherches, zodat deze 1 januari 2015 inwerking worden gebracht. Het gezag krijgt hierdoor tijdig zijn nieuwe aanspreekpunten, een groot deel van de medewerkers krijgt daardoor zo snel mogelijk duidelijkheid over hun positie in de nieuwe organisatie, en de continuïteit in de operationele dienstverlening blijft gegarandeerd. Per 1 januari a.s. kan het gezag rekenen op:

  • een op kwaliteit geselecteerde teamchef – met wiens aanstelling het gezag conform art 46 Politiewet 2012 heeft ingestemd;

  • wijkagenten zoals beschreven in het Inrichtingsplan5;

  • een werkend driehoeksoverleg in de nieuwe situatie en;

  • afgesproken resultaten op basis van het veiligheidsvraagstuk waarbij capaciteit en resultaat op elkaar zijn afgestemd.

De Korpschef ziet de doelstelling om de basisteams en districtsrecherches per 1 januari 2015 en de overige onderdelen per 2016 inwerking te brengen als realistisch maar niet gemakkelijk. De politie zal dit jaar alle energie nodig hebben om de operationele prestaties te blijven leveren en tegelijkertijd bovenstaande ambitie ten aanzien van de vorming nationale politie te verwezenlijken. Ten aanzien van andere onderwerpen moeten daarom keuzes worden gemaakt.

Gelet op de capaciteit en inspanningen die het van de politie organisatie vergt om het bovenstaande tijdig te bereiken, zullen de overige onderdelen van de regionale eenheden, de landelijke eenheid en het Politiedienstencentrum (PDC) vanaf 1 januari 2016 in werking worden gebracht. Daarbij geldt voor het PDC dat voorrang wordt geven aan die teams die direct op orde moeten zijn om de inwerkingbrenging van de basisteams en districtsrecherches en de personele reorganisatie goed te kunnen ondersteunen. Het gaat dan voornamelijk om teams van de diensten HRM, Facility Management en Financiën.

Deze keuzes hebben ook gevolgen voor andere terreinen. Vanzelfsprekend houd ik onverkort vast aan de doelstelling van 5000 vrijwilligers bij de politie. In het licht van de personele reorganisatie dient echter het afslanken van de bedrijfsvoering bij de politie en het werven van vrijwilligers in ondersteunende functies zorgvuldig en op elkaar afgestemd te worden uitgevoerd. Realisatie van deze doelstelling zal dan ook ultimo 2016 plaatsvinden.6

Ik acht het van belang uw Kamer te attenderen op twee belangrijke randvoorwaarden ten aanzien van dit tijdpad. De bedrijfskritische (IV-)systemen voor de basisteams en districtsrecherche dienen tijdig klaar te zijn en dat vraagt het uiterste van bedrijfsvoeringdirecties, het PDC en van de medewerkers. Het vinden en behouden van voldoende en voldoende gekwalificeerd personeel blijft daarbij een belangrijk punt van zorg. Een tweede randvoorwaarde is het tijdig afronden van het medezeggenschapstraject op de personele reorganisatie. Het gaat hierbij om het vinden van de juiste balans tussen snelheid en zorgvuldigheid.

Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie

Voor het Aanvalsprogramma Informatievoorziening Politie (BAVP) was 2013 een goed jaar. De realisatie van het bijgestelde programma zorgt voor een grotere bedrijfszekerheid van de systemen en beheersbaarheid van de portfolio. Voorts is er – mede op basis van de advisering door de Review Board – afgelopen jaar een flinke verbeterslag gemaakt op het gebied van governance, het financieel management en de rapportering over het Aanvalsprogramma.

De eerder genoemde focus op het in werking brengen van de basisteams en districtsrecherches heeft ook gevolgen voor prioritering binnen het BAVP 2013–2017 en de ICT-portfolio van de politie als geheel. De beschikbare capaciteit bij de ICT-organisatie van de politie, noopt er toe om ook hier de planning voortdurend verstandig bij te stellen. De politie is thans bezig om de impact van de aangebrachte focus op de ICT-organisatie te analyseren. De uitkomsten hiervan zullen leiden tot een herijkte meerjarige planning. Over de gevolgen daarvan zal ik uw Kamer voor de begrotingsbehandeling, bij gelegenheid van de volgende voortgangsrapportage, nader informeren.

Actieprogramma «minder regels, meer op straat»

Het actieprogramma «minder regels, meer op straat» heeft vorige jaar op alle drie hoofdlijnen – het wegnemen van onnodige bureaucratie, het slimmer organiseren van het politiewerk en het versterken van het vakmanschap – concrete resultaten gehaald. In 2013 is een productiviteitswinst gerealiseerd van 2430 fte. Hiermee is het tekort dat in 2012 ontstond ingelopen.

Als het gaat om de vooruitzichten voor 2014 geldt ook hier dat de focus op het in werking brengen van de basisteams en districtsrecherches gevolgen heeft voor de bijdrage die de bedrijfsvoering van de politie aan het actieprogramma kan leveren. Dit leidt tot bijstelling van het realisatiepad van de administratieve lastenverlichting. Mijn verwachting is nu dat ultimo 2014 een productiviteitswinst van 4000 fte zal zijn gerealiseerd. De volledige 5000 fte zal eind 2015 worden bereikt.

Het politieonderwijs

De voorbereidingen voor de herpositionering van de Politieacademie in het bestel zijn zo goed als afgerond. Het voorstel tot wetswijziging, waarmee de inbedding van de Politieacademie in het politiebestel wordt geregeld, wordt in de tweede helft van dit jaar aan uw Kamer aangeboden. Mijn streven is dat het wetsvoorstel 1 januari 2016 van kracht wordt. Zonder onomkeerbare stappen te nemen is nu gestart met het voorbereidend transitieproces.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Kamerstuk 29 628, nr.453.

X Noot
3

Kamerstuk 29 628, nr. 429.

X Noot
4

Het geactualiseerde realisatieplan is als Bijlage 1A bijgevoegd.

X Noot
5

Behoudens op te vullen vacatures, deze moeten immers de regels van de formele reorganisatie volgen.

X Noot
6

De schriftelijke vragen die het lid Segers over dit onderwerp heeft gesteld (kenmerk 2014Z09703) zal ik uw Kamer ten spoedigste doen toekomen.

Naar boven