29 628 Politie

Nr. 427 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 december 2013

In mijn brief van 30 oktober jl. (Kamerstuk 29 628, nr. 422) heb ik u kort over de algemene stand van zaken van het politieonderwijs geïnformeerd en heb ik toegezegd om u nog voor het einde van dit jaar een voortgangsrapportage over het politieonderwijs toe te zenden. In de toekomst zal ik met rapportages over de Politieacademie en het politieonderwijs rekening houden met uw verzoek van 17 oktober 2013, om op regelmatige en gestructureerde wijze in samenhang inzicht te krijgen op de vorming van de nationale politie, het politieonderwijs en alle andere ontwikkelingen.

Het waarborgen van een goede kwaliteit van het politieonderwijs is van groot strategisch belang. De waardering voor het politiewerk in de maatschappij hangt nauw samen met hoe de politie en haar medewerkers opereren. Hoge kwaliteit van het politiewerk dwingt respect af. De kwaliteit is primair afhankelijk van de specifieke kennis, vaardigheden en competenties van alle medewerkers van de politie. Voor een hoge kwaliteit is goed politieonderwijs van essentieel belang. De politie moet goed worden opgeleid om haar maatschappelijke taak op effectieve en verantwoorde wijze uit te voeren. Werken aan goed en kwalitatief hoogstaand politie onderwijs is -zeker gezien de snelheid van de maatschappelijke ontwikkelingen- een continue proces. Politieonderwijs is dan ook constant in beweging.

Herpositionering van de Politieacademie

Op dit moment worden de voorbereidingen getroffen voor de herpositionering van de Politieacademie in het politiebestel. Op korte termijn gaat het wetsvoorstel in consultatie. Voor de zomer 2014 verwacht ik het voorstel tot wetswijziging, waarmee de inbedding van de Politieacademie in het politiebestel wordt gerealiseerd, naar de Tweede Kamer te kunnen sturen. Dat gebeurt door een wijziging en aanvulling van de Politiewet 2012. Het wetsvoorstel dat momenteel wordt voorbereid vormt vanaf het moment van inwerkingtreding het wettelijke kader voor de kerntaken van de Politieacademie. In het algemeen overleg van 12 juni jl. heb ik mijn voornemens geuit de Politieacademie en de politie dicht op elkaar te organiseren met behoud van de onafhankelijke positie van de Politieacademie. Dit leidt tot een nog betere afstemming van het onderwijsaanbod van de Politieacademie op de wensen van de beroepspraktijk.

De civiele diploma-erkenning en aansluiting bij het reguliere onderwijs van het politieonderwijs blijft in het wetsvoorstel gewaarborgd. Via de kwalificatiestructuur worden eisen gesteld aan het onderwijs. Als verdere kwaliteitsborging bevat de nieuwe wet ook een artikel dat – bij of krachtens algemene maatregel van bestuur- kwaliteitseisen kunnen worden gesteld aan de door de politie te leveren mensen en middelen die ten behoeve van de Politieacademie werkzaamheden verrichten. Deze eisen zullen een rol gaan spelen bij het inspectietoezicht.

Het wetsvoorstel leidt er toe dat de korpschef op basis van een heldere behoefte aan politieonderwijs de mensen en middelen levert ten behoeve van het verzorgen van dit onderwijs. De aan de Politieacademie ter beschikking gestelde mensen verzorgen het politieonderwijs onder het gezag van de directeur van de Politieacademie.

Eerder had ik u toegezegd om na gaan hoe de reorganisaties van de nationale politie en de Politieacademie al dan niet op elkaar aangesloten kunnen worden. Hierbij had ik als voorwaarden gesteld dat deze aansluiting niet tot vertraging van de reorganisatie van de politie mocht leiden, dat het transitieproces bij de Politieacademie door zou moeten lopen en dat geen onomkeerbare stappen zouden worden gezet in verband met de accordering van het wetsvoorstel in de Eerste en Tweede Kamer. Hieruit is inmiddels de afspraak voortgekomen -op 31 oktober jl. bekrachtigd in het CGOP overleg met de vakorganisaties- dat medewerkers van de Politieacademie mee kunnen doen in de procedure voor de vervulling van de vacatures in leidinggevende functies bij de politie. Leidinggevenden van de Politieacademie kunnen straks solliciteren naar de leidinggevende functies teamchef B en C en Sectorhoofd. Zij moeten vanzelfsprekend wel aan dezelfde sollicitatie eisen voldoen als de kandidaten uit het korps.

In augustus van dit jaar heb ik het college van bestuur van de Politieacademie om een plan gevraagd voor de inbedding van de Politieacademie in het nieuwe politiebestel, hierbij rekening houdend met de inhoud van mijn brief aan u van 5 juni jl. (Kamerstuk 29 628, nr. 398). Binnenkort komt het college van bestuur met achtereenvolgens een ontwerp-, inrichtings- en realisatieplan. Deze herpositionering wordt ook gebruikt om de Politieacademie transparanter, kleiner en platter te maken. Tegelijkertijd heb ik aan de politie eenzelfde soort vraag over de inbedding gesteld. De politie bereidt op mijn verzoek onder meer de overgang van de werving en selectietaak en de inbedding van de ondersteunende bedrijfsvoeringstaken van de Politieacademie bij de politie voor. De politie en de Politieacademie werken hierbij nauw samen. Daarbij geldt dat geen onomkeerbare stappen worden gezet zolang het parlement nog niet met de wetgeving om de PA in te bedden in het nieuwe politiebestel heeft ingestemd.

In het tripartite overleg tussen mijn departement, de plaatsvervangend korpschef en de voorzitter van het college van bestuur van de Politieacademie wordt de voortgang van de voorbereiding nauwlettend gevolgd.

In het tripartite overleg is afgesproken dat in mijn opdracht, in verband met de toekomstige overdracht van mensen en middelen, een due diligence onderzoek bij de Politieacademie zal plaatsvinden. Het onderzoek geeft alle partijen de benodigde informatie ter voorbereiding op de overdracht en biedt informatie over eventuele aanvullende maatregelen, die noodzakelijk zijn voor een goede overdracht. Het onderzoek wordt begin 2014 uitgevoerd.

Politieonderwijs

De Politieacademie is de aanbieder van het politieonderwijs. Belangrijk uitgangspunt van het politieonderwijs is de aansluiting bij het beroepsveld, zoals dat zich vertaalt in de verschillende functies binnen het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie en bij het reguliere onderwijs.

De Politieonderwijsraad (POR) heeft mij in het Najaarsadvies op basis van het bestaande onderwijs geadviseerd over de kwalificatiedossiers die de basis zullen vormen voor het politieonderwijs. Ook heeft de POR een advies gegeven over de aansluiting tussen de kwalificatiestructuur politieonderwijs en het Landelijk Functiegebouw Nederlandse Politie (LFNP).

Met de komst van de nationale politie worden nieuwe eisen gesteld aan het leiderschap bij de politie. Momenteel wordt het leiderschapsonderwijs daarom herzien. De politie wil op deze wijze een beweging maken van beheersmatig management naar operationeel leiderschap. Hiermee wordt tevens invulling gegeven aan de gewenste cultuurverandering binnen de politieorganisatie. Inmiddels zijn de Politieacademie en de politie samen gestart met de vormgeving van het nieuwe leiderschapsonderwijs waarbij deze op de behoefte van de politie wordt aangepast. Met deze ontwikkeling kunnen leren en werken beter met elkaar worden verbonden en kunnen opleiding en praktijk dichter bij elkaar worden gebracht.

Het postinitiële politieonderwijs wordt momenteel door de POR en de politie bezien op de aansluiting bij de politiepraktijk. Daarnaast worden de opleidingen door de Politieacademie bezien op de congruentie met de missie, visie en kernwaarden van de politie. Dit is belangrijk omdat de realisatie van de politie moet worden ondersteund door het politieonderwijs en door kennis en onderzoek. De Politieacademie leidt per jaar circa 15.000 politiemensen op en heeft daarmee een grote rol in het bijbrengen van waarden c.q. de vorming van medewerkers en de leidinggevenden.

Verbeteringen Politieonderwijs

De «Staat van het Onderwijs» van de Inspectie van Veiligheid en Justitie en enkele andere onderzoeken hebben aangetoond dat de kwaliteit van het politieonderwijs voldoende is, maar dat er wel maatregelen moeten worden getroffen om verbeteringen aan te brengen in de sturing en de bedrijfsvoering van de Politieacademie. De Politieacademie werkt momenteel op gestructureerde wijze aan de invoering van verbeteringsmaatregelen. Veel maatregelen hebben betrekking op de logistieke organisatie van het onderwijs, de zogenaamde «kleine kwaliteit». Uit de voortgangsrapportage van de Politieacademie aan mij blijkt dat alle maatregelen zijn opgepakt en vooruitgang is geboekt.

Het tijdig inhuren van de voor het politieonderwijs benodigde gastdocenten en examinatoren is verbeterd dankzij een nieuw ingevoerd werkproces. Tevens is de planning van de inzet van docenten verbeterd. Ook zijn de achterstanden van de af te nemen examens en het verstrekken van diploma’s -waar ik u eerder over heb geïnformeerd- inmiddels weggewerkt. De achterstanden in het registreren en verwerken van binnengekomen klachten van studenten zijn teruggebracht.

Ten aanzien van het politieonderwijs op de locatie Rotterdam is de situatie op een aantal punten sterk verbeterd. Er is nagenoeg geen lesuitval meer en er zijn nauwelijks nog mutaties op het lesrooster. Het overgrote deel van de lessen loopt zoals gepland. Bij het examineren zijn geen achterstanden meer. De bedrijfsprocessen rond het onderwijs blijven voorlopig nog wel een aandachtspunt. Blijvende verbetering is gewenst.

Uitvoering Politieonderwijs

Dit jaar zijn in totaal 800 aspiranten ingestroomd. De recherchekundigen maken onderdeel uit van deze 800 aspiranten. De politie heeft hierdoor de doelstelling uit het Programma Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV) om 1.300 recherchekundigen in te nemen, gehaald. De Politieacademie heeft tot en met het derde kwartaal van dit jaar 4.098 getuigschriften, 11.327 certificaten en 1.798 diploma’s opgeleverd.

De nieuwe aspiranten die op niveau 3 en 4 zijn ingestroomd, hebben het nieuwe onderwijscurriculum gevolgd. Competentiegericht, complementair en context gebonden zijn daarin de uitgangspunten. De bestaande onderwijsdoelstellingen van het politieonderwijs zijn intact gebleven. Vernieuwing betreft de inhoud van het onderwijsprogramma en de vormgeving ervan. Het vernieuwde onderwijs gaat meer dan voorheen uit van de hoofdprocessen van de politie (intake en service, handhaving, noodhulp, opsporing, signaleren en adviseren). Kerntaken vormen het uitgangspunt voor de beroepsauthentieke opdrachten die studenten moeten uitvoeren. Dit nieuwe curriculum wordt momenteel geëvalueerd. In mijn volgende rapportage informeer ik u over de uitkomsten.

Het aantal aspiranten voor 2014 bedraagt ongeveer 700. Zoals ik u in het Algemeen Overleg van 21 maart 2013 heb gegarandeerd wordt hiervoor als eerste geput uit de sollicitanten die in 2013 tot de selectieprocedure waren doorgedrongen maar nog niet met de opleiding konden starten. Verder wordt als onderdeel van de instroom in 2014 rekening gehouden met 150 aspiranten die instromen vanuit het «vesporo» traject (MBO Handhaving, Toezicht en Veiligheid -Politie). Daarnaast zullen er in 2014 576 executieve politievrijwilligers in opleiding worden genomen.

Mentale weerbaarheid

Op het vlak van de mentale weerbaarheid en zorg hebben de politie en Politieacademie vooruitgang geboekt. Sinds vorig jaar krijgen alle politiemensen die in de frontlinie werken de mentale krachttraining. De Politieacademie biedt de trainingen in het kader van het programma weerbaarheid aan. De training, die in groepsverband wordt uitgevoerd, biedt de agent de vaardigheden die hij nodig heeft om zich met zelfvertrouwen op straat aan zijn werk te wijden. De mentale krachttrainingen voor 30.000 politiemedewerkers moeten eind 2015 afgerond zijn. Dit jaar hoopt de Politieacademie 10.000 medewerkers te hebben opgeleid.

Vergoedingsregeling

Het voornemen in het regeerakkoord «Vrijheid en verantwoordelijkheid» van het kabinet Rutte I om te komen tot een beursmaatregel voor aspiranten, is per 1 november jongstleden gerealiseerd. Het voornemen was om aspiranten niet langer een salaris maar in plaats daarvan een bijdrage in de kosten van levensonderhoud te geven. Dit uitgangspunt is meegenomen in de onderhandelingen bij het Akkoord Arbeidsvoorwaarden sector Politie 2012–2014. Zo worden toekomstige aspiranten gedurende het eerste leerjaar van de initiële opleiding tijdelijk aangesteld voor de duur van één jaar met een tegemoetkoming. Indien een aspirant aan het eind van het eerste leerjaar een positief studieadvies ontvangt wordt hij tijdelijk aangesteld voor de rest van de opleiding en ontvangt hij salaris. Pas na het met goed gevolg afronden van de gehele opleiding worden aspiranten aangesteld in vaste dienst als ambtenaar voor de uitvoering van de politietaak.

Tot slot

In mijn brief van 4 november jl. heb ik u aangekondigd dat per 15 november jl. mevrouw F.H. Everts als plaatsvervangend voorzitter van het college van bestuur van de Politieacademie is aangetreden, naast de heer L.Th.C. Kuijs als voorzitter.

Daarmee is het nieuwe college van bestuur compleet en kent de leiding van de Politieacademie de tweehoofdige samenstelling zoals met uw Kamer besproken: een voorzitter afkomstig uit de politietop en een plaatsvervangend voorzitter met onderwijservaring en afkomstig uit het reguliere onderwijs. De nieuwe voorzitter is adviserend lid van het korpsmanagement overleg van de korpsleiding nationale politie om de verbinding met de politie te waarborgen. De raad van toezicht van de Politieacademie is aangevuld met twee nieuwe leden, namelijk de heer P.D. IJzerman afkomstig uit het politieveld en de heer G.M. van Wijk afkomstig uit het onderwijs.

De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten

Naar boven