Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 juni 2013
In het Algemeen Overleg van 12 juni jl. over de Politieacademie heb ik toegezegd de
Tweede Kamer nader te informeren over de werving en selectie van recherchekundigen.
Ik heb daarbij specifiek toegezegd een brief hierover van de Politieacademie te analyseren
en in mijn antwoord aan uw Kamer te verwerken. Met deze brief doe ik mijn toezegging
gestand.
Ik wil voorop stellen, dat ik zeer hecht aan een zorgvuldige procedure voor de werving
en selectie van onze politiemensen. De maatschappij heeft er recht op dat de beste
kandidaten die zich aanbieden uitgekozen worden in een kostenefficiëntproces. Daarnaast
zijn wij het aan de sollicitant verschuldigd te allen tijde helder te zijn over de
procedure en hem of haar steeds te informeren over het verloop ervan.
De afdeling werving en selectie van de politieacademie heeft, onder aansturing van
de politie, recentelijk sollicitanten voor de functie van recherchekundige per brief
geïnformeerd over de status van hun sollicitatie. Dit betreft een normale en zorgvuldige
gang van zaken.
Recherchekundigen
Er is geen sprake van een opleidingsstop recherchekundigen. In tegendeel: de politie
heeft begin dit jaar en ook in 2012 meer recherchekundigen binnengehaald dan eerdere
jaren. De politie heeft hierdoor de met mij afgesproken doelstelling uit het Programma
Versterking Opsporing en Vervolging (PVOV) om 1.300 recherchekundigen in te nemen,
gehaald. Dat is een knappe prestatie van de politie en de Politieacademie en ik ben
dan ook blij dat deze dienders na hun opleiding de komende jaren de uitvoering van
de opsporing zullen gaan versterken.
Gelet op de in december 2012 vastgestelde begroting en beheersplan, geldt er een numerus
fixus van in totaal 800 aspiranten voor 2013. De recherchekundigen maken onderdeel
uit van de 800 aspiranten. De invulling van het aantal plaatsen voor recherchekundigen
is in de eerste maanden van 2013 voorspoedig verlopen. Ik heb u hierover in mijn brief
van 12 maart 2013 (Kamerstuk 29 628, nr. 371) geïnformeerd.
Er dienen zich in de praktijk bij de politie vrijwel altijd meer kandidaten aan dan
dat er vacatures zijn. Het is vooraf niet precies te voorspellen hoeveel sollicitanten
er in procedure moeten worden genomen om alle vacatures te kunnen vervullen. In 2013
heeft dat ertoe geleid dat, nu alle vacatures vervuld zijn, er nog circa 80 kandidaten
zijn waarvan de procedure voortgezet zou kunnen worden. Zij hebben het deel A en deel B
van de selectie met goed gevolg doorlopen en dienen alleen nog een «passendheid» gesprek
met een eenheid, de medische keuring en antecedentenonderzoek te hebben. De politie
gaat hier ook graag mee door zodra er weer vacatures per eenheid opengesteld kunnen
worden; naar verwachting voor 2014. Pas dan kan een sollicitant gericht in gesprek
met de eenheid waar hij of zij later kan maar zelf ook wil gaan werken. Om de kandidaten
die het betreft goed te informeren over het verloop van de procedure en om ze duidelijk
te maken dat ze weer benaderd zullen worden als er vacatures zijn, heeft de Politieacademie
deze mensen de brief gestuurd waarover uw Kamer mij opheldering vroeg. Ik beschouw
dit als een zorgvuldige en heldere werkwijze van de Politieacademie en de politie.
Ik merk op, dat het voor een sollicitant teleurstellend kan zijn als hij of zij niet
door de selectieprocedure heen komt, maar dit is inherent aan selectieprocedures.
Dit geldt zeker voor een organisatie als de politie, waar iedere vacature zich mag
verheugen in een grote belangstelling. Sollicitanten worden per brief en telefonisch
continue geïnformeerd over het werving- en selectie proces en het aantal plaatsen.
De brief is bedoeld als informatiemoment zodat sollicitanten zelf kunnen bepalen of
ze de procedure willen voortzetten of dat ze er voor kiezen om bijvoorbeeld elders
een dienstbetrekking aan te gaan. Bij de politie hebben zij de mogelijkheid om verder
in proces te gaan op het moment dat er weer vacatures zijn.
De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten