29 628 Politie

Nr. 345 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2012

Conform mijn eerdere toezegging bied ik u het Rapport Interne Onderzoeken 2011 van de Nederlandse Politie aan1.

Dit rapport is opgesteld door het Nederlands Politie Instituut in opdracht van de Politieberaden. Er zal voortaan jaarlijks verslag worden gedaan van de registratie van Interne Onderzoeken. Uiteindelijk is het de bedoeling dat de rapportage meegenomen wordt in het Jaarverslag Nederlandse Politie. Omdat dat dit jaar niet gerealiseerd kon worden, ontvangt u het rapport nu separaat.

Alle politiekorpsen in Nederland hebben gegevens aangeleverd.

Het rapport geeft aan dat het totaal aantal geregistreerde onderzoeken 1517 is. Het aantal betrokkenen is 1715. Er zijn meer onderzoeken geweest dan in voorgaande jaren en ook het aantal betrokkenen is gestegen. Ongeveer 3% (van 64 996 werkzame personen binnen de politie in 2011) van de politiepopulatie raakt op jaarbasis betrokken bij een intern onderzoek naar een mogelijk integriteitincident. Bij 1 op de 3 betrokkenen heeft het onderzoek geleid tot het daadwerkelijk vaststellen van een schending en daarmee, al naar gelang de aard en ernst, tot een maatregel.

Het aantal ontslagen personen is 77. Daarnaast zijn 73 personen voorwaardelijk ontslagen en door 24 personen is er zelf ontslag genomen.

In 43% van de gevallen is er vanuit de eigen organisatie aandacht gekomen voor de mogelijke schendingen. Het «zelfreinigende vermogen»van de politie is aanwezig en zal blijvend gestimuleerd worden.

De meest onderzochte incidenten zijn Geweld (1), Misbruik van positie (2) en Vermogen en bezit (3). De stijging van het aantal onderzoeken in 2011 is grotendeels te verklaren door het aantal incidenten in de categorie geweld. Daarbij moet gezegd dat ieder geweldsincident gemeld moet worden en daarmee beginpunt is van een (intern) onderzoek. De politie is vanwege haar geweldsmonopolie extra alert op incidenten met een «geweldstoepassing». Alle incidenten waarbij geweld is gebruikt worden onderzocht. Bovendien is de beleidslijn dat de politie op straat krachtiger handhaaft en optreedt. De stijging in de categorie geweld is hiermee mede te verklaren. De Nationale Ombudsman heeft aangekondigd nader onderzoek te doen naar de manier waarop de politie geweld gebruikt.

M.b.t. geweld bleek in 2/3 van de gevallen de verdenking ongegrond t.a.v. de ambtsinstructie. De verhouding betrokken mannen/vrouwen (80/20) en executief/niet-executief (85/15) is onveranderd. Tot slot lijkt er niet alleen in de beginjaren van de loopbaan een risico te zijn op integriteitschending, ook later in de loopbaan blijven incidenten voorkomen.

Bovenstaande cijfers ondersteunen de noodzaak tot blijvende aandacht voor integriteit binnen de politieorganisatie en het politieonderwijs. Sinds 2009 is er al een verbeterslag waarneembaar in de aanpak van integriteitschendingen. Het registratiesysteem is verbeterd en de Bureau’s Integriteit en Veiligheid worden steeds professioneler. Dit geeft aan dat de Nederlandse Politie, en straks ook de Nationale Politie, een krachtig preventief- en repressief beleid ten aanzien van integriteitschendingen (en daarmee ook geweldstoepassing) voert en blijft voeren.

De komst van de Nationale Politie brengt ook t.a.v. integriteit en integriteitbeleid organisatorische veranderingen met zich mee. Echter, de structurele aandacht voor integriteit is geborgd en het belang van een integere politieprofessional en politieorganisatie blijft centraal staan.

De minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven