29 628 Politie

Nr. 244 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 april 2011

Aansluitend op het aanvalsplan bureaucratie en versterking vakmanschap politie «Minder regels, meer op straat» (brief van 18 februari 2011, Kamerstuk 29 628, nr. 238), stuur ik u hierbij ter informatie het evaluatieverslag van het Frontoffice Backoffice-concept in de politieregio Hollands Midden1. In dit concept bellen agenten hun waarnemingen door naar een backoffice. Daar verwerken informatiemedewerkers de informatie in BVH en worden documenten voorbereid voor de agenten. Hierdoor kunnen agenten een groter deel van hun diensttijd besteden aan het politiewerk op straat.

Het evaluatieonderzoek richt zich op drie perspectieven: doelmatigheid, kwaliteit van informatie en het implementatieproces. Uit dit onderzoek blijkt dat de tijd besteed aan administratieve afwerking in de basispolitiezorg met 20 procentpunt daalt en daarmee de administratieve last met de helft afneemt. Daar waar agenten eerst 43% van hun tijd kwijt waren aan administratieve handelingen is dat percentage nu 23%. De agenten ervaren de ondersteuning in de administratieve afwerking van het politiewerk op straat als grootste meerwaarde van het FoBo concept. Ook de directe informatieondersteuning vanuit de helpdesk wordt als winst ervaren. Agenten gaan hierdoor beter voorbereid naar meldingen toe. Dit vergroot hun gevoel van veiligheid. Vanwege het succes van deze werkwijze zal deze landelijk ingevoerd worden als inrichtingseis voor de Nationale Politie.

De onderzoekers beschrijven de invoering van FoBo als een ingrijpend veranderingsproces en bevelen aan om het concept gefaseerd in te voeren. Daarom wordt het concept in 2011 in 3 regiokorpsen ingevoerd. De overige regio’s volgen daarna. De 43% administratieve lasten uit dit evaluatieverslag zal ik gebruiken voor de nulmeting basispolitiezorg. In andere korpsen zal in voorkomende gevallen dezelfde methodiek gebruikt worden. Daarnaast zal nog een nulmeting voor de recherche gedaan worden. Ik informeerde u hier al over tijdens het Algemene Overleg van 7 april 2011.

De minister van Veiligheid en Justitie,

I. W. Opstelten


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Naar boven