nr. 158
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2009
In vervolg op mijn brief gedateerd 16 september 2009 (kenmerk 2009–0000326989)
bied ik u hierbij het resultaat aan van het beloningsvergelijkingsonderzoek
in de sector politie.
Uit het rapport komt naar voren dat, als het totaal van salaris en de
meer incidentele beloningselementen in ogenschouw worden genomen, niet kan
worden gesproken van een beloningsachterstand van de sector politie ten opzichte
van vergelijkbare maatschappelijke sectoren. Veeleer is de conclusie dat sprake
is van een concurrerende beloningspositie van de politie.
Ik wijs voor het totaal overzicht van de conclusies naar pagina 29
van bijgaand rapport.1
Opzet onderzoek
Dit onderzoek was onderdeel van het project modernisering functiewaardering
en loongebouw zoals in het Arbeidsvoorwaardenakkoord Politie 2008–2010
is afgesproken. Bij de onderhandelingen, die tot dit akkoord hebben geleid,
werd de behoefte gevoeld het beloningsniveau te onderzoeken in vergelijking
met vergelijkbare beroepsgroepen.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van een paritaire Stuurgroep door
de Algemene Werkgeversvereniging Nederland (AWVN). Het traject waarlangs dit
onderzoek plaatsvond had de instemming van sociale partners.
Dit hield in dat er uit het nieuwe (concept) Landelijk Functiehuis sector
Politie dat voor de sector is afgerond, in overleg met sociale partners 30
functies zijn geselecteerd. Deze functies zijn door de AWVN gewaardeerd en
omgezet naar punten volgens de ORBA-methodiek. De AWVN beschikt over een omvangrijke
databank waarin inkomensgegevens zijn opgenomen van CAO’s
in Nederland. De functies met bijbehorende punten zijn vergeleken met 7 sectoren
waarin ook functies voorkomen met risico’s van geweld, agressie en dreiging.
Daarbij ging de aandacht ook uit naar de mate van waardering in functies met
werkbezwarende omstandigheden.
Ik ben met de politievakorganisaties in goed overleg over de consequenties
van de uitkomsten van het onderzoek, mede ook in het licht van de financiële
gevolgen die de economische problematiek voor de sector politie heeft.
Binnenkort zal ik u hierover informeren.
Arbeidsmarktonderzoek
Behalve dit onderzoek loopt thans nog een arbeidsmarktonderzoek als quick
scan uit te voeren door het ROA Maastricht. Centrale vraagstelling van dit
onderzoek is de ontwikkeling van het aanbod van potentiële politiefunctionarissen
waarbij ook een relatie wordt gelegd met de beloning. Ook dit onderzoek vindt
zijn basis in het Arbeidsvoorwaardenakkoord 2008–2010.
Zodra de uitkomsten daarvan zijn ontvangen zal ik u deze eveneens doen
toekomen. Ik verwacht deze in de loop van november 2009.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
G. ter Horst