29 628
Politie

nr. 143
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 september 2009

Naar aanleiding van berichten in de media over de bezuinigingen bij de Nederlandse politie heeft Uw Kamer op korte termijn een spoeddebat aangevraagd (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 104, Regeling van werkzaamheden). Ten behoeve van dit debat deel ik u het volgende mede.

Financiële situatie bij de Nederlandse politie

Zoals u bekend heeft het kabinet een aantal maatregelen getroffen in reactie op de financiële en economische crisis. Ik heb u hierover in mijn brief van 30 juni 2009 betreffende de ontwikkeling politiesterkte en oplossingen voor de financiële problematiek geïnformeerd.

Ik heb inmiddels met het dagelijks bestuur van het korpsbeheerdersberaad op 8 september jl. een onderhandelingsakkoord gesloten met betrekking tot het pakket aan maatregelen en afspraken in het kader van de financiële problematiek. Dit onderhandelingsakkoord wordt met een positief advies voorgelegd aan het korpsbeheerdersberaad dat op 11 september 2009 bijeen zal komen. Bij de totstandkoming van het onderhandelingsakkoord is leidend geweest:

1. De wens om de operationele sterkte op peil te houden, nu en in de toekomst. Om dat te bewerkstelligen zal de financiële problematiek vooral worden opgelost door efficiencymaatregelen op het vlak van ICT en Inkoop en door intensivering van de samenwerking tussen de korpsen.

2. Het uitgangspunt om, gelet ook op het kabinetsstandpunt over het politiebestel, de problematiek vanuit de concerngedachte te benaderen.

3. Het principe om een deel van het eigen vermogen van de Nederlandse politie via een conversie beschikbaar te laten komen voor de bekostiging van het operationele politiewerk.

Ik zal, nadat het korpsbeheerdersberaad zich heeft uitgesproken, het bereikte resultaat aan uw Kamer doen toekomen. In de betreffende brief zal ik, ten behoeve van het voor 6 oktober 2009 geplande Algemeen overleg over de financiële positie van de politie, ook ingaan op de openstaande punten uit het Algemeen overleg van 1 juli 2009.

Berichten over politieposten

In het proceduredebat vraagt uw Kamer informatie over de sluiting van politieposten.

Dit voorjaar heb ik u naar aanleiding van kamervragen over mogelijke sluiting van politiebureaus in Friesland (Aanhangsel der Handelingen II, vergaderjaar 2008–2009, nr. 2259) al geïnformeerd dat – gelet op de krappere financiële middelen en de wenselijkheid de operationele sterkte zo veel mogelijk in stand te houden – veel korpsen de mogelijkheden bezien van een efficiëntere bedrijfsvoering. Dat kan soms niet zonder daarbij ook de huisvesting in ogenschouw te nemen. Een positief punt daarbij is dat de techniek steeds meer mobiele oplossingen mogelijk maakt waardoor de politie op locatie kan werken zonder in de wijk aanwezig te zijn.

In het politiebestel is het de taak van het Regionaal College er op toe te zien dat de bereikbaarheid, beschikbaarheid en toegankelijkheid van de politie zo goed mogelijk gewaarborgd blijft. Ik heb er vertrouwen in dat korpsen hierbij zorgvuldig te werk gaan en zie dan op voorhand dan ook geen reden om nader onderzoek te doen.

Notitie Raad hoofdcommissarissen

Uw Kamer heeft gevraagd om toezending van de notitie van de raad voor de hoofdcommissarissen waarover in de pers is geschreven. Ik merk op dat dit stuk is geschreven ten behoeve van intern beraad binnen de politie. Ik beschik dan ook niet over deze notitie. Het overleg over de wijze waarop moet worden omgegaan met de financiële problematiek is op bestuurlijk niveau, het korpsbeheerdersberaad, gevoerd.

Rapport feasibility studies

Zoals u bekend heeft een onderzoeksbureau in het kader van de voorgenomen oprichting van een shared service organisatie op het gebied van bedrijfsvoeringstaken (PIOFACH-taken) zogenaamde «feasibility studies» uitgevoerd. Het betreffende rapport is eveneens op 8 september jl. in mijn overleg met het Dagelijks Bestuur van het Korpsbeheerdersberaad vastgesteld. Deel één van deze rapportage, een uitgebreide managementsamenvatting, treft u in de bijlage van deze brief1. Thans wordt, in overleg met het veld, de besluitvorming op de aanbevelingen voorbereid. Ik zal u hier op korte termijn nader over berichten.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven