29 628 Politie

26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 1222 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 oktober 2024

Met deze brief informeer ik uw Kamer, mede namens de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Defensie, nader over de informatie die nu beschikbaar is over de hack bij de politie. Over deze hack heb ik uw Kamer op 27 september jl.1 ingelicht.

Zoals gemeld in mijn brief van 27 september, is een politieaccount gehackt. Daarbij zijn werkgerelateerde contactgegevens van alle politiemedewerkers buitgemaakt. Het lijkt te gaan om de global address list met daarin outlook-visitekaartjes, waarin namen, e-mailadressen en telefoonnummers en in enkele gevallen ook privégegevens te vinden zijn. Ook zijn er e-mailadressen van een aantal ketenpartners buitgemaakt. Betrokken ketenpartners zijn inmiddels op de hoogte gesteld. Nader onderzoek vindt nog plaats.

De AIVD en MIVD hebben de politie geïnformeerd over het cyberincident. De inlichtingen- en veiligheidsdiensten achten het zeer waarschijnlijk dat een statelijke actor verantwoordelijk is. De AIVD en MIVD waarschuwen in hun jaarverslagen al langer voor de toename van offensieve cyberactiviteiten van een aantal landen.

Ik kan me voorstellen dat politiemedewerkers zich zorgen maken over de mogelijke gevolgen van de hack. De korpschef en ik nemen de hack bij de politie uiterst serieus. De politie heeft meteen nadat zij is geïnformeerd door de inlichtingendiensten beveiligingsmaatregelen ingezet. De politie zet samen met nationale (veiligheids)partners alles op alles om politiemedewerkers te beschermen en verdere schade te voorkomen.

De korpschef heeft vandaag alle politiemedewerkers nader geïnformeerd over de hack en daarbij opgeroepen tot waakzaamheid. In het belang van het lopende onderzoek kan geen aanvullende informatie worden verstrekt.

De korpschef heeft verder gemeld dat medewerkers met zorgen en vragen terecht kunnen bij hun leidinggevende en een speciaal ingericht meldpunt.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D.M. van Weel


X Noot
1

Kamerstukken II 2024–25, 29 628, nr. 1221

Naar boven