Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 februari 2024
Hierbij bied ik u, conform artikel 7, eerste lid, van het Benoemingsbesluit Adviescommissie
VOG politiegegevens, het jaarverslag van de Adviescommissie VOG politiegegevens over
het jaar 2023 aan.
Sinds 1 juli 2022 is het voor functies die zijn aangewezen bij ministeriële regeling
mogelijk een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) te weigeren op basis van relevante
politiegegevens, ook indien er geen sprake is van relevante justitiële gegevens. Een
dergelijke VOG politiegegevens (hierna: VOG P) is bedoeld voor functies die een hoge
mate van integriteit vereisen. Justis heeft vanaf de inwerkingtreding van de VOG P
op 1 juli 2022 tot en met 31 december 2023 in totaal 15.889 VOG P-aanvragen ontvangen,
waarbij de VOG P in 72 gevallen is geweigerd (0,45%). In zeven gevallen is de VOG
geweigerd op basis van alleen politiegegevens.
Bij het wetsvoorstel VOG P is tevens een Adviescommissie VOG politiegegevens (hierna:
Adviescommissie VOG P) ingesteld. Het Benoemingsbesluit Adviescommissie VOG Politiegegevens
is met ingang van 1 januari 2023 in werking getreden. De Adviescommissie VOG P heeft
tot taak de kwaliteit van de besluiten over aanvragen voor een VOG P en de zorgvuldigheid
waarmee deze besluiten tot stand zijn gekomen, te beoordelen. Daarbij heeft de Adviescommissie
VOG P aandacht voor de wijze waarop bronnen bij de beslissing worden gebruikt, in
het bijzonder in verband met de kwaliteit en betrouwbaarheid van politiegegevens.
Tevens is de Adviescommissie VOG P alert op signalen van discriminatie.
In de eerste periode heeft de Adviescommissie VOG P zich gericht op het werven van
commissieleden en het opstellen van een werkwijze die is vastgelegd in een protocol.1 In 2023 heeft de Adviescommissie VOG P in totaal 7 VOG P-aanvragen beoordeeld. Het
betrof vijf zaken waarin de afgifte van de VOG is geweigerd en twee zaken waarin de
VOG is afgegeven. De Adviescommissie VOG P heeft aangegeven zich wat betreft haar
werkzaamheden in het jaar 2023 nog onvoldoende in staat te voelen om inhoudelijk tot
conclusies en aanbevelingen te komen. Het jaarverslag richt zich dan ook vooral op
de institutionele kant van het functioneren van de Adviescommissie VOG P. Daarbij
geeft de Adviescommissie aan dat zij bij de eerste beoordelingen geen aanwijzingen
heeft gevonden voor (bedoelde of onbedoelde) vormen van discriminatie.
De Adviescommissie VOG P is voornemens om in 2024 haar beoordeling van beslissingen
te intensiveren.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind