29 628 Politie

Nr. 1175 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2023

In mijn brief van 29 juni 20221 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de Toekomstagenda Korpscheftaken. Doel van de Toekomstagenda Korpscheftaken is het verbeteren van de uitvoering van de korpscheftaken en daarmee het versterken van het toezicht en de vergunningverlening op private beveiligingsorganisaties en onderzoeksbureaus, het legale wapenbezit, het gebruik van explosieven voor civiel gebruik en het direct toezicht op de boa’s.2

De aanleiding voor de Toekomstagenda Korpscheftaken was, zoals vermeld in die brief, het rapport van de Inspectie Justitie en Veiligheid over het toezicht door de politie op de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus(Wpbr) van 20223 alsmede eerdere rapporten van de Inspectie van 2015 over de Wpbr en de Wet wapens en munitie (Wwm)4 en een rapport van de Algemene Rekenkamer over de effectiviteit van inspectierapporten in 2022.5

In de brief van 29 juni 2022 heb ik maatregelen voor de lange en korte termijn aangekondigd om de uitvoering van de korpscheftaken te verbeteren. Hierbij informeer ik uw Kamer over de voortgang op de Toekomstagenda Korpscheftaken. Tevens informeer ik uw Kamer over de opvolging van de aanbevelingen van de Inspectie Justitie en Veiligheid in haar rapport over het toezicht door de politie op de Wpbr (2022).

1. Risico-inventarisaties

Ik heb risico-inventarisaties met betrekking tot de Wpbr laten uitvoeren die inzicht hebben gegeven in de belangrijkste risico’s op het domein van de private beveiliging en private onderzoekers. De uitkomsten worden meegenomen in de andere onderdelen van de toekomstagenda, waaronder de herziening van de Wpbr. De rapporten zijn bijgevoegd bij deze brief.6

2. Verbetering administratieve processen

Het efficiënt en goed vormgeven van de administratieve processen is van belang voor de kwaliteit van de uitvoering, het efficiënt inzetten van capaciteit en middelen en de dienstverlening aan vergunningaanvragers en verlofhouders. Het (verder) digitaliseren van deze processen kan daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Door de politie, in samenwerking met betrokken partijen (branche, Kmar, Justis, ministerie), wordt verkend hoe die processen verder gedigitaliseerd kunnen worden, wat dit kost en wat dit voor de langere termijn oplevert in termen van efficiency, kwaliteit en dienstverlening ten aanzien van de uitvoering van de korpscheftaken.

3. Heldere opdracht en duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling

Ik heb aangekondigd maatregelen te nemen om tot afspraken te komen met de politie over het niveau van het uit te voeren toezicht en te zorgen voor duidelijkheid over de verantwoordelijkheidsverdeling ten aanzien van beleid en de sturing op de uitvoering binnen mijn ministerie.

De korpschef voert naast de taken voor mijn ministerie, ook taken uit voor het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Eind 2023 zullen in een opdrachtbrief van de betrokken ministeries aan de politie de verhoudingen tussen ministeries en de politie (rollen, taken en verantwoordelijkheden) worden geduid alsmede afspraken worden geformuleerd over de uitvoering van de verschillende korpscheftaken.

Deze opdrachtbrief bevat alleen afspraken met de politie. Ook de Koninklijke Marechaussee (KMar), Justis en de Douane voeren taken uit op de korpscheftaken. Hiervoor zijn aparte overlegstructuren en de afspraken met deze onderdelen worden in de opdrachtbrief niet meegenomen. Wel wordt de onderlinge samenhang bewaakt.

4. Visie op toezicht in het kader van de korpscheftaken

In de brief van 29 juni 2022 heb ik aangekondigd te komen met een visie op het toezicht in het kader van de korpscheftaken. Deze visie zal niet in een keer voor alle korpscheftaken tegelijk worden opgesteld en vraagt ook per korpscheftaak een eigen proces. Het toezicht op de Wpbr wordt als eerste opgepakt als onderdeel van die herziening (zie hierna onder 6).

Hoewel de doelen van iedere afzonderlijke wet leidend zijn voor de inrichting van het toezicht, is onderlinge samenhang tussen die verschillende wetten van belang met het oog op efficiënte en kwalitatief goede uitvoering van het geheel aan korpscheftaken.

5. Uitvoering van het toezicht bij politie

De politie heeft een toezichtsplan opgesteld om daarmee het toezicht op alle korpscheftaken vanaf eind 2023 binnen de politie meer planmatig en gestructureerd te laten plaatsvinden. Vanaf 2020 zijn extra middelen beschikbaar gekomen voor de politie voor de uitvoering van de korpscheftaken, zoals toegelicht in de brief van 29 juni 2022. De mate waarin extra kon worden ingezet op het toezicht verschilt per regio, afhankelijk van de (nog bestaande) druk op de vergunningverlening. In 2023 wordt de extra formatie die beschikbaar is gekomen in de 3e tranche (50fte) naar verwachting voor een substantieel deel ingezet op het toezicht. In 2023 stelt de politie een realisatieplan vast om de 4e en laatste tranche voor extra formatie (38 fte) op de korpscheftaken af te ronden. De formatie-uitbreiding voor deze 38 fte zal tot aan 2027 stapsgewijs worden gerealiseerd. De inzet van deze capaciteit is mede afhankelijk van de ontwikkelingen in het kader van de toekomstagenda. De in de opdrachtbrief te formuleren resultaatafspraken dragen bij aan een gerichtere en meer afgewogen inzet van capaciteit van de politie op het geheel aan korpscheftaken.

6. Herzieningen Wwm en Wpbr

Herziening Wpbr

De huidige Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus stamt uit 1997 en sindsdien heeft de wet geen noemenswaardige wijzigingen ondergaan. Tevens biedt de huidige wet- en regelgeving op grote onderdelen, zoals de passenproblematiek, informatietechnologie en onvergunde bedrijven, onvoldoende houvast. Vanuit de beveiligingsbranche ligt er al een tijd de vraag om de huidige wet te wijzigen. Ook heeft de Inspectie Justitie en Veiligheid in het eerder genoemde rapport geconcludeerd dat de huidige wetgeving achterhaald is. Derhalve is de huidige wet in samenspraak met de betrokken partijen geëvalueerd en is geconcludeerd dat de gewenste wijzigingen zo ingrijpend zijn dat er rekening wordt gehouden met een geheel nieuwe wet in plaats van een herziening. De voorlopige hoofdlijnen en thema’s van de modernisering zijn inzichtelijk. Tevens is er met betrekking tot het herzieningsproces een tijdspad opgesteld.

De thema’s zijn van maart tot en met mei 2023 in nauwe samenwerking met de betrokken partners (de beveiligingsbranche, Justis, KMar en de politie), nader uitgewerkt. Zodra de hoofdlijnen en thema’s van de modernisering definitief zijn vastgelegd wordt er een conceptwetsvoorstel opgesteld. Afhankelijk van de benodigde tijd om het conceptwetsvoorstel op te stellen is de verwachting dat in de eerste helft van 2024 het wetsvoorstel ter consultatie kan worden aangeboden.

Herziening Wwm

Ik stuur u voor het zomerreces mijn beleidsreactie op het eindrapport van de commissie Wet wapens en munitie en mijn plan van aanpak voor het vervolgproces.

7. Samenhang en tijdspad

De herziening van de Wpbr loopt in de tijd vooruit op de herziening van de Wwm. Eind 2023 zijn voor de Wpbr op beleidsniveau visies gereed op de verschillende thema’s die de herziening omvat. Voor de Wwm is meer tijd nodig om te komen tot een zorgvuldige herziening. Dit betekent dat het langer duurt voordat duidelijk is welke inhoudelijke wijzigingen de herziening van de wet zal omvatten.

Dat betekent dat de herzieningen van de Wpbr en de Wwm niet gelijk op lopen. De visies op het toezicht en de digitaliseringsslag zullen daarmee op verschillende snelheden vorm krijgen. Er zal worden gestart met een visie op het toezicht op de Wpbr. Inzichten die hierbij worden opgedaan kunnen mogelijk worden benut bij de herziening van de Wwm. Bij het traject van digitalisering worden de nieuwe visies van de Wpbr meegenomen. Voor wat betreft de Wwm wordt uitgegaan van de huidige wet. Dit kan betekenen dat na de herziening van de Wwm het digitale systeem op enkele punten nog moet worden aangepast.

Binnen mijn departement is blijvend aandacht voor de onderlinge samenhang, waardoor er op termijn een integrale solide basis ligt in wet- en regelgeving voor goede uitvoering van de korpscheftaken.

8. Informatievoorziening aan uw Kamer over voortgang

Na deze brief wordt u over de voortgang op de Toekomstagenda Korpscheftaken geïnformeerd via het Halfjaarbericht Politie. Over de voortgang op de herziening van de Wwm wordt u verder geïnformeerd met mijn brieven over dit wetgevingsstraject. Over de voortgang op de herziening van de Wpbr wordt u verder geïnformeerd door middel van de gebruikelijke processtappen bij een wetsherziening.

Ik heb er vertrouwen in dat met deze interventies de uitvoering van de korpscheftaken in de toekomst aanmerkelijk wordt verbeterd.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 1100.

X Noot
2

Op grond van de Wet Wapens en Munitie (Wwm), de Wet Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus (Wpbr), de Wet Natuurbeheer (Wnb), de Wet explosieven voor civiel gebruik (Wecg) en het Besluit Boa’s.

X Noot
3

Toezicht door de Politie op Particuliere Beveiligingsorganisaties en Recherchebureaus – IJenV (2022) (Bijlage bij Kamerstukken 35 925 IV en 29 628, nr. 134).

X Noot
4

Naar Samenwerken aan Veiligheid – IJenV (2015) en Op Weg naar Balans – IJenV (2015).

X Noot
5

Kijk op Inspectierapporten – Algemene Rekenkamer (2022).

X Noot
6

Eindrapport Risicoanalyse Particuliere Beveiligingsorganisaties – VeldersNovak (2022) en Eindrapport Risicoanalyse Private Onderzoeksbureaus – VeldersNovak (2022).

Naar boven