29 628 Politie

Nr. 1133 MOTIE VAN HET LID AZARKAN

Voorgesteld 7 december 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat volgens het College voor de Rechten van de Mens de aanname dat mensen die zichtbaar religieus zijn hun functie niet onpartijdig kunnen uitoefenen stigmatiserend en discriminerend is;

overwegende dat de neutraliteit van boa’s en politieagenten moet worden bepaald op basis van hun gedrag en niet op basis van hun uiterlijk;

overwegende dat het verbod op het dragen van religieuze symbolen of kleding een groep uitsluit van het beroep van boa en politieagent;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe het dragen van religieuze uitingen, zoals een hoofddoek of een keppeltje, mogelijk is bij het uniform van boa’s en politieagenten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Azarkan

Naar boven