29 628 Politie

Nr. 1123 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 augustus 2022

Op 10 maart jl. stuurde ik uw Kamer een afschrift van de reactie van het Kabinet op een zogenaamd «Communication from Special Procedures» van de Special Rapporteur inzake marteling en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing».1 Naar aanleiding van die reactie heeft de VN-rapporteur nog een aantal vervolgvragen gesteld. Het antwoord op die vervolgvragen stuur ik uw Kamer hierbij in afschrift toe.

In het commissiedebat politie van 7 juli kwam dit onderwerp ook aan de orde (Kamerstuk 29 628, nr. 1122). Het lid Van Houwelingen (Fvd) vroeg toen om een reactie op het – volgens de VN-rapporteur – lage percentage strafrechtelijke en disciplinaire onderzoeken dat in Nederland start naar aanleiding van geweldsaanwending door de politie. Ik heb toen aangegeven hier schriftelijk op terug te komen. Dat doe ik bij dezen. Voor een uitgebreide reflectie op dit punt verwijs ik naar het antwoord op vraag 4 in de bijlage.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 29 628, nr. 1075.

Naar boven