29 628 Politie

Nr. 1120 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2022

Uw Kamer heeft op 5 juli verzocht om het rapport «Daarom stappen ze op: Vertrekmotieven van aspiranten en jong-afgestudeerden bij de politie». Dit rapport vindt u in de bijlage van deze Kamerbrief. Graag licht ik kort twee zaken toe.

Procedure

Allereerst de procedure. De korpsleiding heeft mijn departement laten weten dat zij dit rapport in concept eindversie heeft ontvangen op 15 juni 2022. De korpsleiding was voornemens mij over dit rapport en de te nemen acties te informeren tijdens het eerstvolgende Minister – Korpschef Overleg (MKCO), opdat ik uw Kamer daarna over het rapport en bijbehorende acties zou kunnen informeren. Dit overleg heeft nog niet plaatsgevonden. Ik zal uw kamer in het najaar informeren over de maatregelen die de korpschef neemt naar aanleiding van de bevindingen en aanbevelingen uit het onderzoek.

Correctie

Het artikel van het NRC is vermoedelijk gebaseerd op de concept eindversie van het rapport dat de korpsleiding op 15 juni 2022 heeft ontvangen1. Hierin is in voetnoot 10 abusievelijk de duiding gegeven dat een kwart van alle aspiranten met een niet-Westerse achtergrond zou uitstromen, hetgeen niet klopt. Deze feitelijke onjuistheid is gecorrigeerd naar aanleiding van een opmerking van de politie in de hoor- en wederhoorfase.

Uit de CBS-cijfers blijkt dat van de uitgestroomde aspiranten 25% een niet-Westerse migratieachtergrond heeft. In de versie die ik u nu doe toekomen wordt dit wel correct weergegeven. Achter de uitstroom kunnen verschillende verklaringen zitten. De uitstroom van aspiranten per opleidingsniveau fluctueert per jaar en per cohort studenten.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Zoals in de bijlage opgenomen, rapport: Daarom stappen ze op: Vertrekmotieven van aspiranten en jong-afgestudeerden bij de politie».

Naar boven