29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving

Nr. 26 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 april 2011

In het Algemeen Overleg van 20 mei 2010 over het islamcongres in Amsterdam heeft mijn ambtsvoorganger minister Hirsch Ballin toegezegd de Tweede Kamer te informeren over de resultaten van het onderzoek van de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) naar de Moslimbroederschap in Nederland (vergaderjaar 2009–2010, 29 614, nr. 25).

Er bestaan verschillende beelden over de Moslimbroederschap in Europa. Enerzijds wordt de gematigde koers van de Europese Moslimbroederschap gezien als een bewuste, misleidende strategie om op lange termijn de invoering van de islamitische wetgeving (sharia) en de islamitische staat in Europa te realiseren. Anderzijds leeft de inschatting dat de Moslimbroederschap oprecht een gematigde koers vaart en zich verder zal hervormen onder invloed van de Westerse democratie.

De AIVD verricht onderzoek naar radicaliseringstendensen in Nederland. Binnen dit onderzoek is er aandacht voor radicale en ultraorthodoxe islamitische bewegingen die in potentie een bedreiging kunnen vormen voor de Nederlandse rechtsorde. In dat kader heeft de AIVD onderzoek gedaan naar de Moslimbroederschap in Nederland. In deze brief worden op basis van dat onderzoek de conclusies beschreven inzake de mogelijke dreiging die van deze beweging uitgaat ten aanzien van de democratische rechtsorde in Nederland. De Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten zal vertrouwelijk meer in detail worden geïnformeerd.

De Moslimbroederschap in Egypte

De Moslimbroederschap is in 1928 in Egypte opgericht met als doel de islamitische identiteit van de Arabische wereld te doen herleven door middel van het creëren van een islamitische maatschappij gefundeerd op de sharia. Hoewel de Egyptische Moslimbroeders nooit een officiële politieke partij vormden, hebben zij het politieke spectrum in Egypte toch geleidelijk weten te beïnvloeden. In 1954 werd de Moslimbroederschap in Egypte verboden, maar vanaf de jaren zeventig begonnen kandidaten die gelieerd waren aan de Moslimbroederschap zich voorzichtig te mengen in de Egyptische politiek. Gaandeweg heeft de Moslimbroederschap zich tevens in andere landen in het Midden-oosten gevestigd, waar veelal ook een repressief beleid tegen de beweging werd gevoerd.

De religieuze, politieke en maatschappelijke doelstellingen, zoals door de oprichter Hassan al-Banna beschreven, zijn lange tijd nagestreefd door de Moslimbroederschap in Egypte. De afgelopen jaren bestaat onder Moslimbroeders in Egypte echter verdeeldheid over de te volgen koers. De jongste generatie streeft democratische hervormingen van de Moslimbroederschap organisatie na. De oudere, conservatievere generatie Moslimbroeders wil vooral vasthouden aan de oorspronkelijke doelstellingen en structuur.

Door de recente ontwikkelingen in het Midden-Oosten is de vraag gerezen welke rol de Moslimbroederschap zal spelen bij de democratische hervormingen in Egypte. De doelstellingen en de strategie van de Moslimbroederschap in Egypte zijn vooralsnog onduidelijk. Wel staat vast dat in ieder geval een deel van de Moslimbroederschap een politieke rol nastreeft in Egypte. Nadat in februari 2011 president Mubarak is afgetreden, heeft de Moslimbroederschap aangekondigd een politieke partij op te richten die de naam Vrijheid- en Gerechtigheidspartij zal krijgen.

De Moslimbroederschap in Europa

Als gevolg van de repressie van de Moslimbroederschap in het Midden-Oosten emigreerden in de jaren zestig van de vorige eeuw veel Moslimbroeders naar Europa. Deze Moslimbroeders vestigden zich in eerste instantie in Duitsland en hebben van daaruit een netwerk opgebouwd dat tegenwoordig vertakkingen heeft in vrijwel alle Europese landen met een islamitische gemeenschap. De Europese Moslimbroederschap is weliswaar ontstaan vanuit de moederorganisatie in Egypte, maar is in de loop van de tijd een meer zelfstandige en niet-politieke koers gaan varen.

De Moslimbroederschap in Europa is een islamitische beweging die gekenmerkt kan worden als een diffuus netwerk van individuen en organisaties die sympathie hebben voor het religieuze gedachtegoed van de Moslimbroederschap. De Europese Moslimbroederschap streeft naar een herislamisering van de moslimgemeenschap, waarbij de islam leidend moet zijn in het dagelijks leven van de moslims. Ook proberen Moslimbroeders de weg vrij te maken voor een grotere rol van de islam in het Westen, onder andere door invloed te verwerven in het maatschappelijk middenveld.

Zowel uit wetenschappelijke publicaties als uit andere informatie die de AIVD ter beschikking staat blijkt dat de Federation of Islamic Organisations Europe (FIOE) gezien kan worden als de koepelorganisatie van de Moslimbroederschap in Europa. De FIOE heeft een sturende rol binnen de Europese Moslimbroederschap en bepaalt het centrale beleid, dat lokaal wordt uitgevoerd door nationale federaties.

De Moslimbroederschap in Nederland

De Moslimbroederschap in Nederland vormt geen formele organisatie waarvan het lidmaatschap onomstotelijk vast te stellen is. Ook in Nederland is sprake van diffuus netwerk van personen die sympathie hebben voor het religieuze gedachtegoed van de Moslimbroederschap. Meerdere van deze personen hebben zich verenigd in de Federatie Islamitische Organisaties in Nederland (FION). De FION staat in contact met de FIOE, hetgeen onder ander blijkt uit de website van FIOE waarop de FION tot voor kort werd genoemd als een van de nationale federaties.

De AIVD heeft geconstateerd dat de Egyptische Moslimbroederschap weinig invloed heeft op de beweging in Nederland. De Nederlandse Moslimbroeders streven naar de herislamisering van de moslimgemeenschap waarbij de islam leidend moet zijn in het dagelijks leven van de moslims. Zij richten zich daarbij vooral op het verspreiden van het religieuze gedachtegoed van de Moslimbroederschap en het vergroten van haar invloedssfeer. De Moslimbroeders in Nederland stellen zich gematigd op en streven een betere positie voor moslims in Nederland na. In hun discours zijn begrippen als integratie, democratie, burgerzin nadrukkelijk aanwezig.

In Nederland is de invloed van de Moslimbroederschap beperkt gebleven. Dit is onder andere te verklaren door de migratiegeschiedenis in Nederland, die in de jaren zestig van de vorige eeuw gekenmerkt werd door de komst van vooral laaggeschoolde arbeiders in plaats van studenten. Studenten hebben een belangrijke rol gespeeld bij de verspreiding van het Moslimbroederschap gedachtegoed in de rest van Europa.

De AIVD schat in dat het aantal actieve Moslimbroeders in Nederland zich beperkt tot enkele tientallen. Hierdoor is de invloed van de Nederlandse Moslimbroeders, ondanks het hoge ambitieniveau, vooralsnog beperkt. Het aantal sympathisanten, dat geen actieve rol vervult, maar bijvoorbeeld openbare bijeenkomsten bezoekt waar het gedachtegoed van de Moslimbroederschap wordt uitgedragen, ligt hoger. Het gaat hier om niet meer dan enkele honderden personen. Hierbij moet bovendien aangetekend worden dat niet alle bezoekers zich bewust zijn dat deze bijeenkomsten feitelijk georganiseerd zijn door Moslimbroeders.

Activiteiten in Nederland

Uit het onderzoek van de AIVD komt naar voren dat de Nederlandse Moslimbroeders de afgelopen jaren hun invloedssfeer in de Nederlandse samenleving hebben uitgebreid. Zij ontplooien diverse activiteiten die als doel hebben hun gedachtegoed onder de moslims te verspreiden en de positie van de islam in de Nederlandse samenleving te versterken. Voor deze activiteiten hebben zij financiële middelen tot hun beschikking die zij in het Midden-Oosten, met name in de Golfstaten, hebben vergaard. De FION heeft met deze financiële middelen de bouw van diverse islamitische centra in Nederland ondersteund.

Een van de activiteiten van de Nederlandse Moslimbroeders is de organisatie van of betrokkenheid bij verschillende open bijeenkomsten. De FION organiseert bijvoorbeeld jaarlijks een zomerkamp voor islamitische jongeren en is betrokken geweest bij de organisatie van een jaarlijkse bekeerlingendag en het islamcongres in Amsterdam in mei 2010. Dit congres heeft in de media en politiek aandacht gekregen vanwege de mogelijke komst van predikers met een radicale signatuur, waaronder Yusuf al-Qaradawi en Salah Soltan. Zij hebben in het verleden onder andere anti-westerse, antizionistische en anti-integratieve uitspraken gedaan. Op het congres was uiteindelijk alleen Soltan aanwezig, en zowel hij als andere sprekers hebben geen radicale uitspraken gedaan.

De AIVD constateert dat op deze open bijeenkomsten veelal centrale Moslimbroederschap thema’s worden behandeld, zoals de mogelijkheden van toepassing van de sharia binnen de kaders van de Europese wetgeving. De AIVD heeft geen aanwijzingen dat tijdens deze bijeenkomsten een radicaal gedachtegoed wordt verkondigd.

De Moslimbroeders in Nederland zijn betrokken bij verschillende initiatieven die de Palestijnse zaak steunen. Zo is de FION betrokken bij de organisatie van de Vredesvloot in 2011. De FION was mogelijk ook betrokken bij de organisatie van de Vredesvloot in 2010. Van oudsher sympathiseert de Moslimbroederschap met de Palestijnse zaak en met Hamas, die in 1987 is ontstaan vanuit de Palestijnse tak van de Moslimbroederschap. De AIVD heeft geen concrete aanwijzingen dat de Moslimbroeders in Nederland andere dan humanitaire doelstellingen van Hamas feitelijk ondersteunen.

Heimelijkheid

De AIVD constateert dat personen en organisaties in Nederland iedere affiliatie met de Moslimbroederschap ontkennen, net als dat in andere landen in Europa het geval is. Een deel van de verklaring ligt waarschijnlijk in het feit dat de Moslimbroederschap in de Arabische wereld verboden was en vaak nog is, waardoor de Moslimbroeders de aldaar noodzakelijke heimelijkheid wereldwijd hebben overgenomen. Tevens is het mogelijk dat de Moslimbroeders repercussies voor familie of voor zichzelf tijdens bezoek aan hun moederland vrezen. De meest waarschijnlijke reden om de signatuur te verhullen acht de AIVD de zorg voor een negatief imago als gevolg van het beeld dat de Europese Moslimbroederschap een bewuste, misleidende strategie volgt om op lange termijn de invoering sharia en de islamitische staat in Europa te realiseren.

De AIVD constateert tevens dat de Nederlandse Moslimbroeders besloten bijeenkomsten organiseren, gericht op dawa (missie activiteiten) en tarbiyya (educatie), die alleen toegankelijk zijn voor personen die tot de kleine kring van vertrouwelingen van de organisatoren behoren. Aan deze besloten bijeenkomsten wordt geen ruchtbaarheid gegeven en de AIVD constateert dat er in het kader van deze besloten bijeenkomsten sprake is van heimelijk en veiligheidsbewust gedrag.

Conclusie

De AIVD heeft in het onderzoek naar de Moslimbroederschap in Nederland geconstateerd dat de activiteiten van de beweging op de lange termijn een risico zouden kunnen vormen voor de democratische rechtsorde in Nederland.

Ten eerste is het voorstelbaar dat het streven van de Moslimbroeders om de islam leidend te laten zijn in alle aspecten van het leven van moslims op lange termijn kan bijdragen aan een voedingsbodem voor (onverdraagzaam) isolationisme en polarisatie. Deze constatering geldt overigens ook voor andere bewegingen die een zeer orthodox gedachtegoed propageren.

Ten tweede kan door het veiligheidsbewuste en heimelijke optreden van de Nederlandse Moslimbroeders niet uitgesloten worden dat er naast de geconstateerde intenties andere doelstellingen bestaan die strijdig kunnen zijn met de democratische rechtsorde in Nederland. Hiervoor heeft de AIVD echter geen concrete aanwijzingen.

Ten derde is geconstateerd dat Nederlandse Moslimbroeders invloed trachten te verwerven in het maatschappelijk middenveld. Indien Moslimbroeders hierbij deelnemen aan of invloed uitoefenen op politieke besluitvorming zonder hun signatuur en daarmee hun belangen en intenties kenbaar te maken, kan dit tot een onwenselijke situatie leiden. De AIVD beschikt echter niet over concrete aanwijzingen dat dit momenteel het geval is.

Ten slotte heeft de AIVD vastgesteld dat Nederlandse Moslimbroeders over een breed internationaal contactennetwerk en ruime financiële middelen beschikken, hetgeen de mogelijkheden zou kunnen vergroten om de (eventueel verhulde) doelstellingen in Nederland te verwezenlijken.

Hier tegenover staan de andere bevindingen van de AIVD, namelijk dat de Nederlandse Moslimbroederschap van geringe omvang is en thans slechts een zeer beperkte invloed heeft op de moslimgemeenschap en op het maatschappelijk middenveld. Ook heeft de AIVD vastgesteld dat zowel de onderkende doelstellingen als de activiteiten van de Nederlandse beweging niet strijdig zijn met de democratische rechtsorde in Nederland. Bovendien heeft de AIVD geen aanwijzingen dat de Moslimbroederschap in Nederland een radicale of gewelddadige koers zou varen. Ten slotte schat de AIVD in dat de weerstand van de Nederlandse samenleving zodanig hoog is dat het onwaarschijnlijk is dat, eventueel verhulde, doelstellingen van de beweging in Nederland in gerealiseerd kunnen worden.

Zoals gesteld in de inleiding bestaan er verschillende beelden over de Moslimbroederschap in Europa. Zo bestaat enerzijds de inschatting dat de gematigde koers van de Europese Moslimbroederschap een bewuste, misleidende strategie is om meer radicale doelstellingen te verwezenlijken, terwijl anderzijds de inschatting leeft dat de Moslimbroederschap oprecht een gematigde koers vaart en zich verder zal hervormen onder invloed van de Westerse democratie. Naar de inschatting van de AIVD vaart de Moslimbroederschap in Nederland thans een gematigde koers. Hoewel niet volledig kan worden uitgesloten dat dit een misleidende strategie is, beschikt de AIVD momenteel niet over concrete aanwijzingen hiervoor.

Derhalve is de conclusie van het tot nu toe verrichte onderzoek dat de Moslimbroederschap in Nederland thans geen feitelijke dreiging vormt voor de democratische rechtsorde of nationale veiligheid.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. P. H. Donner

Naar boven