Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 november 2020
In mijn brief van 20 januari 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de uitspraak van
de rechtbank Amsterdam over de aanwijzing die ik op 16 september 2019 heb gegeven
aan de Stichting Islamitisch Onderwijs (SIO), het bevoegd gezag van het Cornelius
Haga Lyceum (CHL).1 In die brief heb ik tevens aangekondigd bij de afdeling bestuursrechtspraak van de
Raad van State hoger beroep in te stellen tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam.
Graag informeer ik u nu over de laatste ontwikkelingen.
De kern van mijn aanwijzing was dat alleen een nieuw bestuur in staat was de geconstateerde
tekortkomingen en risico’s op te heffen. Sinds dit voorjaar is er veel gebeurd binnen
het bestuur van SIO. Een bestuurlijk conflict heeft geleid tot het ontslag van twee
bestuursleden door de voorzitter van het algemeen bestuur. Over deze ontslagen zijn
verschillende rechtszaken gevoerd en nog gaande. Na eerst een interim-dagelijks bestuurder,
zijn inmiddels een nieuwe dagelijks bestuurder en een nieuw algemeen bestuurslid aangenomen.
Ook is aan het begin van de zomer een interim-schoolleider aangesteld, die uitvoering
geeft aan een verbeterplan op onderwijskundig vlak.
In het kader van de tekortkomingen die de Inspectie van het Onderwijs in het rapport
van 29 mei 2019 heeft vastgesteld en de daaraan gekoppelde herstelopdrachten die aan
SIO zijn gegeven, heeft de inspectie op 1 september 2020 een tussenrapport van het
herstelonderzoek vastgesteld.2 Uit dit rapport blijkt dat er verbeteringen in gang zijn gezet, maar ook dat er nog
veel werk te doen is. De inspectie heeft SIO de opdracht gegeven om alsnog volledig
aan de herstelopdrachten te voldoen, uiterlijk per 1 februari 2021.
De ontwikkelingen binnen het bestuur en het tussenrapport van de inspectie waren voor
mij aanleiding om in gesprek te gaan met SIO. In mijn handelingen ten aanzien van
SIO heeft steeds het belang van de leerlingen van het CHL voorop gestaan. Ik acht
het ook in hun belang dat we – net als de gemeente Amsterdam – werken aan normalisering
van de verhoudingen tussen de overheid en SIO. Ook SIO heeft aangegeven te werken
aan goede samenwerking met de overheid en andere betrokkenen.
In de gesprekken, waar ook de gemeente Amsterdam bij betrokken is, heeft SIO duidelijk
gemaakt de herstelopdrachten te omarmen en dat hier conform de opdracht van de inspectie
uiterlijk op 1 februari 2021 aan zal worden voldaan.
Ook heeft SIO mij toegezegd invulling te geven aan een bredere en meer diverse samenstelling
van het algemeen bestuur van in totaal vijf personen per 1 februari 2021.
Het afgelopen jaar is vanuit SIO veel tijd en energie gestoken in juridische procedures.
Het is van belang dat de aandacht juist uitgaat naar goed onderwijs voor de leerlingen,
mede door uitvoering te geven aan de herstelopdrachten van de inspectie.
Om eraan bij te dragen dat SIO zich op volle kracht kan richten op de herstelopdrachten,
heb ik in gezamenlijkheid met SIO een verzoek bij de afdeling bestuursrechtspraak
van de Raad van State ingediend om de zitting van het hoger beroep van mij en het
hoger beroep van SIO tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam uit te stellen
tot september 2021. De Raad van State heeft mij op 3 november 2020 bevestigd dat de
zitting van het hoger beroep inderdaad zal worden uitgesteld.
Het hoger beroep is daarmee niet definitief van de baan. De inspectie blijft de situatie
nauwgezet volgen en kort na 1 februari 2021 onderzoekt de inspectie of SIO aan de
herstelopdrachten heeft voldaan. Op basis van de bevindingen van de inspectie, zal
ik opnieuw de balans opmaken.
In januari/februari 2021 onderzoekt de inspectie tevens de kwaliteit van het onderwijs
op het CHL en in de tussentijd monitort de inspectie de herinrichting van het bestuur
en de schoolleiding. In de aanloop naar 1 september 2021 maak ik de balans op.
Ik gun de leerlingen van het CHL een school die midden in de samenleving staat en
waar in rust en veiligheid goed onderwijs wordt gegeven.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob