29 614 Grondrechten in een pluriforme samenleving

Nr. 138 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 oktober 2019

In februari jl. heeft het Ministerie van Buitenlandse Zaken een diplomatieke nota ontvangen van de ambassade van Koeweit. In de nota laat de ambassade weten dat Stichting Rahma Relief Nederland een aanvraag voor financiering heeft ingediend in Koeweit. De ambassade verzoekt het ministerie om aanvullende informatie over de organisatie. Koeweit geeft met de nota uitvoering aan bilaterale afspraken over transparantie van financieringsaanvragen.

Op dit moment is er geen formeel beletsel ten aanzien van deze specifieke aanvraag, nu de onduidelijkheden hierover (zoals gemeld in onze brief met Kamerstuk 29 614, nr. 133 van 16 juli 2019) zijn opgehelderd. De ambassade van Koeweit is overeenkomstig geïnformeerd.

Met deze brief geven de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opvolging aan de motie van de leden Karabulut en Segers (Kamerstuk 29 614, nr. 99) die de regering verzoekt informatie over buitenlandse financiering uit Golflanden of elders zo snel mogelijk te delen met de Kamer en gemeentes.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven