nr. 80
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2009
Begin dit jaar heeft de Taskforce Versterking Recreatietoervaart, onder
leiding van de heer Gabor, aan mij het advies «Verkenning van de technische
en bestuurlijke haalbaarheid van een bijdrage voor de recreatietoervaart»
uitgebracht.
De Taskforce adviseert tot het instellen van een stimuleringsfonds (Blauwfonds)
uitsluitend voor de recreatietoervaart en het in dit verband (laten) heffen
van een watersportbijdrage.
Het Blauwfonds wordt aangewend als kwaliteitsimpuls voor de watersport
voor de opheffing van de knelpunten in het toervaartnet; het stimuleren van
de kleine waterrecreatie; het bevorderen van de veilige vaart en het treffen
van milieumaatregelen.
Verder adviseert de Taskforce dat de berokken organisaties de zeggenschap
krijgen over het Blauwfonds. Het Blauwfonds krijgt een wettelijk kader met
verantwoordingsplicht aan de minister van LNV.
Per brief van 5 februari jl. (Kamerstuk 29 576, nr. 77) heb
ik u het advies aangeboden en aangegeven dat ik na overleg met de sector en
met andere overheden een standpunt zou bepalen over de invoering van een watersportbijdrage.
Het idee voor een bijdrageregeling voor watersporters is niet nieuw. Reeds
bij het afsluiten van het Convenant uitvoering beleidsvisie Recreatietoervaartnet,
tussen Rijk en provincies in 1992, werd door overheden en watersportsector
geconstateerd dat een grotere betrokkenheid van particuliere organisaties –
ook in financiële zin – wenselijk is bij het oplossen van knelpunten
in het basistoervaartnet.
In het huidige rijksbeleid is het zo dat het normale beheer en onderhoud
van de rijkswateren bestemd voor beroeps- en recreatievaart plaatsvindt onder
de verantwoordelijkheid van Rijkswaterstaat. De overige vaarwegen vallen
onder de verantwoordelijkheid van provincies, waterschappen en/of gemeenten.
Daarbovenop is in het eerdergenoemde convenant tussen Rijk en provincies
een extra impuls afgesproken voor het oplossen van nautische knelpunten in
het recreatietoervaartnet.
De uitvoering van het oplossen van de knelpunten in het recreatietoervaartnet
wordt gecoördineerd door de Stichting Recreatietoervaart Nederland (SRN)
en verloopt goed.
Inmiddels is de uitvoering van het oplossen van deze knelpunten opgenomen
in de Bestuursovereenkomsten 2007–2013 van het Investeringsbudget Landelijk
Gebied (ILG). Op dit moment is het zo dat het Rijk via het ILG voor 10%
(€ 29,83 mln) meefinanciert aan het oplossen van specifieke knelpunten
in de landelijke recreatietoervaartnet. 90% van de kosten worden opgebracht
door de provincies (€ 73,55 mln) en derden (indicatief € 199,31
mln).
De ILG-overeenkomsten lopen door tot in 2013, waarna de extra rijksbijdrage
aan het oplossen van nautische knelpunten aan het recreatietoervaartnet ophoudt.
Na 2013 is het mede aan de sector om extra voorzieningen te financieren. Het
advies van de Taskforce Gabor was onder meer bedoeld om daar nader vorm aan
te geven.
De verkenning naar een watersportbijdrage is gestart naar aanleiding van
een nadrukkelijk schriftelijk verzoek van de samenwerkende organisaties binnen
SRN. Dit verzoek heeft ertoe geleid dat in het Meerjarenprogramma 2007–2013
van de Agenda voor een Vitaal Platteland (Kamerstuk 29 576, nr. 19,
d.d. 6-3-2006) is opgenomen dat het Rijk de mogelijkheden van een watersportbijdrage
zal onderzoeken en dat met de watersportbijdrage wordt beoogd het brug- en
sluisgeld af te kopen, de uitvoering van het basisrecreatietoervaartnet te
versterken, milieumaatregelen te nemen en de veiligheid te vergroten.
De watersportsector blijkt echter grote moeite te hebben met het advies
en heeft verdeeld gereageerd op het rapport, waardoor ik constateer dat er
onvoldoende draagvlak is voor het advies.
Tegen deze achtergrond van het huidige rijksbeleid en het ontbreken van
draagvlak bij de watersportsector heb ik na overleg met de sector en de departementen
van Economische Zaken, Financiën en Verkeer en Waterstaat besloten om
het advies van de Taskforce Gabor niet over te nemen. Het is nu aan de sector
om met een voorstel te komen voor een vorm van een eigen bijdrage.
Gelet op het ontbreken van draagvlak bij de watersportsector voor een
watersportbijdrage, zoals beschreven in het advies van de Taskforce Gabor,
hebben ANWB, Watersportverbond en HISWA vereniging onder aanvoering van de
SRN afgelopen zomer het initiatief genomen om een Toekomstvisie watersportrecreatie
(2025) op te stellen. In de toekomstvisie zal worden gekeken naar «de
ambities en bijdragen van de sector die wél op draagvlak kunnen rekenen».
De visie zal worden getoetst bij de achterban van de SRN (de watersportsector).
De aangekondigde Toekomstvisie watersportrecreatie 2025 richt zich onder
meer op de vraag of kan worden volstaan met de te verwachten kwaliteit van
het landelijk toervaartnet na 2013 of dat extra voorzieningen gewenst zijn
danwel extra verbeteringen nodig zijn aan de dan resterende knelpunten.
De Toekomstvisie kan een nieuw licht werpen op de bereidheid van de sector
om een eigen bijdrage te leveren. Mocht de sector met een gedegen financiële
onderbouwing komen, dan ben ik bereid tot een gesprek. Vooralsnog
zie ik echter geen aanleiding om het huidige rijksbeleid inzake de recreatietoervaart
te wijzigen. De watersportsector is nu aan zet.
De minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
G. Verburg