nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 mei 2004
De Raad van State heeft op 12 maart jl. advies uitgebracht over het
voorstel van wet tot wijziging van de Wet milieubeheer en enige andere wetten
ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2003/87/EG van 13 oktober
2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten.
Ik verwacht het wetsvoorstel dezer dagen aan te bieden aan de Koningin ter
indiening bij de Tweede Kamer.
Mede namens de Minister van Economische Zaken bericht ik u dat ik het
zeer op prijs zou stellen wanneer uw Kamer zorg zou kunnen dragen voor een
snelle behandeling van dit wetsvoorstel, zo mogelijk nog vóór
het zomerreces. Zoals u wellicht bekend is, verplicht bovengenoemde EG-richtlijn
Nederland om per 1 januari 2005 een werkend handelssysteem te hebben
voor broeikasgasemissierechten. Om dit handelssysteem tijdig te laten functioneren,
is het zeer gewenst om het wettelijke bouwwerk op 1 oktober a.s. gereed
te hebben. Immers, voordat er in broeikasgasemissierechten kan worden gehandeld,
dienen de bedrijven te kunnen beschikken over hun emissierechten. De toewijzing
daarvan dient volgens de richtlijn op 1 oktober te hebben plaatsgevonden.
Tegen deze toewijzing staat beroep open bij de rechter. Het wetsvoorstel strekt
er eveneens toe aan de toewijzing van broeikasgasemissierechten een juridische
basis te verlenen.
Het wetsvoorstel heeft uitsluitend betrekking op handel in CO2-emissierechten.
Naar aanleiding van het advies van de Raad van State heb ik besloten om u
eerst het wetsvoorstel inzake CO2-emissiehandel aan
te bieden – en daarmee de rechtstreekse implementatie van genoemde EG-richtlijn
vorm te geven – en op een termijn van enkele maanden het wetsvoorstel
voor de handel in NOx-emissierechten te laten volgen. Tijdens het
algemeen overleg met de vaste commissies voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken van uw Kamer op 31 maart
jl. (kamerstuk 26 603 / 28 663 / 28 240, nr. 40) over onder
andere het ontwerp-CO2-allocatieplan voor de periode 2005–2007
en de beleidsnotitie «Erop of eronder» heb ik mijn ambitie uitgesproken
om ook de handel in NOx-emissierechten feitelijk te kunnen laten
starten per 1 januari 2005. De NEC-richtlijn legt de lidstaten emissieplafonds
op voor vier verzurende stoffen, waaronder NOx. «Erop of
eronder» verdeelt deze emissieplafonds over de verschillende sectoren.
Naar mijn mening is een handelssysteem voor NOx noodzakelijk om
het sectorplafond voor Industrie, Energie en Raffinaderijen op kosteneffectieve
wijze binnen bereik te brengen. Bijkomend voordeel van een snelle invoering
van het NOx-handelssysteem is dat het voor de betreffende bedrijven
naar verwachting minder belastend is om in één keer een monitoringssysteem
voor beide gassen op te zetten.
Tijdens datzelfde overleg heb ik reeds gepleit voor een snelle behandeling
van eerdergenoemd wetsvoorstel. Ik voelde mij daarin gesteund door de brede
instemming met emissiehandel als onderdeel van de vernieuwing van het milieubeleidsinstrumentarium.
Het behoeft geen betoog dat ik gaarne bereid ben alle informatie die uw
Kamer wenst ten behoeve van de behandeling van dit wetsvoorstel, ter beschikking
te stellen.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel