29 565
Wijziging van de Wet milieubeheer en enige andere wetten ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap en tot wijziging van Richtlijn 96/61/EG van de Raad (PbEU L 275) en de instelling van een emissieautoriteit (Implementatiewet EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten)

nr. 5
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 mei 2004

De Raad van State heeft op 12 maart jl. advies uitgebracht over het voorstel van wet tot wijziging van de Wet milieubeheer en enige andere wetten ten behoeve van de implementatie van richtlijn nr. 2003/87/EG van 13 oktober 2003 tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten. Ik verwacht het wetsvoorstel dezer dagen aan te bieden aan de Koningin ter indiening bij de Tweede Kamer.

Mede namens de Minister van Economische Zaken bericht ik u dat ik het zeer op prijs zou stellen wanneer uw Kamer zorg zou kunnen dragen voor een snelle behandeling van dit wetsvoorstel, zo mogelijk nog vóór het zomerreces. Zoals u wellicht bekend is, verplicht bovengenoemde EG-richtlijn Nederland om per 1 januari 2005 een werkend handelssysteem te hebben voor broeikasgasemissierechten. Om dit handelssysteem tijdig te laten functioneren, is het zeer gewenst om het wettelijke bouwwerk op 1 oktober a.s. gereed te hebben. Immers, voordat er in broeikasgasemissierechten kan worden gehandeld, dienen de bedrijven te kunnen beschikken over hun emissierechten. De toewijzing daarvan dient volgens de richtlijn op 1 oktober te hebben plaatsgevonden. Tegen deze toewijzing staat beroep open bij de rechter. Het wetsvoorstel strekt er eveneens toe aan de toewijzing van broeikasgasemissierechten een juridische basis te verlenen.

Het wetsvoorstel heeft uitsluitend betrekking op handel in CO2-emissierechten. Naar aanleiding van het advies van de Raad van State heb ik besloten om u eerst het wetsvoorstel inzake CO2-emissiehandel aan te bieden – en daarmee de rechtstreekse implementatie van genoemde EG-richtlijn vorm te geven – en op een termijn van enkele maanden het wetsvoorstel voor de handel in NOx-emissierechten te laten volgen. Tijdens het algemeen overleg met de vaste commissies voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en van Economische Zaken van uw Kamer op 31 maart jl. (kamerstuk 26 603 / 28 663 / 28 240, nr. 40) over onder andere het ontwerp-CO2-allocatieplan voor de periode 2005–2007 en de beleidsnotitie «Erop of eronder» heb ik mijn ambitie uitgesproken om ook de handel in NOx-emissierechten feitelijk te kunnen laten starten per 1 januari 2005. De NEC-richtlijn legt de lidstaten emissieplafonds op voor vier verzurende stoffen, waaronder NOx. «Erop of eronder» verdeelt deze emissieplafonds over de verschillende sectoren. Naar mijn mening is een handelssysteem voor NOx noodzakelijk om het sectorplafond voor Industrie, Energie en Raffinaderijen op kosteneffectieve wijze binnen bereik te brengen. Bijkomend voordeel van een snelle invoering van het NOx-handelssysteem is dat het voor de betreffende bedrijven naar verwachting minder belastend is om in één keer een monitoringssysteem voor beide gassen op te zetten.

Tijdens datzelfde overleg heb ik reeds gepleit voor een snelle behandeling van eerdergenoemd wetsvoorstel. Ik voelde mij daarin gesteund door de brede instemming met emissiehandel als onderdeel van de vernieuwing van het milieubeleidsinstrumentarium.

Het behoeft geen betoog dat ik gaarne bereid ben alle informatie die uw Kamer wenst ten behoeve van de behandeling van dit wetsvoorstel, ter beschikking te stellen.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel

Naar boven