29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 326 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 29 juni 2011

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar aanleiding van het rondetafelgesprek over Beveiligers van 3 maart jl.

De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 29 juni 2011. Vragen en antwoorden , voorzien van een inleiding, zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie,

Van Gent

De griffier van de commissie,

Post

Inleiding

Eind april 2011 heb ik aangekondigd dat ik u in de loop van juni nader zou berichten over de «Code verantwoordelijk marktgedrag in de schoonmaak- en glazenwassersbranche» en de vragen die u heeft gesteld naar aanleiding van uw rondetafelgesprek met beveiligers (Kamerstukken II, 2010–2011, 29 544, nr. 300). De vragen hadden betrekking op de aanbesteding van beveiligingsdiensten door de overheid.

Hierbij ontvangt u, mede namens de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, nadere informatie en antwoorden op uw vragen. Voordat ik aan de vragen toekom zal ik u kort informeren over de ontwikkelingen rond de code alsmede over de relevantie daarvan voor de rijksaanbesteding van beveiligingsdiensten.

Op 25 mei jl. heb ik de «Code verantwoordelijk marktgedrag» in ontvangst genomen.2 Het idee voor deze code is ontstaan tijdens de maandenlange schoonmaakstakingen in het voorjaar van 2010. Er ontstond in die periode een sterke bewustwording van de effecten van de wijze van aanbesteding van schoonmaakdiensten en van prijsconcurrentie. Dit zette druk op de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden van de individuele schoonmakers in de sector. Het ging de schoonmakers niet alleen om een betere cao maar vooral ook om een betere en respectvolle behandeling tijdens het werk bij de opdrachtgevers.

Toen de rust in de sector terugkeerde ging de breed samengestelde commissie van start om werk te maken van verantwoordelijk marktgedrag. Het doel is om te bevorderen dat de principes voor maatschappelijk verantwoord ondernemen in de praktijk worden toegepast. Vanwege het belang van deze doelstelling heeft de rijksoverheid (als grote opdrachtgever) in de commissie geparticipeerd. De code is gericht op het bevorderen van goed opdrachtgeverschap, goed werkgever- en opdrachtnemerschap, goed werknemerschap en goed makelaarschap. In de toekomst richt de commissie zich in meer praktische zin op de implementatie en naleving van de code. De code kan een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de positie van de schoonmakers en de kwaliteit van het werk.

De code bevordert dat er bij het aanbesteden van schoonmaakwerk een goede balans ontstaat tussen prijs en kwaliteit, waarbij de kwaliteit van het werk een groter gewicht in de schaal gaat leggen. Begin dit jaar is bij het Ministerie van SZW (samen met vier andere departementen) een nieuwe aanbesteding van schoonmaakwerk in de markt gezet. Daarbij is al gehandeld in de geest van de code die toen in ontwikkeling was. De kwaliteit van het werk en maatschappelijke doelstellingen spelen een belangrijke rol. Een onderdeel is bijvoorbeeld dat minimaal vijf procent van de schoonmakers die straks op het ministerie komen werken, zal moeten komen uit de groep die een grote afstand tot de arbeidsmarkt heeft. Het streven is erop gericht dat ze, bij gebleken geschiktheid, doorstromen naar een vaste baan bij het schoonmaakbedrijf. Natuurlijk is de prijs niet totaal ondergeschikt. Ook als het gaat om de schoonmaak van ministeries moeten we zuinig en zorgvuldig omgaan met belastinggeld. We moeten in een juiste balans investeren in vakmanschap, in kwaliteit, in sociale betrokkenheid. Dat is precies waar deze code voor staat.

In de tweede helft van dit jaar zal ook de implementatie van de code door de rijksoverheid de benodigde aandacht krijgen. Daarbij kijken we niet alleen naar de aanbesteding van schoonmaakdiensten maar ook naar de aanbesteding van bijvoorbeeld post, catering en beveiliging. Met betrekking tot de beveiliging ga ik hieronder nog in op de vragen zoals u die heeft gesteld in uw schrijven van 25 maart jl. naar aanleiding van een rondetafelgesprek met beveiligers (2011Z04936/2011D15462).

Vragen en antwoorden

1

Wat is het beleid van de overheid bij de aanbesteding van beveiligingswerk?

Het beleid van de overheid ten aanzien van het aanbesteden van beveiligingswerk is hetzelfde als bij het aanbesteden van andere dienstverlening door de overheid. Het beleid wordt in de hierna volgende antwoorden nader verduidelijkt.

2

Wordt er bij aanbestedingen door overheden en overheidsinstellingen rekening gehouden met arbeidsomstandigheden en arbeidscontractvormen van beveiligers? In welke mate en waarom?

Ten aanzien van arbeidsomstandigheden geldt dat de beveiligers hun werk verrichten op de locaties van de ministeries c.q. overheidsinstellingen. Aldaar wordt er op de werkplek rekening gehouden met arbeidsomstandigheden. Tevens worden in het aanbestedingsbestek eisen gesteld aan arbeidsomstandigheden en aan arbeidscontractvormen van beveiligers die werkzaamheden uitvoeren voor en bij particuliere beveiligingsorganisaties. Zo kunnen bij rijksoverheidsopdrachten clausules worden opgenomen die waarborgen dat de arbeidsvoorwaarden van de werkenden ten minste gelijk zijn aan die in de wet- en regelgeving (zoals op het terrein van het minimumloon) en in algemeen verbindend verklaarde cao’s. Dit is een van de uitgangspunten in het ILO-verdrag 94. In de lopende aanbestedingsprocedure voor beveiligingsdiensten ten behoeve van een aantal organisaties binnen de rijksoverheid is dit als eis toegepast.

3

Wat is in de beoordeling van de aanbestedingscontracten de verhouding tussen kwaliteit en prijs?

Hiervoor zijn geen overheidsbrede afspraken gemaakt. Uitgangspunt is dat zoveel mogelijk gebruik wordt gemaakt van de economisch meest voordelige inschrijving (EMVI). Desalniettemin zullen in ieder geval de inschrijvers op aanbestedingen aan een aantal eisen dienen te voldoen. Een aanbesteding op laagste prijs betreft altijd de laagste prijs tegen een vooraf vastgesteld kwaliteitsniveau. Kwaliteit wordt dus te allen tijde meegenomen in een aanbesteding en is dus mede bepalend voor de winnende inschrijving. In het programma van eisen worden doorgaans hoge kwaliteitseisen gesteld voor de uitvoering van de opdracht. Naast deze eisen worden aanvullende wensen gevraagd (kwaliteitscriteria) waarmee inschrijvers zich kunnen onderscheiden van de concurrentie. Op basis van objectieve beoordelingscriteria kunnen inschrijvers zich meer of minder kwalificeren om in aanmerking te komen voor de opdracht. Tot slot wordt de prijs (tarief) meegewogen in de beoordeling van de offerte. Een inschrijver moet altijd aan alle gestelde eisen voldoen. De verhouding tussen kwaliteit (wensen) en de prijs is een keuzevrijheid van de aanbestedende dienst.

4

Worden er bij aanbesteding eisen gesteld aan het opleidingsniveau van toekomstige beveiligers? Zo nee, waarom niet?

Ja, bij een aanbesteding worden eisen gesteld aan het opleidingsniveau van toekomstige beveiligers. Zo worden bijvoorbeeld de volgende vereisten gesteld met betrekking tot de in te zetten (operationele) beveiligers. Deze dienen:

  • in het bezit te zijn van het diploma «Beveiliger 2» of een gelijkwaardig diploma;

  • minimaal VMBO-TL / MAVO niveau te hebben afgerond;

  • in het bezit te zijn van een geldig BHV-certificaat met levensreddende handelingen (Bedrijfshulpverlening en reanimatie diploma);

  • in het bezit te zijn van een geldig certificaat met betrekking tot bediening van de Automatische Externe Defibrillator (AED).

Daarnaast worden eisen gesteld aan het opleidingsniveau van centralisten, beveiliger-receptionisten, receptionisten en leidinggevende medewerkers.

5

Wordt er in de aanbestedingscontracten geld uitgetrokken voor scholing van beveiligers? Zo ja, hoeveel procent van het budget behelst dit?

Ja, in de aanbestedingen worden eisen en wensen gesteld ten aanzien van scholing van beveiligers. De inschrijver dient de eisen ten aanzien van scholing mee te nemen in zijn aanbieding.

6

Wordt er vooraf nagegaan wat de gevolgen zijn van een gunning voor de omvang van de werkgelegenheid en de gevolgen voor arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden? Zo ja, op welke wijze?

In geval van het aanbesteden van fysieke beveiliging op basis van ureninzet zal de omvang van werkgelegenheid niet zozeer worden beïnvloed door de aanbesteding. Bij rijksoverheidsopdrachten inzake beveiliging kunnen tevens clausules worden opgenomen die waarborgen dat de arbeidsvoorwaarden van de werkende ten minste gelijk zijn aan die in de wet- en regelgeving en algemeen verbindend verklaarde cao’s.

7

Wordt bij een aanbesteding voor het beveiligingswerk een analyse gemaakt van het veiligheidsniveau wat het nieuwe bedrijf kan bieden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?

Het te leveren veiligheidsniveau staat omschreven in het programma van eisen. Middels contractmanagement bij de uitvoer van de overeenkomst door de opdrachtnemer zal periodiek worden getoetst of het (nieuwe) bedrijf het gewenste veiligheidsniveau kan leveren.

8

In hoeverre is de regering bereid om aan te dringen op kwaliteitsselectie in plaats van prijsselectie bij aanbesteding van beveiligingsopdrachten?

Kwaliteit staat altijd centraal in aanbestedingen waarbij gebruik wordt gemaakt van een programma van eisen. Daarnaast is het ook een taak van een inkopende overheid om toe te zien op een doelmatige besteding van de overheidsmiddelen; ook dat is een belangrijke afweging. Het is dus geen keuze maar een combinatie van beiden.

9

Hoe staat de regering tegenover het opnemen van een «sociale paragraaf»?

Daar sta ik positief tegenover. Het kabinet streeft naar maatregelen die eraan bijdragen dat iedereen zoveel mogelijk participeert in de samenleving. Mensen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt, zoals langdurig werklozen en gedeeltelijk arbeidsgeschikten, krijgen vanuit de rijksoverheid bijzondere aandacht. De rijksoverheid neemt bijvoorbeeld per ingang van 1 juli 2011 bij inkopen en aanbestedingen social return als contractvoorwaarde op (Kamerstukken II, 2010/11, 32 501, nr. 12). Deze maatregel houdt in dat het rijk bij aanbestedingen boven de 250 000 euro in de contractsvoorwaarden opneemt dat bij de uitvoering van de opdracht ook mensen moeten worden ingezet met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt. Social return heeft als doel om de uitstroom naar werk te bevorderen voor mensen die zonder re-integratieondersteuning niet aan het werk komen.

10

Ziet de regering daar een rol voor de overheid weggelegd?

Ja, zie ook het antwoord op vraag 9. De overheid is hier reeds actief in. Er zijn meerdere situaties binnen de rijksoverheid waar social return reeds in aanbestedingen is toegepast en er hiermee werk(ervarings)plekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt zijn gecreëerd. Daarnaast neemt de rijksoverheid ook een eigen verantwoordelijkheid als werkgever door invoering van de 1% quotumregeling, waar uw Kamer bij brief van 28 april 2011 over is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2010/2011, 32 501, nr. 13).

11

Is het mogelijk om overheidsinstellingen te verplichten een sociale paragraaf op te nemen in aanbestedingen?

Zie hiervoor ook het antwoord op vraag 9. Social return zal per 1 juli 2011 rijksbreed in alle passende aanbestedingen worden toegepast. Hierbij wordt wel rekening gehouden met de marktsituatie en de haalbaarheid per aanbesteding.

12

Hoe denkt de regering over kwaliteitsvoorwaarden of een kwaliteitscode voor beveiligers?

Kwaliteitsvoorwaarden kunnen leiden tot een verdere professionalisering op het vlak van diensten met betrekking tot bewaking, beveiliging en receptiediensten. Deze kunnen opgenomen worden in de geschiktheidcriteria bij aanbestedingen. Hierbij dient wel proportionaliteit gehanteerd te worden en dienen de geschiktheidcriteria non discriminatoir te zijn (het hanteren van toevoeging «of minimaal gelijkwaardig» bij het stellen van eisen aan kwaliteit).

Zoals ik in de inleiding van deze brief heb aangegeven merk ik op dat ik op 25 mei jl. de «Code verantwoordelijk marktgedrag in de schoonmaak- en glazenwassersbranche» overhandigd heb gekregen. Het ligt in mijn voornemen om met mijn collega van BZK te overleggen de essentie van deze code ook van toepassing te gaan verklaren op de rijksaanbesteding van andere diensten, zoals beveiliging. Ook de private sector vindt in de code handvatten om de aanbesteding van beveiligingswerk verantwoord uit te voeren.

13

Kunnen kwaliteitsvoorwaarden ook worden afgedwongen bij buitenlandse beveiligingsfirma’s?

Kwaliteitsvoorwaarden vallen onder de geschiktheidcriteria bij aanbestedingen. In geval dat in een aanbesteding eisen worden gesteld aan kwaliteit dan wel in de geschiktheidcriteria dan wel in het programma van eisen, dan gelden deze uiteraard ook voor buitenlandse firma’s.

14

Hoe wil de regering vermijden dat zogenaamde «cowboys» dominant worden op de beveiligingsmarkt?

In iedere aanbesteding wordt uitdrukkelijk aandacht besteed aan het opstellen van uitsluiting- en geschiktheidcriteria dan wel het programma van eisen. Middels het juist vaststellen van deze criteria, wordt een minimaal kwaliteitsniveau van de dienstverleners gevraagd. Tevens kunnen in aanbestedingen voorwaarden worden opgenomen ter voorkoming van strategisch inschrijven, voor zover dat mogelijk is. Met een initiatief vanuit de private sector zoals de code voor verantwoordelijk marktgedrag kan de private sector ook zelf een vuist vormen tegen het zogenaamde «cowboygedrag».

15

Is er een systeem om te beoordelen wat de veiligheidsprestaties van een beveiligingsbedrijf is, waarmee een contract is aangegaan? Zo ja, hoe ziet dat eruit? Zo nee, waarom niet?

De verschillende regieorganisaties hanteren diverse systemen om te beoordelen wat de veiligheidsprestaties van een beveiligingsbedrijf zijn. Dit is onderdeel van het contractmanagement. Deze systemen variëren en het is derhalve niet mogelijk om één rijksbreed systeem weer te geven.

16

Melden beveiligingsbedrijven – waarmee een contract is afgesloten – alle veiligheidsincidenten aan de opdrachtgever? Worden daar statistieken van bijgehouden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, kunt u die leveren?

Ja, in het programma van eisen en wensen wordt aandacht geschonken aan het melden van veiligheidsincidenten. Dit is ook onderwerp van periodiek overleg (contractmanagement). Gezien de vertrouwelijkheid en gevoeligheid van deze informatie wordt deze informatie niet vrijgegeven.


X Noot
1

Samenstelling:

Leden: Gent, W. van (GL), Voorzitter, Hamer, M.I. (PvdA), Ham, B. van der (D66), Sterk, W.R.C. (CDA), Smeets, P.E. (PvdA), Dezentjé Hamming-Bluemink, I. (VVD), Hijum, Y.J. van (CDA), Omtzigt, P.H. (CDA), Koşer Kaya, F. (D66), Ulenbelt, P. (SP), Ortega-Martijn, C.A. (CU), Dijck, A.P.C. van (PVV), Ondervoorzitter, Spekman, J.L. (PvdA), Vermeij, R.A. (PvdA), Ouwehand, E. (PvdD), Dijkgraaf, E. (SGP), Azmani, M. (VVD), Jong, L.W.E. de (PVV), Klaver, J.F. (GL), Huizing, M.E. (VVD), Straus, K.C.J. (VVD), Besselaar, I.H.C. van den (PVV) en Vacature, (SP).

Plv. leden: Voortman, L.G.J. (GL), Heijnen, P.M.M. (PvdA), Pechtold, A. (D66), Uitslag, A.S. (CDA), Klijnsma, J. (PvdA), Neppérus, H. (VVD), Biskop, J.J.G.M. (CDA), Smilde, M.C.A. (CDA), Dijkstra, P.A. (D66), Kooiman, C.J.E. (SP), Schouten, C.J. (CU), Fritsma, S.R. (PVV), Çelik, M. (PvdA), Dijsselbloem, J.R.V.A. (PvdA), Thieme, M.L. (PvdD), Staaij, C.G. van der (SGP), Aptroot, Ch.B. (VVD), Klaveren, J.J. van (PVV), Sap, J.C.M. (GL), Houwers, J. (VVD), Harbers, M.G.J. (VVD), Mos, R. de (PVV) en Gesthuizen, S.M.J.G. (SP).

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven