Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 april 2023
Elke mens verdient het om te werken en leven in menswaardige omstandigheden. Helaas
werken er in Nederland nog altijd arbeidsmigranten in situaties die volstrekt onacceptabel
zijn. Het kabinet voert de aanbevelingen van het Aanjaagteam Bescherming Arbeidsmigranten
met grote urgentie uit.1
Eén van de pijlers onder het advies van het Aanjaagteam is het beter reguleren van
de uitzendsector via een stelsel van verplichte certificering. Daartoe heb ik, in
samenwerking met sociale partners, het wetsvoorstel verplichte certificering voor
het ter beschikking stellen van arbeidskrachten voorbereid.2 Onlangs heeft de Afdeling advisering van de Raad van State (hierna: de Afdeling)
haar advies uitgebracht over dit wetsvoorstel.3 Ik acht het zinvol om u voorafgaand aan het commissiedebat Arbeidsmigratie van 20 april
a.s. te informeren over de stappen die ik neem naar aanleiding van dit advies.
De Afdeling constateert dat het wetsvoorstel een betekenisvolle eerste stap is om
misstanden bij malafide uitleners aan te pakken. De Afdeling onderschrijft ook de
wenselijkheid van een effectief toetredingsmechanisme tot de markt om malafide uitleners
te kunnen weren. Tegelijkertijd werpt de Afdeling de vraag op of het stelsel, zoals
dat in het wetsvoorstel is voorgesteld, daartoe de meest aangewezen vorm is. De vraag
is, aldus de Afdeling, of een eenvoudiger vormgegeven stelsel niet de voorkeur verdient.
Daarbij wijst de Afdeling in de richting van een stelsel waarin de overheid een centralere
rol speelt dan in het voorgestelde publiek/private stelsel. Naast voormelde instrumentkeuze
heeft de Afdeling ook geadviseerd over de huisvestingseis en enkele Unierechtelijke
aspecten van het wetsvoorstel. De Afdeling concludeert dat zij een aantal bezwaren
heeft bij het voorstel en adviseert het voorstel niet bij uw Kamer in te dienen, tenzij
het is aangepast.
Het advies van de Afdeling geeft mij aanleiding om zorgvuldig te overwegen of en,
zo ja, welke aanpassingen in het wetsvoorstel aangewezen zijn. Wat betreft de inrichting
van het stelsel, staat voorop dat het stelsel effectief moet zijn in het beschermen
van arbeidskrachten, waaronder arbeidsmigranten, en in het waarborgen van een gelijk
speelveld voor bonafide uitleners. Ik breng op korte termijn in kaart welke aanpassingen
mogelijk en wenselijk zouden kunnen zijn. Daarbij betrek ik ook de sociale partners,
waarmee ik heb samengewerkt bij de uitwerking van het advies van het Aanjaagteam.
Ook de overige onderdelen van het advies bestudeer ik de komende periode nader.
De bovenstaande stappen neem ik met grote urgentie. We kunnen immers geen dag langer
wachten dan noodzakelijk met het invoeren van een nieuw stelsel. Tegelijkertijd heeft
het advies onvermijdelijk gevolgen voor het tijdspad. Deze gevolgen breng ik nu in
kaart en neem ik mee in de besluitvorming. Ik zal uw Kamer daarover informeren.
In de tussentijd gaan de voorbereidingen voor de invoering en implementatie van de
stelselwijziging door. Op mijn ministerie gaan deze werkzaamheden door, in een vorm
waarin deze ook bij eventuele aanpassingen in het wetsvoorstel bijdragen aan een spoedige
inwerkingtreding. Ook de werving van nieuwe inspecteurs bij de Arbeidsinspectie loopt
onverminderd door.
Tot slot herhaal ik graag de oproep die ik eerder heb gedaan aan alle uit- en inleners
in Nederland. Niemand hoeft te wachten op wet- en regelgeving om arbeidskrachten,
waaronder arbeidsmigranten, menswaardig te behandelen. Goed werkgeverschap en de waarde
van werk horen daarbij centraal te staan.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip