29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 1061 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2021

Sinds 1 oktober 2019 is er een structurele regeling voor het verlenen van tewerkstellingsvergunningen voor de Aziatische horecasector, die mede op verzoek van de Tweede Kamer1 tot stand is gekomen. Op grond van deze regeling kunnen Aziatische restaurants gespecialiseerde koks uit het buitenland tewerkstellen, indien dit nodig is. De regeling is bedoeld voor noodzakelijke gekwalificeerde koks op het functieniveau 4 tot en met 6 in specialistische restaurants waar overwegend land-specifiek Aziatisch voedsel wordt bereid.

Op 27 maart 2021 zijn artikelen verschenen in Trouw2 en de Groene Amsterdammer3 waarin misstanden naar voren komen bij vreemdelingen die op basis van deze regeling in Nederland verblijven. Ook de Nederlandse vertegenwoordigingen en Immigration Liaison Officers in China hebben signalen ontvangen van oneigenlijk gebruik of misbruik van de regeling. Hoewel niet vast staat dat deze signalen duiden op feitelijk grootschalig misbruik van de regeling, zijn de signalen dermate ernstig dat het kabinet, in overleg met uw Kamer, snel wil ingrijpen om misbruik van de regeling te voorkomen. De signalen zouden namelijk kunnen duiden op gevallen van mensenhandel en/of mensensmokkel.

Daarom is het kabinet voornemens om de regeling voor de Aziatische horeca aan te passen. Het kabinet stelt voor de regeling voorlopig te laten vervallen voor nieuwe aanvragen van koks die naar Nederland willen komen vanuit het buitenland. Aanvragen voor verlenging van de tewerkstellingsvergunning voor koks die al in Nederland in de Aziatische horeca werkzaam zijn, zullen nog wel op basis van deze regeling mogelijk zijn en beoordeeld worden, nu het rechtszekerheidsbeginsel moet worden meegewogen in het laten vervallen van de regeling. In de tussentijd wordt onderzocht of de regeling in aangescherpte vorm kan herleven of definitief komt te vervallen voor alle aanvragen.

Ik ben mij ervan bewust dat deze aanpassing van de regeling het voor Aziatische restaurants moeilijker maakt om koks met een nationaliteit van buiten de EU te werk te stellen. Gezien de ernst van de signalen van misbruik van de regeling en misstanden rond de betrokken koks, vind ik aanpassing van de regeling echter gerechtvaardigd. Bovendien blijft voor Aziatische restaurants wel de mogelijkheid bestaan om op grond van de algemene regels voor tewerkstelling van derdelanders, zoals vastgelegd in de Wet arbeid vreemdelingen (Wav), een aanvraag in te dienen.

Aangezien de regeling mede op verzoek van de Tweede Kamer tot stand is gekomen, hecht ik eraan dat uw Kamer de gelegenheid krijgt zich over het voornemen van het kabinet om de regeling aan te passen, zoals hierboven beschreven, uit te spreken.

In deze brief informeer ik uw Kamer over het voornemen van het kabinet om de regeling voor nieuwe aanvragen te laten vervallen en nodig ik uw Kamer uit zich binnen vier weken na verzending van deze brief uit te spreken over dit voornemen. Tevens zend ik u de antwoorden toe op de Kamervragen die gesteld zijn naar aanleiding van de gepubliceerde krantenartikelen door de leden Tielen4 (VVD) en Van Weyenberg5 (D66).

Misstanden

Investico, het platform voor onderzoeksjournalistiek, geeft aan dat het hulpverleners en advocaten heeft gesproken en de ervaringen van meer dan tien migranten heeft onderzocht. Uit dit onderzoek komen verschillende misstanden naar voren. Zo blijkt dat koks die op grond van deze regeling in Nederland verblijven, aangeven grote bedragen aan bemiddelaars of grote borgsommen aan hun werkgever te moeten betalen. Ook geven koks in de interviews aan uitgebuit te worden: ze werken vaak twaalf uur per dag, krijgen te weinig betaald en moeten honderden euro’s van hun uitbetaalde loon teruggeven aan hun baas, waardoor ze soms slechts een paar honderd euro per maand verdienen.

Daarnaast signaleren ook de Nederlandse vertegenwoordigingen in China, die verantwoordelijk zijn voor de afgifte van de machtiging tot voorlopig verblijf, en de Immigration Liaison Officers (ILO) van de IND in China, dat in bepaalde zaken aanvragers grote sommen geld hebben betaald aan tussenpersonen.

De berichtgeving van Investico dat in vacatureteksten ten behoeve van dit verblijfsdoel arbeidsomstandigheden worden omschreven die niet zijn toegestaan binnen de Nederlandse arbeidswetten is door de Nederlandse vertegenwoordiging in China gecontroleerd. Zij bevestigt dat dergelijke vacatureteksten op een Chinese website zijn gevonden.

Verder zijn er signalen van de Nederlandse vertegenwoordigingen en ILO’s in China dat de koks die naar Nederland willen komen niet altijd gekwalificeerd zijn doordat er gebruik wordt gemaakt van valse, vervalste of ten onrechte afgegeven koksboekjes. Bovenstaande signalen kunnen indicaties zijn van mensensmokkel en/of mensenhandel. Wanneer er dergelijke signalen naar voren komen, hebben de Nederlandse vertegenwoordigingen een verzoek tot heroverweging van de machtiging tot voorlopig verblijf ingediend bij de IND. In de gevallen waarin deze signalen hard konden worden gemaakt zijn de gecombineerde vergunningen voor verblijf en arbeid ingetrokken.

(Tijdelijk) vervallen van de regeling voor nieuwe gevallen

Het kabinet neemt deze signalen heel serieus en wil snel ingrijpen om misbruik van de regeling te voorkomen. Omdat deze signalen kunnen duiden op mensensmokkel en/of mensenhandel heeft het kabinet het voornemen om de regeling voor de Aziatische horeca – in ieder geval voorlopig – te laten vervallen voor nieuwe aanvragen (koks met een nationaliteit van buiten de EU die naar Nederland willen komen).

Het laten vervallen van de regeling voor nieuwe gevallen zal gerealiseerd worden door een wijziging van de Regeling uitvoering Wet arbeid vreemdelingen (RuWav), waarin de bijzondere regeling voor de Aziatische horecasector is opgenomen. De wijziging houdt in dat het voor werkgevers niet meer mogelijk is om vreemdelingen die niet reeds op grond van deze regeling rechtmatig in Nederland verblijven, een geslaagd beroep te laten doen op de regeling. Het blijft voor werkgevers wel mogelijk om verlenging aan te vragen van de verblijfsvergunning voor koks die reeds in Nederland zijn op grond van de regeling.

Voor werkgevers die een kok in dienst willen nemen die niet reeds op grond van de bijzondere regeling in Nederland verblijft, blijft wel de mogelijkheid bestaan om op grond van de algemene regels voor tewerkstelling van derdelanders, zoals vastgelegd in de Wet arbeid vreemdelingen (Wav), een aanvraag in te dienen. In dat geval zal voldaan moeten worden aan alle voorwaarden die op grond van deze regels gelden. De werkgever zal bijvoorbeeld moeten aantonen voldoende wervingsinspanningen gedaan te hebben om de vacature te vervullen met aanbod binnen Nederland, de Europese Economische Ruimte (EER) en Zwitserland. Ook geldt in dat geval de reguliere termijn van vijf weken voor vacaturemelding bij het UWV en niet langer de verkorte termijn van drie weken die in de bijzondere regeling is opgenomen. Het UWV zal voor iedere individuele aanvraag toetsen of de werkgever voldoende wervingsinspanningen verricht heeft en of er geen aanbod binnen Nederland, de EER of Zwitserland aanwezig is. Bij de wijziging van de regeling zal rekening worden gehouden met de uitvoeringsaspecten voor UWV en IND en zal aandacht zijn voor de voorlichting aan werkgevers over de nieuwe situatie. Over het voornemen tot aanpassing van de regeling zijn sectorvertegenwoordigers al geïnformeerd.

De bijzondere regeling voor de Aziatische horecasector is mede op verzoek van uw Kamer tot stand gekomen. Gelet hierop wordt uw Kamer in de gelegenheid gesteld om zich uit te spreken over de voorgenomen opschorting van de regeling voor de Aziatische horeca. Indien er geen bezwaren zijn vanuit uw Kamer over dit voorgenomen vervallen van de regeling zal de RuWav worden aangepast. Ondertussen zal worden bezien welke verdere maatregelen nodig zijn om de misstanden in de Aziatische horecasector aan te pakken en of de regeling in aangescherpte vorm zou kunnen herleven voor nieuwe aanvragen. Hierbij zullen de sectorvertegenwoordigers worden betrokken. Ik ben voornemens uw Kamer over deze nadere maatregelen voor het zomerreces te informeren.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Naar boven