29 544 Arbeidsmarktbeleid

Nr. 1031 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 november 2020

Bijgaand vindt u, zoals verzocht in de motie van de leden Van Weyenberg en Palland1, uitgewerkte technische beleidsvarianten ter verdere invulling van het advies van de Commissie Regulering van werk2. Het betreft een ambtelijke uitwerking van de maatregelen die de Commissie noemt in haar rapport.

Deze bundel is een aangevulde versie van de bundel die in juli van dit jaar aan de Tweede Kamer is verzonden.3 De aanvullingen bestaan uit 12 beleidsvarianten die eerder nog niet gereed waren.4 Ook zijn voorlopige inschattingen van uitvoeringsgevolgen toegevoegd. Dit geldt zowel voor de eerder verstuurde varianten als voor de nieuw toegevoegde varianten. De inschattingen van de uitvoeringsgevolgen zijn in samenwerking met de Belastingdienst, de Raad voor de rechtspraak en de raad voor rechtsbijstand tot stand gekomen. Tot slot is de uitwerking van een aantal varianten nader gepreciseerd.

Deze bundel bevat in totaal 51 uitgewerkte beleidsvarianten op het terrein van de regulering van werk. Het betreft uitsluitend varianten die direct volgen uit het eindadvies van de Commissie Regulering van Werk en/of een invulling vormen van andere moties. Zo wordt voldaan aan de motie van de leden Palland en Van Weyenberg, die de regering verzoekt concrete beleidsopties te verkennen op het terrein van driehoeksrelaties.5 Ook wordt voldaan aan de motie van de leden Van Weyenberg en Palland, die de regering verzoekt inkorting van de loondoorbetalingsplicht bij ziekte naar één jaar uit te werken.6 Zoals toegezegd aan de Tweede Kamer zijn aannames die ten grondslag liggen aan de nadere uitwerking van de varianten expliciet gemaakt in de tekst van de betreffende varianten.

Bij de opgenomen inschattingen over de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van maatregelen geldt het voorbehoud dat dit een voorlopig oordeel betreft dat geen vervanging biedt voor een uitvoeringstoets door de betreffende uitvoeringsorganisatie(s). De uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid kan pas worden vastgesteld als de definitieve vormgeving van de maatregelen bekend is. Ook is de uiteindelijke uitvoerbaarheid en timing daarvan afhankelijk van het totaal aan maatregelen dat door de betreffende uitvoerders moet worden geïmplementeerd.

De uitwerking van de beleidsvarianten is technisch van aard. Dat betekent dat per maatregel weergegeven wordt in hoeverre deze technisch mogelijk is. Tevens is een inschatting gemaakt van een realistisch invoeringstijdpad. De inhoud van de beleidsvarianten is het resultaat van een ambtelijk proces. De opties in deze bundel bevatten nadrukkelijk geen oordeel over de wenselijkheid van de opgenomen maatregelen. De visie van het kabinet op de adviezen van de Commissie Regulering van Werk is te vinden in de kabinetsreactie die uw Kamer vorige week heeft ontvangen (Kamerstuk 29 544, nr. 1028).

Eerder heeft uw Kamer reeds 19 relevante varianten ontvangen als onderdeel van de Bouwstenen voor een beter belastingstelsel.7 Ook heeft u eerder de rapporten van de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen ontvangen, waarin relevante beleidsopties in beeld zijn gebracht.8

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees


X Noot
1

Kamerstuk 35 300 XV, nr. 63.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
3

Kamerstuk 29 544, nr. 1021.

X Noot
4

Het betreft varianten over kwalificatie van arbeidsrelaties (nummers 12 t/m 15), beroepsgericht aanbod van opleidingen (30), eenduidige regeling die werkgevers ontzorgt en compenseert (32), arbeidsongeschiktheidsverzekering voor alle werkenden (46) en stimulering van ondernemerschap (47 t/m 51).

X Noot
5

Kamerstuk 29 544, nr. 996.

X Noot
6

Kamerstuk 29 544, nr. 987.

X Noot
7

Kamerstuk 32 140, nr. 71.

X Noot
8

Kamerstuk 32 359, nr. 4.

Naar boven