Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2024
Elk jaar voert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) onderzoek uit naar het
toezicht op de kwaliteit van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015),
met als doel inzicht te krijgen in de staat van de uitvoering van het toezicht op
de Wmo 2015. Met deze brief bied ik uw Kamer de rapportage van de IGJ middels https://www.igj.nl/publicaties/rapporten/2024/10/16/wmo-toezicht-2023 over de uitvoering van het Wmo-toezicht in 2023 aan en daarbij horende beleidsreactie.
Wmo-toezicht
Het houden van toezicht op de kwaliteit van ondersteuning is belegd bij gemeenten,
als onderdeel van het gedecentraliseerde takenpakket in 2015. Toezicht is daarmee
een belangrijk onderdeel van de beleidsmatige cyclus van gemeenten. Het bevordert
de naleving van normen die in beleid en regelgeving zijn vastgelegd en vormt (zo nodig
ook) de basis voor handhaving. Daarbij is het houden van toezicht meer dan het controleren
van kwaliteit op basis van wetten, regels en normen. Door middel van het agenderen
van toezicht, wordt ook een dialoog gestart met partijen die betrokken zijn bij de
ondersteuning. Ook levert toezicht informatie op over de kwaliteit van de uitvoering
van de Wmo 2015. Op basis van die informatie kunnen gemeenten hun beleid aanpassen.
Ten slotte kan adequaat en professioneel toezicht en het actief informeren door toezichthouders,
bijvoorbeeld door het aanbieden van een jaarverslag, ook de gemeenteraad helpen om
diens controlerende rol te vervullen. Adequaat toezicht is daarmee ook een hoeksteen
van het lokaal democratisch bestuur.
Verbetermaatregelen ter versterking van het Wmo-toezicht
De afgelopen jaren heeft de IGJ in haar rapportages geconstateerd dat het Wmo-toezicht
niet overal voldoende is ontwikkeld, en dat de kwaliteit van het toezicht over het
geheel van Nederland genomen niet voldoende is. Onder meer naar aanleiding van deze
rapportages van de IGJ heeft Significant in opdracht van het Ministerie van VWS onderzoek
gedaan naar het Wmo-toezicht1. Op basis van de aanbevelingen uit dat onderzoek is in samenwerking met gemeenten,
de VNG, GGD GHOR, het Toezicht Sociaal Domein (TSD) en de IGJ gewerkt aan een gezamenlijk
beleidskader op het kwaliteitstoezicht. In de brief van 8 mei 2023 heeft mijn ambtsvoorganger
uw Kamer geïnformeerd over dit beleidskader met daarin verbetervoorstellen2. Een deel van deze verbetervoorstellen is geland in een stimuleringsprogramma. Deze
voorstellen worden de komende jaren (tot 2026) ontwikkeld en lokaal tot uitvoering
gebracht. Een ander deel van de verbetervoorstellen vergt wijziging van de Wmo 2015.
Deze voorgenomen wetswijziging wordt momenteel ambtelijk voorbereid. In een brede
brief over de Wmo 2015, die ik naar verwachting eind dit jaar aan uw Kamer wil sturen,
zal ik (de stand van) de verbetermaatregelen uit het stimuleringsprogramma nader toelichten.
Rapport over de uitvoering van het Wmo-toezicht door gemeenten in 2023
De IGJ heeft ook over 2023 onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het Wmo-toezicht.
De rapportage van het IGJ rapport over de uitvoering van het Wmo-toezicht door gemeenten
in 2023 is te vinden via https://www.igj.nl/publicaties/rapporten/2024/10/16/wmo-toezicht-2023. Ik wil de IGJ bedanken voor het werk dat zij heeft verricht om tot deze vernieuwende
rapportage te komen. Dit jaar is er geen traditioneel pdf-rapport met resultaten en
tabellen opgeleverd, maar in plaats daarvan een webpagina waarop de belangrijkste
bevindingen worden gepresenteerd, verrijkt met aansprekende voorbeelden en citaten.
De conclusies en aanbevelingen uit dit rapport komen overeen met de resultaten uit
2022. Dit is volgens de IGJ logisch aangezien de verbetermaatregelen, die met name
gericht zijn op het versterken van het Wmo-toezicht, pas eind 2024 van start gaan.
Het toezicht is een belangrijk onderdeel van het instrumentarium van gemeenten. Ik
neem de aanbevelingen van het IGJ ter harte en blijf mij via de verschillende verbetermaatregelen
inzetten voor het versterken van het toezicht op de Wmo 2015. Daarbij trek ik uiteraard
nauw op met het werkveld.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
V. Maeijer