29 538 Zorg en maatschappelijke ondersteuning

Nr. 193 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 13 juli 2015

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de brief van 28 april 2015 waarin een reactie wordt gegeven op het artikel in het AD van 4 april 2015 met als titel «WZH weer onder vuur, nu om bezuiniging» (Kamerstuk 29 538, nr. 186).

De vragen en opmerkingen zijn op 28 mei 2015 aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport voorgelegd. Bij brief van 10 juli 2015 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Lodders

De griffier van de commissie, Teunissen

I VRAGEN EN OPMERKINGEN VANUIT DE FRACTIES

Inbreng PvdA-fractie

De leden van de fractie van de PvdA hebben met belangstelling de reactie van de Staatssecretaris op voornoemd artikel gelezen. Deze leden gaan er van uit dat er, ondanks de doorgevoerde samenvoeging van dagbestedingslocaties in de Woonzorgcentra Haaglanden (WZH) veilige en verantwoorde zorg (dagbesteding) geleverd wordt door WZH aan de betreffende cliënten. Kan de Staatssecretaris dit bevestigen en toelichten? Tevens gaan deze leden ervan uit dat er geen professionele zorg geleverd wordt door vrijwilligers, maar dat dit gedaan wordt door zorgprofessionals en medewerkers van WZH. Kan de Staatssecretaris ook dit bevestigen en toelichten? Hebben inmiddels alle cliënten van WZH een fijne en passende plek voor dagbesteding gevonden binnen WZH?

De leden van de fractie van de PvdA lezen dat er geen medewerkers ontslagen zijn, maar dat boventallige medewerkers van werk-naar-werk worden begeleid. Deze leden zouden graag willen weten of het ernaar uitziet dat alle boventallige medewerkers van werk voorzien blijven. Kan de Staatssecretaris dit toelichten?

Inbreng PVV-fractie

Drie groepen van WZH voor dagbesteding zijn samengevoegd met andere bestaande groepen. De leden van de PVV-fractie vragen of deze groepen tot dezelfde doelgroep behoren, of dat ze op willekeurige basis zijn samengevoegd.

De huidige extramurale cliënten en nieuwe cliënten met en zonder Wmo-indicatie en hun mantelzorgers kunnen terecht bij zeven woonzorgcentra van WZH, in plaats van tien. In persoonlijke gesprekken met de huidige cliënten is besproken welk woonzorgcentrum het beste bij de cliënt past. Welk onderscheid is er tussen het aanbod van de nog resterende locaties? Is er nog gespecialiseerde dagbesteding voor bijvoorbeeld mensen met dementie? Zo ja, vindt de Staatssecretaris het dan wenselijk dat iedereen, met en zonder indicatie, zich aan kan melden voor dit specifieke aanbod?

De continuïteit van de dagbesteding voor de cliënten is daarmee gegarandeerd. Hoe is het gesteld met de kwaliteit?

Kwetsbare ouderen zonder indicatie en hun mantelzorgers kunnen terecht bij de vernieuwde Ontmoetingscentra van WZH. Als er sprake is van kwetsbare ouderen, waarom zouden zij dan geen indicatie hebben?

De wijzigingen hebben enerzijds te maken met een nieuwe programmering van de Dagactiviteiten- en Ontmoetingscentra van WZH passend bij de wens om langer thuis te wonen en de ontwikkelingen van de participatiemaatschappij, anderzijds met het nieuwe Wmo-beleid en de nieuwe tarieven. Is het niet gewoon zo dat er sprake is van bezuinigingen, en dat daarom het aantal locaties voor dagbesteding is teruggebracht van 10 tot 7? Kan de Staatssecretaris in het vervolg afzien van het gebruik van het zinnetje: «de wens om langer thuis te blijven wonen»?

Er is een teruggang van 19,67 fte in de formatie bij de dagbesteding voor mensen die thuis wonen. De leden vragen zich af welke invloed dit heeft op de kwaliteit van de dagbesteding? Wordt de dagbesteding hiermee teruggebracht tot gezamenlijk koffiedrinken of erkent de Staatssecretaris, dat dagbesteding ook een vorm van zorg is waarbij professionele begeleiding van groot belang is voor de kwaliteit?

Er zijn geen medewerkers ontslagen. De medewerkers die boventallig zijn worden van werk-naar-werk begeleid door loopbaanadviseurs. Hoe groot acht de Staatssecretaris de kans dat dit een succesvol traject zal worden, gezien de kaalslag in de zorg door de bezuinigingen?

Inbreng 50PLUS-fractie

Het lid van 50PLUS heeft met belangstelling kennisgenomen van de reactie van de Staatssecretaris van VWS op het artikel «WZH weer onder vuur, nu om bezuiniging». Er rijst echter nog wel een aantal vragen.

In het artikel wordt aangegeven dat vrijwilligers het werk van zorgprofessionals deels moeten overnemen. WZH ontkent dit. Waar komt dit signaal vandaan? Hoe is gegarandeerd dat op de overblijvende dagbestedingscentra altijd een professional aanwezig is en dat de ingezette vrijwilliger daadwerkelijk ondersteunend is aan de zorgverlener? Kunt u dit toelichten? Hoe is het in uw ogen mogelijk dat er bijna 20 fte wordt wegbezuinigd op dagbesteding voor mensen die thuis wonen, maar dat de capaciteit gelijk blijft of eventueel zelfs kan groeien? Kunt u een omschrijving geven van dit nieuwe concept? Hoe wordt gegarandeerd dat de overgeplaatste mensen niet te ver hoeven te reizen? Hoe wordt gegarandeerd dat de groepen niet te groot worden voor mensen die gebruik maken van deze dagbesteding? Kan er dan nog wel zorg op maat worden geleverd?

II REACTIE VAN DE STAATSSECRETARIS

1.

Is er sprake van veilige en verantwoorde zorg (dagbesteding) bij WZH? Graag een toelichting.

Vanaf april 2015 wordt 5 dagen per week een vernieuwd programma in de Dagactiviteiten- en Ontmoetingscentra (DAC/OC) aangeboden. Hierin wordt bijvoorbeeld bewegen, een geheugentraining of een training gericht op de zelfredzaamheid gecombineerd met activiteiten gericht op ontspanning, (re)creativiteit en het versterken van sociale contacten en het eigen netwerk. Het programma is ontwikkeld naar aanleiding van nieuwe inzichten en met behulp van technologieën. Opgeleide zorgmedewerkers werken samen met behandelaren van WZH, zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten en psychologen, en medewerkers Eten & Drinken. Verder is er nauw contact met professionals in de wijk, zoals ouderenadviseurs, casemanagers dementie en de coördinerend wijkverpleegkundige.

2.

Is het juist dat er geen professionele zorg geleverd wordt door vrijwilligers, maar dat dit gedaan wordt door zorgprofessionals en medewerkers van WZH? Ook hier graag een toelichting.

Vrijwilligers die voorheen ondersteunden – zo wordt aangegeven – ondersteunen nu ook en er komen extra vrijwilligers bij. Vrijwilligers ondersteunen de professionals bij bijvoorbeeld koken en beweeg-, geheugentraining- en spelactiviteiten. Cliënten worden begeleid door hoger opgeleide zorgprofessionals met ondersteuning van onder andere behandelaren, zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten en psychologen, en medewerkers Eten & Drinken. De medicatie wordt verzorgd door professionals en niet door vrijwilligers.

3.

Hebben inmiddels alle cliënten van WZH een fijne en passende plek voor dagbesteding gevonden binnen WZH?

Dat wordt bevestigd. WZH geeft aan dat met alle bestaande, thuiswonende (extramurale) cliënten en hun mantelzorgers van de 3 woonzorgcentra waarvan de dagbestedingsgroepen vanaf 7 april zijn samengevoegd, in persoonlijke gesprekken is overlegd welke nabijgelegen dagbesteding het beste past bij de cliënt. Hierin zijn ook opties om deel te nemen aan de intramurale dagbesteding, het Ontmoetingscentrum, individuele begeleiding of vormen van dagbesteding van andere organisaties besproken.

4.

Ziet het ernaar uit dat alle boventallige medewerkers van werk voorzien blijven. Kunt u de actuele stand van zaken toelichten?

Medewerkers die per 7 april jl. boventallig zijn geworden in dit veranderproces worden begeleid door loopbaanadviseurs. Het is de verantwoordelijkheid van WZH om dit op een zorgvuldige wijze te doen.

5.

Drie groepen van WZH voor dagbesteding zijn samengevoegd met andere bestaande groepen. Behoren deze groepen tot dezelfde doelgroep of zijn ze op willekeurige basis samengevoegd?

WZH geeft aan dat de groepen zijn niet op willekeurige basis zijn samengevoegd en dat de cliënten grotendeels tot dezelfde doelgroep behoren. Daarnaast is er in persoonlijke gesprekken maatwerk toegepast.

6.

De huidige extramurale cliënten en nieuwe cliënten met en zonder Wmo-indicatie en hun mantelzorgers kunnen terecht bij zeven woonzorgcentra van WZH, in plaats van tien. In persoonlijke gesprekken met de huidige cliënten is besproken welk woonzorgcentrum het beste bij de cliënt past. Welk onderscheid is er tussen het aanbod van de nog resterende locaties? Is er nog gespecialiseerde dagbesteding voor bijvoorbeeld mensen met dementie? Kan iedereen, met en zonder indicatie, zich aanmelden voor dit specifieke aanbod?

WZH geeft aan dat de dagbesteding in de woonzorgcentra uit de volgende drie vormen bestaat:

  • 1. Extramurale dagbesteding, voor ouderen die thuis wonen en beschikken over een Wmo-indicatie;

  • 2. Ontmoetingscentra, voor ouderen die thuis wonen en niet beschikken over een Wmo-indicatie;

  • 3. Intramurale dagbesteding, voor bewoners die in één van de woonzorgcentra wonen. Dit programma wordt in al de woonzorgcentra aangeboden en wijzigt niet.

7.

Hoe is het gesteld met de kwaliteit van de betreffende zorg bij de dagbestedingsgroepen?

WZH voldoet aan alle vereisten zoals die vanuit het kwaliteitskader en het inkoopbeleid van de gemeenten zijn gesteld.

WZH stelt samen met de cliënt een persoonlijk programma op, op basis van de wensen en ondersteuningsvraag van de cliënt. Alle informatie wordt geregistreerd in het digitaal cliëntdossier. Verder komen cliëntenpanels bijeen, wordt onafhankelijk cliënttevredenheidsonderzoek gedaan (CQ-index) en worden diverse zorginhoudelijke aspecten getoetst.

8.

Kwetsbare ouderen zonder indicatie en hun mantelzorgers kunnen terecht bij de vernieuwde Ontmoetingscentra van WZH. Als er sprake is van kwetsbare ouderen, waarom zouden zij dan geen indicatie hebben?

Dat kan diverse oorzaken hebben. Sommige ouderen verzilveren hun indicatie (nog) niet, anderen hebben behoefte aan ontmoeting en contact zonder dat sprake is van een indicatie.

9.

Zijn bezuinigingen mede reden om het aantal locaties terug te brengen van 10 naar 7?

WZH geeft aan dat enerzijds nieuwe tariefafspraken met de gemeente en anderzijds kwaliteitsverbetering aanleiding zijn tot de verandering.

10.

Er is een teruggang van 19,67 fte in de formatie bij de dagbesteding voor mensen die thuis wonen. Heeft dit invloed op de kwaliteit van de dagbesteding, heeft professionele begeleiding geen groot belang voor de kwaliteit?

Professionele begeleiding is van groot belang voor de kwaliteit. Ik ga ervan uit dat de kwaliteit van de dagbesteding wordt bewaakt door de instelling en de opdrachtgever i.c. de gemeente.

11.

In het artikel wordt aangegeven dat vrijwilligers het werk van zorgprofessionals deels moeten overnemen. WZH ontkent dit. Waar komt dit signaal vandaan? Hoe is gegarandeerd dat op de overblijvende dagbestedingscentra altijd een professional aanwezig is en dat de ingezette vrijwilliger daadwerkelijk ondersteunend is aan de zorgverlener?

WZH geeft aan dat vrijwilligers de zorg en verantwoordelijkheid niet overnemen maar de professionals ondersteunen. De grote groep enthousiaste vrijwilligers die voorheen ondersteunden, ondersteunen nu ook en er komen extra vrijwilligers bij. Vrijwilligers ondersteunen de professionals bij bijvoorbeeld koken en beweeg-, geheugentraining- en spelactiviteiten. Cliënten worden begeleid door hoger opgeleide zorgprofessionals met ondersteuning van onder andere behandelaren, zoals fysiotherapeuten, ergotherapeuten en psychologen, en medewerkers Eten & Drinken. De medicatie wordt verzorgd door professionals en niet door vrijwilligers.

12.

Hoe is het mogelijk dat er bijna 20 fte wordt wegbezuinigd op dagbesteding voor mensen die thuis wonen, maar dat de capaciteit gelijk blijft of eventueel zelfs kan groeien? Kunt u een omschrijving geven van dit nieuwe concept?

WZH heeft vanwege een reductie op de inkomsten na invoering van de Wmo 2015 haar bedrijfsvoering efficiënter ingericht, wat tot gevolg had dat de diverse dagbestedingsactiviteiten zijn gebundeld op zeven locaties. Zie ook het antwoord op vraag 1, 2 en 11.

13.

Hoe wordt gegarandeerd dat de overgeplaatste mensen niet te ver hoeven te reizen?

WZH geeft aan dat bij het samenvoegen van de groepen onder andere rekening is gehouden met de geografische ligging van de woonzorgcentra.

14.

Hoe wordt gegarandeerd dat de groepen niet te groot worden voor mensen die gebruikmaken van deze dagbesteding? Kan er dan nog wel zorg op maat worden geleverd?

Het dagbestedingsprogramma dient op basis van de wensen en ondersteuningsvraag van de cliënt (zorg op maat) te worden opgesteld.

Op basis van de uitgebreide antwoorden van de gemeenten, kom ik tot de conclusie dat er geen redenen zijn om aan te nemen dat de Wmo door de betreffende gemeenten niet naar behoren zou zijn uitgevoerd. Van de zijde van de PVV-fractie is gevraagd of ik in het vervolg kan afzien van het gebruik van het zinnetje «de wens om langer thuis te blijven wonen». Het antwoord luidt nee, deze wens bestaat immers wel degelijk.

Naar boven